Een Zee Van Schilden . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Zee Van Schilden - Морган Райс страница 3
Ze opende haar ogen en zag Bronson, die zijn zwaard had geheven en de aanval van de krijger geblokkeerd had. Het verraste haar; ze had niet gedacht dat hij het in zich had, of dat hij, met slechts één goede hand, in staat was om zo’n krachtige aanval af te weren. Bovenal was ze geraakt toen ze zich realiseerde dat hij genoeg om haar gaf om zijn eigen leven te riskeren.
Bronson zwaaide behendig met zijn zwaard, en ondanks het feit dat hij maar één hand had slaagde hij erin om de krijger door het hart te steken en hem ter plekke te doden.
Luanda kon het nauwelijks geloven. Bronson had voor de zoveelste keer haar leven gered. Ze wist dat ze hem veel verschuldigd was, en voelde een verse golf van liefde voor hem. Misschien was hij toch sterker dan ze dacht.
Er brak van beide kanten van de eetzaal geschreeuw uit terwijl de McClouds en de MacGils op elkaar afstormden, om te zien wie de ander het eerst kon doden. Alle pretenties van beschaafdheid die zich die dag hadden voorgedaan waren op slag verdwenen. Het was oorlog: krijger tegen krijger, allemaal verhit door de alcohol, gevoed door woede.
Mannen sprongen over de dikke houten tafel heen en begonnen op elkaar in te steken. Ze grepen elkaar bij het gezicht, worstelden met elkaar over de tafel en stootten eten en wijn om. Er waren zoveel mensen in de ruimte dat er nauwelijks ruimte was om te manoeuvreren. De mannen gromden en schreeuwden en huilden terwijl er een bloedige chaos uitbrak.
Luanda trachtte tot zichzelf te komen. Het gevecht was zo snel en zo intens, de mannen gevuld met zoveel bloedlust, zo geconcentreerd op het doden, dat niemand behalve zij de moeite nam om om zich heen te kijken. Luanda observeerde alles. Ze was de enige die zag hoe de McClouds langs de muren gleden en de deuren één voor één barricadeerden, waarna ze stilletjes de ruimte verlieten.
De haren in haar nek gingen recht overeind staan terwijl ze zich ineens realiseerde wat er gebeurde. De McClouds sloten iedereen in de eetzaal op—en ze gingen er vandoor. Ze zag hoe ze fakkels van de muren grepen, en haar ogen sperden zich open. Ze besefte vol afschuw dat de McClouds op het punt stonden om de eetzaal in brand te steken, terwijl iedereen erin zat opgesloten—zelfs hun eigen mensen.
Luanda had beter moeten weten. De McClouds waren meedogenloos, en ze zouden alles doen om te winnen.
Luanda keek om zich heen, en zag dat er één deur was die nog niet gebarricadeerd was.
Luanda brak los uit het gevecht en sprintte op de deur af terwijl ze de vechtende mannen uit de weg duwde. Ze zag een McCloud die ook op de deur afrende, en ze ging sneller rennen, vastberaden om eerder bij de deur te komen dan hij.
De McCloud zag Luanda niet aankomen terwijl hij de deur bereikte en een dikke houten balk greep om de deur te barricaderen. Luanda viel hem van opzij aan, hief haar dolk en stak hem in zijn rug.
De McCloud schreeuwde het uit, kromde zijn rug, en liet zich op de grond vallen.
Luanda greep de balk vast, rukte hem van de deur af, gooide de deur open en rende naar buiten.
Buiten moesten haar ogen even wennen aan de duisternis. Luanda keek naar links en rechts en zag dat de McClouds zich buiten de eetzaal hadden opgesteld, hun fakkels klaar om de boel in de fik te steken. Luanda werd overspoeld door een golf van paniek. Ze kon het niet laten gebeuren.
Luanda draaide zich om, rende terug de eetzaal in, greep Bronson, en sleurde hem weg van het gevecht.
“De McClouds!” gilde ze. “Ze staan op het punt om de eetzaal in brand te steken! Help me! Haal iedereen naar buiten! NU!”
Bronsons ogen sperden zich wijd open van angst, en zonder te aarzelen draaide hij zich om. Hij rende naar de MacGil leiders en trok hen bij het gevecht vandaan terwijl hij naar hen schreeuwde en naar de open deur gebaarde. Ze kregen door wat er aan de hand was en begonnen orders naar hun mannen te roepen.
Luanda keek opgelucht toe hoe de MacGil mannen zich losmaakten uit het gevecht en richting de open deur renden.
Terwijl ze zich aan het organiseren waren, verspilden Luanda en Bronson geen seconde. Ze renden naar de deur toe, tot Luanda tot haar afschuw zag hoe er een andere McCloud naar toe rende en probeerde de deur te barricaderen. Ze dacht niet dat ze hem nog een keer kon inhalen.
Maar Bronson was al in actie gekomen; hij hief zijn zwaard, en wierp hem.
Het zwaard vloog door de lucht en boorde zich in de rug van de McCloud.
De krijger schreeuwde het uit en zakte op de grond in elkaar, en Bronson wist de deur nog maar het op tijd open te gooien.
Tientallen MacGils stormden door de open deur, en Luanda en Bronson renden achter hen aan.
De MacGils stroomden de eetzaal uit, en de McClouds keken verbaasd toe terwijl ze zich afvroegen waarom hun vijanden zich zo plotseling hadden teruggetrokken.
Zodra ze allemaal buiten waren, sloeg Luanda de deur dicht. Samen met een aantal anderen barricadeerden ze de deur van buiten af, zodat er geen McClouds konden volgen.
De McClouds die buiten de eetzaal stonden hadden hen inmiddels in de gaten gekregen. Ze lieten hun fakkels vallen en trokken hun zwaarden.
Maar Bronson en de anderen gaven hen de kans niet om eerst aan te vallen. Ze renden naar de McCloud soldaten toe en doodden hen voor ze door hadden wat er gebeurde. De meeste McClouds waren nog steeds binnen, en de enkele tientallen die buiten stonden maakten geen schijn van kans tegen de golf van woedende MacGils. Spoedig waren alle McClouds die buiten stonden afgemaakt.
Luanda stond daar, met Bronson aan haar zijde, hijgend. De MacGils waren allemaal dolblij dat ze nog leefden. Ze keken Luanda vol respect aan, wetend dat ze haar hun levens verschuldigd waren.
Terwijl ze daar stonden, begonnen de McClouds in de eetzaal op de deuren te bonken in een poging om eruit te komen. De MacGils wisten niet wat ze moesten doen en keken Bronson onzeker aan.
“Je moet een einde maken aan de opstand,” zei Luanda krachtdadig. “Je moet ze met dezelfde wreedheid behandelen waarmee ze van plan waren jou te behandelen.”
Bronson keek haar twijfelend aan.
“Hun plan heeft niet gewerkt,” zei hij. “Ze zitten daar vast. Gevangen. We zullen ze arresteren.”
Luanda schudde heftig haar hoofd.
“NEE!” schreeuwde ze. “Deze mannen beschouwen jou als hun leider. Dit is een wrede plek. We zijn niet in het Koninklijk Hof. Wreedheid heerst hier. Wreedheid eist respect. Die mannen daarbinnen kunnen niet in leven gelaten worden. Er moet een voorbeeld gesteld worden!”
Bronson snoof ontzet.
“Wat zeg je nu?” vroeg hij. “Dat we hen levend laten verbranden? Dat we hen afslachten zoals ze met ons van plan waren?”
Luanda klemde haar kaken op elkaar.
“Als je het niet doet, let op mijn woorden: op een dag zullen ze je vermoorden.”
De MacGil mannen verzamelden zich om hen heen en sloegen hun onenigheid zwijgend gade. Luanda stond daar, ziedend van woede. Ze hield van Bronson—hij had tenslotte haar leven gered. En toch haatte ze hoe zwak en naïef hij kon zijn.
Luanda had genoeg van mannen die slechte beslissingen namen. Ze verlangde ernaar om zelf te regeren; ze wist dat ze het beter zou doen dan hen allemaal. Soms, wist ze, was er een vrouw nodig om in een mannenwereld te heersen.
Luanda,