Een Zee Van Schilden . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Een Zee Van Schilden - Морган Райс страница 5

Een Zee Van Schilden  - Морган Райс De Tovenaarsring

Скачать книгу

liefde, misschien niet zo intens als zijn liefde voor Stara. Reece was verward. Hij wist niet wat hij dacht of wat hij voelde. Welke liefde was sterker? Was er ook maar zoiets als een mate als het op liefde aankwam? Als je van iemand hield, betekende dat dan niet dat je van hen hield, wat dan ook? Hoe kon één liefde sterker zijn dan de ander?

      “Hou je van haar?” vroeg Stara.

      Reece haalde diep adem. Hij zat gevangen in een emotionele storm en wist nauwelijks wat hij moest zeggen. Ze liepen een tijdje zwijgend verder, tot hij eindelijk in staat was om te antwoorden.

      “Ja,” antwoordde hij, gekweld. “Ik kan niet liegen.”

      Reece stopte en pakte Stara’s hand voor de eerste keer vast.

      Zij stopte ook en draaide zich naar hem om.

      “Maar ik hou ook van jou,” voegde hij toe.

      Hij zag hoe haar ogen zich vulden met hoop.

      “Hou je meer van mij?” vroeg ze zachtjes, hoopvol.

      Reece dacht na.

      “Ik hou mijn hele leven al van je,” zei hij uiteindelijk. “Jij bent het enige gezicht van liefde dat ik ken. Jij bent wat liefde voor mij betekent. Ik hou van Selese. Maar met jou… met is alsof je een deel van me bent. Een deel van mij. Als iets waar ik niet zonder kan.”

      Stara glimlachte. Ze liet haar vingers in de zijne glijden en ze liepen verder.

      “Je weet niet hoeveel nachten ik naar je heb verlangd,” gaf ze toe, terwijl ze wegkeek. “Mijn woorden kwamen ter wereld op de vleugels van zo veel valken—om vervolgens door mijn vader verwijderd te worden. Ik kon je niet bereiken na de ruzie. Ik heb zelfs geprobeerd om aan boord van een schip naar het vasteland te glippen—maar ik werd gepakt.”

      Het overweldigde Reece om dit allemaal te horen. Hij had geen idee gehad. Hij had zich altijd afgevraagd wat Stara van hem had gedacht na de ruzie. Nu hij dit hoorde, voelde hij zich sterker dan ooit met haar verbonden. Hij wist nu dat hij niet de enige was die zich zo voelde. Hij was niet gestoord. Wat ze hadden was inderdaad echt.

      “En ik ben altijd van je blijven dromen,” antwoordde Reece.

      Ze bereikten de top van de richel, en bleven staan terwijl ze samen uitkeken over de Hoge Eilanden. Vanaf dit punt konden ze oneindig ver kijken. Ze zagen de eilandketting, de oceaan, de mist die erboven hing, de kolkende golven beneden hen, de honderden schepen van Gwendolyn die langs de rotskusten lagen.

      Ze stonden daar een hele lange tijd terwijl ze elkaars handen vasthielden en het moment koesterden. Ze genoten van het feit dat ze bij elkaar waren, na al die jaren en al die mensen die hen uit elkaar hadden geprobeerd te houden.

      “Eindelijk zijn we samen—is het niet ironisch dat het nu is, nu je gebonden bent, met je bruiloft nog maar een paar dagen weg. Het lijkt alsof er altijd iets voorbestemd is om ons uit elkaar te houden.”

      “En toch ben ik hier vandaag,” antwoordde Reece. “Misschien probeert het lot ons iets anders te vertellen?”

      Ze kneep even in zijn hand, en Reece kneep in de hare. Reece’ hart bonsde, en hij had zich nog nooit in zijn leven zo verward gevoeld. Was dit allemaal voorbestemd? Was het voorbestemd dat hij Stara hier zou tegenkomen, dat hij haar zou zien voor zijn bruiloft, om te voorkomen dat hij een fout zou maken en met iemand anders zou trouwen? Probeerde het lot hen na al die jaren toch bij elkaar te brengen?

      Reece kon het niet helpen; hij had het gevoel van wel. Hij had het gevoel dat het zijn lot was om haar weer tegen te komen, misschien om hem nog een laatste kans te geven voor zijn bruiloft.

      “Wat het lot samenbrengt, kan geen mens uit elkaar halen,” zei Stara.

      Haar woorden drongen diep tot hem door terwijl ze in zijn ogen keek en hem betoverde.

      “Er zijn zoveel factoren geweest die getracht hebben ons uit elkaar te houden,” zei Stara. “Onze clans. Onze thuislanden. Een zee. Tijd… En toch is het niet gelukt. Er zijn vele jaren voorbij gegaan, en onze liefde is nog even sterk. Is het toeval dat we elkaar treffen voor je op het punt staat te trouwen? Het lot probeert ons iets te vertellen. Het is nog niet te laat.”

      Reece keek haar aan, en zijn hart ging hevig tekeer. Ze keek hem aan. Haar doorzichtige ogen weerspiegelden de hemel en de oceaan, en hij zag niets dan liefde. Hij had zich nog nooit zo verward gevoeld en was niet in staat om helder na te denken.

      “Misschien moet ik de bruiloft aflasten,” zei hij.

      “Het is niet aan mij om dat voor je te beslissen,” antwoordde ze. “Je moet in je eigen hart zoeken.”

      “Op dit moment,” zei hij, “vertelt mijn hart me dat jij degene bent van wie ik hou. Jij bent degene waar ik altijd van heb gehouden.”

      Ze keek hem doordringend aan.

      “Ik heb nooit van iemand anders gehouden,” zei ze.

      Reece kon zichzelf niet helpen. Hij leunde naar voren, en zijn lippen ontmoetten de hare. Hij voelde de wereld om zich heen smelten. Hij voelde hoe hij werd ondergedompeld in liefde terwijl ze hem terug kuste.

      Ze hielden de kus tot ze buiten adem waren, tot Reece besefte dat hij, ondanks alles, nooit met iemand anders dan Stara zou kunnen trouwen.

      HOOFDSTUK VIER

      Gwendolyn stond op een gouden brug. Terwijl ze de reling vast hield, keek ze over de rand en zag een woeste rivier onder zich door stromen. De stroomversnellingen brulden en resen steeds hoger. Ze kon de waterspetters zelfs van hier voelen.

      “Gwendolyn, mijn liefde.”

      Gwen draaide zich om en zag Thorgrin aan de andere kant van de rivier staan, misschien zes meter verderop. Hij strekte glimlachend een hand naar haar uit.

      “Kom naar me toe,” smeekte hij. “Steek de rivier over.”

      Opgelucht om hem te zien begon Gwen naar hem toe te lopen—tot een andere stem haar abrupt halt deed houden.

      “Moeder,” klonk een zachte stem.

      Gwen draaide zich om en zag een jongen van misschien tien jaar oud op de andere oever staan. Hij was lang en trots, met brede schouders, een nobele kin, een sterke kaak en glinsterende grijze ogen. Net als zijn vader. Hij droeg een schitterende, glimmende wapenrusting van een materiaal dat ze niet herkende, en hij had de wapens van een krijger om zijn riem. Ze kon zijn kracht zelfs vanaf hier voelen. Een onbedwingbare kracht.

      “Moeder, ik heb je nodig,” zei hij.

      De jongen strekte zijn hand uit, en Gwen wilde naar hem toe lopen.

      Gwen keek van Thor naar haar zoon, die elk een hand naar haar uit strekten, en ze voelde zich verscheurd. Ze wist niet welke kant ze op moest.

      Ineens, terwijl ze daar stond, stortte de brug onder haar in.

      Gwendolyn schreeuwde terwijl ze naar beneden stortte.

      Gwen viel in het ijskoude water en kwam snakkend naar adem boven. Ze zag haar zoon en haar man beiden hun handen naar hun uitstrekten. Ze hadden haar nodig.

      “Thorgrin!” riep ze uit. Toen: “Mijn zoon!”

      Gwen reikte

Скачать книгу