In de gaten. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу In de gaten - Блейк Пирс страница 12
Riley versnelde haar pas om de verslaggevers te ontwijken en zich een weg tussen de andere studenten door te banen. Terwijl ze wegliep, hoorde ze de verslaggevers Gina en Cassie steeds opnieuw met dezelfde vraag bestoken...
‘Hoe voel je je?’
Riley voelde een prikkeling van woede.
Wat is dat nou voor een vraag? vroeg ze zich af.
Wat verwachtten ze dat Gina en Cassie zouden antwoorden?
Riley had geen idee wat ze zelf zou zeggen, behalve misschien de verslaggevers te zeggen haar verdomme met rust te laten.
Ze werd nog steeds met verwarde en vreselijke gevoelens overspoeld; verdovende shock, aanhoudend ongeloof, knagende afschuw en nog veel meer. Het ergste gevoel van alles was een soort schuldige opluchting dat zij het lot van Rhea niet had ontmoet.
Hoe konden zij of haar vriendinnen dit onder woorden brengen?
Wat had een ander daar eigenlijk mee te maken om dat aan hen te vragen?
Riley was bij de cafetaria van de studentenvereniging aangekomen. Ze had nog geen ontbijt gegeten en begon zich net te realiseren dat ze honger had. Bij het buffet pakte ze spek en eieren en schonk voor zichzelf wat sinaasappelsap en koffie in. Toen keek ze rond op zoek naar een zitplaats.
Haar oog viel al snel op Trudy, die alleen aan een tafel zat, haar ontbijt zat te eten, met haar rug naar de anderen in de ruimte gekeerd.
Riley slikte nerveus.
Had ze het lef om bij Trudy aan tafel te gaan zitten?
Zou Trudy zelfs maar met haar praten?
Ze hadden sinds gisteravond geen woord meer gewisseld toen Trudy Riley bitter had verteld om te gaan slapen.
Riley verzamelde al haar moed en manoeuvreerde zich een weg door de ruimte naar Trudy’s tafeltje. Zonder iets te zeggen zette ze haar dienblad op de tafel en ging naast haar kamergenoot zitten.
Trudy hield even haar hoofd omlaag, alsof ze Riley’s aanwezigheid niet had opgemerkt.
Ten slotte zei Trudy zonder naar Riley te kijken: ‘Ik had besloten om de bijeenkomst over te slaan. Hoe was het?’
‘Het was klote,’ zei Riley. ‘Ik had het ook moeten overslaan.’
Ze dacht even na en voegde eraan toe: ‘Heather was er ook niet.’
‘Nee,’ zei Trudy. ‘Ik hoorde dat haar ouders vanmorgen zijn gekomen en haar meteen mee naar huis hebben genomen. Ik denk dat niemand weet wanneer ze weer naar school terugkomt en óf ze überhaupt nog terug zal komen.’
Trudy keek eindelijk naar Riley en zei: ‘Heb je gehoord wat er met Rory Burdon is gebeurd?’
Riley herinnerde zich hoe Hintz haar vannacht naar Rory had gevraagd.
‘Nee,’ zei ze.
‘De politie stond gisteravond laat op de deur van zijn appartement te bonken. Rory had geen idee wat er aan de hand was. Hij wist niet eens wat er met Rhea was gebeurd. Hij was doodsbang dat hij gearresteerd zou worden en hij wist niet eens waarom. De politie heeft hem ondervraagd totdat ze er uiteindelijk achter kwamen dat hij niet de dader was en zijn toen vertrokken.’
Trudy haalde lichtjes haar schouders op en voegde eraan toe: ‘Die arme gozer. Ik had zijn naam niet aan die stomme politiechef moeten geven. Maar hij bleef maar al die vragen stellen, ik wist niet wat ik anders moest zeggen.’
Er viel een stilte tussen hen. Riley merkte dat ze aan Ryan Paige moest denken en hoe ze zijn naam aan Hintz had gegeven. Had de politie Ryan gisteravond ook een bezoekje gebracht? Het leek niet onwaarschijnlijk, maar Riley hoopte van niet.
Hoe dan ook, ze voelde zich opgelucht dat Trudy tenminste bereid was om met haar te praten. Misschien zou Riley het nu kunnen uitleggen.
Ze zei langzaam: ‘Trudy, toen de politie daar aankwam, vroeg die vrouwelijke agent me wat ik wist en ik kon er niet over liegen. Ik moest vertellen dat je gisteravond met Rhea uit was geweest. Ik moest haar ook over Cassie, Gina en Heather vertellen.’
Trudy knikte. ‘Ik snap het, Riley. Je hoeft het niet uit te leggen. Ik begrijp het. En het spijt me … Het spijt me dat ik je behandeld heb als een...’
Opeens begon Trudy stilletjes te huilen, haar tranen vielen vrijuit op het dienblad met haar ontbijt.
Ze vroeg: ‘Riley, was het mijn schuld? Wat er met Rhea is gebeurd, bedoel ik.’
Riley kon haar oren nauwelijks geloven.
‘Waar heb je het over, Trudy? Natuurlijk niet. Hoe kan het jouw schuld zijn?’
‘Nou, ik was gisteravond zo stom en dronken en ik lette niet op wat er om me heen gebeurde en ik weet niet eens meer wanneer Rhea de Centaur’s Den verliet. De andere meiden zeiden dat ze alleen was vertrokken. Misschien als ik...’
Trudy’s stem vervaagde, maar Riley wist wat ze onuitgesproken liet...
‘... misschien als ik gewoon met Rhea mee naar huis was gelopen.’
En ook Riley voelde zich vreselijk schuldig.
Ze zou zichzelf tenslotte dezelfde vraag kunnen stellen.
Áls ze niet alleen vanuit de Centaur’s Den was vertrokken en áls ze er was geweest toen Rhea zich klaarmaakte om weg te gaan en áls ze had aangeboden om met Rhea mee naar huis te lopen...
Dat woord: als...
Riley had nooit beseft hoe naar een woord zou kunnen zijn.
Trudy bleef zachtjes huilen en Riley wist niet wat ze kon doen om haar zich beter te laten voelen.
Ze vroeg zich half af waarom ze zelf niet huilde.
Natuurlijk had ze gisteravond in haar eigen bed gehuild. Maar ze had toch echt nog niet genoeg gehuild, niet om zoiets vreselijks. Er was vast nog meer gehuil voor haar in petto.
Ze zat aan haar ontbijt te plukken terwijl Trudy haar ogen afveegde, haar neus snoot en een beetje tot rust kwam.
Trudy zei: ‘Riley, ik vraag me steeds af wáárom? Waarom Rhea bedoel ik? Was het iets persoonlijks? Haatte iemand haar genoeg om haar te vermoorden? Ik zie niet eens in hoe dat mogelijk is. Niemand haatte Rhea. Waarom zou iemand Rhea haten?’
Riley gaf geen antwoord, maar ze vroeg zich hetzelfde af. Ze vroeg zich ook af of de politie al antwoorden gevonden had.
Trudy vervolgde: ‘En was het iemand die we kennen die haar vermoord heeft? Is een van ons misschien de volgende? Riley, ik ben bang.’
En weer gaf Riley geen antwoord.
Ze was er echter zeker van dat Rhea haar moordenaar had gekend. Ze wist niet waarom ze het zeker wist. Het was niet alsof ze politieagent was ofzo of echt iets over criminelen wist. Maar iets in haar onderbuik vertelde haar dat Rhea haar moordenaar had gekend