Bijna Verloren. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Bijna Verloren - Блейк Пирс страница 17
Was het een vriendschappelijk nachtkusje geweest? Of had hij er iets meer mee bedoeld? Wie zou het zeggen? Ze wist het niet zeker, maar had het gevoel dat het wel degelijk meer was. De onzekerheid maakte haar nerveus, en opgewonden tegelijk, in de goede zin van het woord. Terug op haar kamer bekeek ze de sms’jes die binnengekomen waren. Ze zag dat er eentje van Renée bijzat.
‘De vrouw zei dat ze in een telefooncel stond. Dus geen nummer, nee. Maar, als ze weer belt, zal ik haar naam vragen.’
Toen ze de tekst nog eens doorlas, viel Cassie opeens wat in. Die mysterieuze dame had vanuit een telefooncel staan bellen, bang zich kenbaar te maken, en was in contact getreden met een ex-klasgenote van Cassie, een van de weinige vriendinnen die nog in hun oude woonplaats woonde? Cassies vader woonde allang niet meer in de plaats waar ze opgegroeid waren. Hij was diverse keren verhuisd, van baan veranderd, van vriendin, en ook van telefoon, als hij die weer eens met zijn dronken kop kwijt was. Ze had in tijden geen contact meer met hem gehad en wilde hem trouwens ook niet meer zien. Hij kwam op jaren, zijn gezondheid was naar de maan en hij kreeg eindelijk zijn trekken thuis. Maar, dat hield ook in dat hij niet meer te bereiken was, bijvoorbeeld voor familie die naar hem zocht. Zijzelf zou ook niet weten waar hij nu uithing.
Er was een kleine kans – eentje die almaar groter leek, naarmate ze er langer over nadacht – dat die beller haar zus Jacqui geweest was, die er alles aan deed om Cassie op het spoor te komen. Een ex-klasgenote moest wel het enige aanknopingspunt zijn, als ze niets op sociale media deed. En ze wist dat Jacqui zich daar verre van hield. Cassie had haar dikwijls proberen te vinden, wanneer ze tijd had gehad, in de hoop dat haar speurwerk iets zou opleveren. Ze kreeg een rilling bij de gedachte dat het Jacqui kon zijn, die gebeld had. Het betekende trouwens niet dat het Jacqui naar den vleze ging. Maar dat had Cassie steeds geweten. Als ze op haar pootjes terechtgekomen was, en een vaste baan en een appartement gevonden had, dan was ze lang geleden al met Cassie in contact getreden.
Wanneer Cassie aan Jacqui dacht, dacht ze aan onbestendigheid, aan bestaansonzekerheid. Ze stelde zich voor hoe het was, een leven op het scherpst van de snede – tussen geld en armoe, drugs en ontwenning, vrienden en parasieten. Hoe slechter het haar verging, hoe moeilijker het voor Jacqui was contact te zoeken met de familie die ze in de steek gelaten had. Lieten haar omstandigheden het niet toe of schaamde ze zich voor de staat waarin ze verkeerde? Misschien was ze almaar onderweg of bleef ze liever onder de radar; stoned als een garnaal of bedelend om voedsel. Wie zou het zeggen? Cassie besloot op haar gevoel af te gaan en het risico te nemen. Dit kon immers Jacqui zijn, die contact met haar zocht. Haastig, in de wetenschap dat Ryan elk moment de wifi kon uitzetten, tekstte ze Renée.
‘Het zou mijn zus kunnen zijn. Als ze weer belt, geef haar dan alsjeblieft mijn nummer.’
Ze hoopte dat haar voorgevoel haar niet in de steek liet. Cassie sloot haar ogen, in het besef dat ze er werkelijk alles aan gedaan had om het contact te herstellen met het enige familielid voor wie ze nog warme gevoelens koesterde.
HOOFDSTUK ACHT
De volgende morgen was het een gekkenhuis. Terwijl ze de kinderen kleedde voor school, bleken er onderdelen van het schooluniform zoek, schoenen niet gepoetst en sokken ongelijk. Cassie rende van hot naar her, terwijl de kinderen tussen de bedrijven door het ontbijt naar binnen werkten. Daarna hielpen ze mee met zoeken naar de ontbrekende schoolbenodigdheden, die het weekend gebruikt leken te hebben om naar een parallel universum te migreren.
‘Ik kan mijn badge niet vinden!’ zuchtte Madison, terwijl ze haar blazer aantrok.
‘Hoe ziet zo’n ding eruit?’ vroeg Cassie ontmoedigd.
Ze had heel even de illusie gehad dat alles in kannen en kruiken was.
‘Rond en gifgroen. Zonder kan ik echt niet naar school. Ik was vorige week klasse-oudste en vandaag krijgt iemand anders ’m.’
In paniek tijgerde Cassie de hele bovenverdieping over, te beginnen in Madisons kamer. Ze vond de badge terug op de vloer van de wc. Nadat die crisis bezworen was, brulde Dylan dat zijn etui van de aardbodem verdwenen was. Pas toen ze de deur al uit waren, vond Cassie het ding tussen de wand en Broer Benjamins kooi. Ze sprintte naar de bushalte, waar beide kinderen gelukkig nog stonden te wachten. Toen de schoolbus met de beide boefjes aan boord uit het zicht verdwenen was, slaakte ze een zucht van verlichting en kon ze de herinneringen aan de gebeurtenissen van de vorige avond eindelijk de vrije loop laten. Onder het schoonmaken speelde ze de film diverse malen terug. Hij had met haar geflirt. Daar was ze zeker van. De wijze waarop hij haar had aangeraakt, haar hand gepakt, gevraagd of ze een vriend had. Dat kon op zich een onschuldige vraag zijn geweest, maar je moest het zien in de context – in samenhang met wat hij verder nog gezegd had. ‘Het zou niet correct zijn zoiets niet even te verifiëren.’
Dat was toch alleszeggend? Hij had geïnformeerd of er nog andere kapers op de kust waren. En dat kusje. Ze sloot de ogen terwijl ze eraan terugdacht, en voelde de warmte diep vanbinnen. Het was zo onverwacht geweest, zo… geweldig! Het was onschuldig genoeg, maar toch met een vleugje belofte. Tsja, zeg het maar! Ze voelde zich onzeker – dat was waar – maar het was een zalige onzekerheid.
De ochtend vloog om en Cassie besloot dat zij de avondmaaltijd deze keer zou bereiden, aangezien Ryan gezegd had laat thuis te zullen komen. Haar culinaire repertoire was vrij beperkt, maar er was een plank vol met kookboeken. Cassie koos er een met de titel Koken voor het hele gezin. Ze had klakkeloos aangenomen dat het een van Ryans boeken was, doch vond helemaal voorin een handgeschreven opdracht – Een heel fijne verjaardag, Trish. Dus dit was een van de boeken van de gewezen echtgenote, cadeau gedaan door een vriend – eentje die er niet van op de hoogte was dat het Ryan was die het koken voor zijn rekening nam. Afijn, ze had het boek niet meegenomen toen ze wegging.
Cassies gemijmer werd onderbroken toen er hard op de deur geklopt werd. Ze haastte zich naar de vestibule. Een in zwart leer gehulde man stond op de stoep. Zijn motorfiets stond geparkeerd, zag ze. Zodra Cassie opendeed, stapte de man astrant naar voren, zonder het geringste respect voor haar persoonlijke ruimte. Hij was groot, breedgeschouderd, met kortgeknipt haar en een snor, en agressief in houding, gebaar en wijze waarop hij op haar neerkeek. Ze deed onwillekeurig een stap terug. Ze wou dat ze de ketting op de deur had gedaan alvorens open te doen, maar ze had het niet nodig geacht in dit zo kleine, zo knusse dorp.
‘Is dit het huis van de familie Ellis?’
‘Ja’, antwoordde ze bijna vragend, terwijl ze zich afvroeg waarom het in hemelsnaam ging.
‘Meneer Ryan thuis?’
‘Nee, hij is aan het werk. Kan ik u misschien van dienst zijn?’
Cassie was innerlijk doodsbenauwd. Bij nader inzien had ze misschien beter kunnen zeggen dat Ryan elk ogenblik kon komen binnenvallen. Ze had geen idee wie de man was. Hij deed maar meteen of hij hier thuis was. Dat was niet de manier waarop een besteldienst te werk ging.
‘En u bent?’ vroeg de man met een grimas die in de verte wel iets weghad van een glimlach.
Hij leunde met een hand tegen de bovenkant van de deurpost.
‘Ik ben de au pair’, rechtvaardigde Cassie haar aanwezigheid.
Ze had er even niet aan gedacht dat ze zich ‘een vriend van de familie’ had moeten noemen.
‘Aha, hij heeft u ingehuurd? Een betaalde kracht dus? Waar komt u vandaan? De VS?’
Cassie was met stomheid