Het 'John Grier Home'. Джин Уэбстер

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het 'John Grier Home' - Джин Уэбстер страница 2

Het 'John Grier Home' - Джин Уэбстер

Скачать книгу

de kinderen voor te stellen, dus ging ik naar de eetzaal. Maar de eene schrik volgde op de andere! Wat een ontzetting: die kale, vaalbruine muren en met zeil bedekte tafels, en die rijen emaille kroezen en borden en al die houten banken zonder leuning, terwijl als eenige versiering de afschuwelijke spreuk boven ons aller hoofd prijkte: God de Heer behoedt U! De regent, die het gesticht hiermee verrijkte, moet wel een zeer ontwikkeld gevoel voor humor gehad hebben!

      Heusch Judy, ik wist niet dat er een plekje op onze heerlijke aarde was, zoo afgrijselijk als het John Grier Home, en toen ik daar die rijen en rijen bleeke zwijgende kinderen zag zitten, allemaal in hun blauw geruit katoenen uniform, werd ik plotseling door de groote verantwoordelijke taak, die nu op mijn schouders rustte, overweldigd. Het leek mij een onbereikbaar doel voor een enkele vrouw om zonneschijn op die honderd bleeke gezichtjes te tooveren, die arme kleine schepseltjes, die elk voor zich alleen een moeder noodig hebben om hen te koesteren en te verwennen!

      Ik ging met mijn welbekende voortvarendheid te werk, toen ik zoo maar op je plan inging, gedeeltelijk omdat je dien dag zoo welbespraakt was, maar hoofdzakelijk (dat beken ik je eerlijk), omdat Gordon Hallock me zoo brutaal in mijn gezicht uitlachte toen hij hoorde, dat ik (Sallie McBride) de uitverkoren directrice van het John Grier Home was. Alles bij elkaar heeft me gehypnotiseerd. En daarbij komt natuurlijk nog, dat ik voor het idee vuur en vlam vatte zoodra ik die zeventien gestichten had bezocht en over niets dan vondelingen en nog eens vondelingen had gelezen, zoodat ik niets liever wilde dan mijn eigen ideeën in praktijk te kunnen brengen. Maar nu verrast het me toch, dat ik hier werkelijk ben. Het is een reuzentaak, die ik op me heb genomen. De toekomst en het geluk van meer dan honderd menschenlevens ligt in mijn hand, om nog niet te gewagen van hun drie- of vierhonderd kinderen en meer dan duizend kleinkinderen en zoo kan ik wel doorgaan. Het is gewoonweg vreeselijk! Hoe zal ik het ooit tot een goed einde brengen! Och Judy, toe, kijk naar een andere directrice uit!

      Jane zegt dat het al etenstijd is, maar nadat ik het genoegen smaakte twee van de gestichtsmaaltijden te nuttigen, prikkelt het vooruitzicht op een derde mij niet bijzonder.

* * * * *

      Later: De staf kreeg schapenvleesch met spinazie en tapiocapudding toe. Wat de kinderen kregen verzwijg ik maar liever.

      O, ik zei je nog niets van mijn eerste officieele speech aan de ontbijttafel! Ik begon over alle heerlijke veranderingen uit te wijden, die nu in het John Grier Home zouden plaats vinden, dank zij de edelmoedigheid van den Heer Jervis Pendleton, den President der Regenten en van Mevrouw Pendleton, de lieve Tante Judy van elken jongen en van elk meisje in huis.

      Kom alsjeblieft er niet tegen in opstand, dat ik de Pendletonfamilie zoo breedsprakig naar het front liet treden, ik deed het simpel uit politieke beweegredenen. Daar de heele staf van het gesticht aanwezig was, achtte ik het een schitterende gelegenheid om hen erop te wijzen, dat alle veranderingen en nieuwe instellingen niet uit mijn brein voortspruiten, doch rechtstreeks door de oppermacht in het leven worden geroepen.

      De kinderen luisterden met open mond, en wijd geopende oogen staarden me uit elk bleek gezichtje aan. De verraderlijke kleur van mijn haar zoowel als mijn brutale wipneus blijken geheel ongewone attributen van een vondelingengesticht-directrice te zijn. Ook mijn collega's gaven er openlijk blijk van, dat zij mij veel en veel te jong vonden en te onervaren om zulk een taak van gewicht te vervullen.

      Ik heb Jervis' prachtexemplaar van een Schotschen dokter nog niet mogen zien maar ik verzeker je, dat hij wel erg interessant en buitengemeen moet zijn om tegen de rest van de lui hier op te wegen. Vooral tegen de inspectrice van de kinderkamer, Miss Snaith! We kwamen al dadelijk in hevige botsing over het zeer gewone onderwerp: "Versche Lucht", maar ik ben nu eenmaal vast van plan om het heele gebouw van dien vreeselijken gestichtsstank te bevrijden, al zou ook elk kind in een ijsmonument veranderen.

      Het was een verrukkelijk zonnige sneeuwwinternamiddag en ik had orders gegeven, dat die duffe, bedompte speelkamer gesloten moest worden en alle kinderen buiten mochten spelen.

      "Ze jaagt ons het huis uit", hoorde ik een vondelingetje pruttelen, terwijl hij wanhopige pogingen aanwendde om in een minstens twee jaar te klein overjasje te kruipen.

      En allen stonden ze daar voor het huis op een rij, gekleed en wel, geduldig wachtend op het oogenblik dat ze weer bij de gratie Gods naar binnen mochten komen. Zoo stonden ze daar op een rij en speelden geen krijgertje, en gooiden geen sneeuwballen en wreven elkaar zelfs niet met sneeuw in, niets van dat al, die stumperds weten zelfs niet wat spelen is!

* * * * *

      Nog later.

      Ik begin al met het prettige werk om je geld uit te geven. Vanmiddag heb ik elf kruiken gekocht (de heele voorraad van het dorp) en ook een paar wollen dekens en gewatteerde dekens, en nu staan de ramen in de baby-slaapkamer wijd open. Die arme hummeltjes genieten op het oogenblik het tot nu toe voor hen ongekende genot, om tenminste 's nachts versche lucht in te kunnen ademen.

      Er zijn wel een honderdduizend dingen, waarover ik te keer zou willen gaan, maar het is al half elf en Jane bromt dat ik nu eindelijk naar bed moet.

Je gehoorzameSallie McBride.

      P.S. Voor ik eronder kroop, trippelde ik nog even de gang door om me ervan te overtuigen, dat alles in orde was en wat denk je wel, dat ik daar moest ontdekken? Miss Snaith, die stiekem probeerde de ramen van de baby-kamer te sluiten. Zoodra ik voor haar een mooie plaats in een dameshofje weet, stuur ik haar daarheen.

      Jane neemt me de pen uit mijn hand. Ik gehoorzaam wijselijk.

Slaap wel!John Grier Home,20 Februari.

      Lieve Judy,

      Dr. Robin MacRae liep van middag hier aan om met de nieuwe directrice kennis te maken. Toe Judy, vraag hem bij zijn eerste bezoek in New-York ten eten, dan kun je zelf zien, wat je echtgenoot heeft gedaan! Jervis heeft het heel en al mis wanneer hij werkelijk denkt, dat een van de voornaamste voordeelen, aan mijn positie hier verbonden, het dagelijksch discours met een man van Dr. MacRae's beschaving en karakter en geleerdheid en charme is.

      Hij is lang en mager, met zandkleurig haar en koude, grijze oogen. Gedurende het uur, dat hij in mijn gezelschap doorbracht (ik was werkelijk heel levendig), kwam er geen schaduw van een glimlach over de rechte lijn van zijn vastbesloten mond. Kan er licht uitgaan van zulk een sombere natuur? Ik geloof het niet, maar in elk geval zou ik graag weten, wat er toch met dien man gebeurd is. Heeft hij de een of andere afgrijselijke misdaad achter den rug of is zijn natuur slechts zoo door zijn Schotsche afkomst? Hij is even gezellig en onderhoudend als een granieten grafsteen!

      Klaarblijkelijk houdt onze dokter niet meer van mij dan ik van hem. Hij denkt dat ik frivool en inconsequent ben en absoluut ongeschikt voor de vertrouwenspositie, die ik hier inneem. Ik durf er op te wedden, dat Jervis nu al een brief van hem heeft met het verzoek om mij van hier weg te sturen.

      Wat de conversatie betrof, hier waren wij het roerend eens. Hij besprak lang en breed de verantwoordelijkheid die op de schouders van de directrice rust, betreffende het physieke en moreele welzijn van de haar toevertrouwde kinderen, terwijl ik mijn ontevredenheid uitte over de afschuwelijke wijze, waarop onze kinderen hun haar dragen.

      Om dit te bewijzen, riep ik Sadie Kate naar binnen, mijn speciaal boodschappenvondelingetje. Haar haar is stijf naar achteren getrokken en eindigt in twee vastgevlochten staartjes. Maar Dr. MacRae schijnt hier weinig om te geven. Zijn grootste zorg is de toestand van de magen van onze kinderen. Wij hebben ook het onderwerp van roode onderrokken uitvoerig besproken. Ik vind, dat geen meisje eenig zelfrespect kan hebben, wanneer haar roode onderrok ruim 3 c.M. onder haar blauw geruit katoenen jurk uitkomt, maar hij meent, dat roode vondelingen-onderrokken heel lekker warm en tevens hygiënisch zijn. Ik voorzie een strijd op leven en dood voor de nieuwe directrice.

      Maar toch is er met het oog op den dokter één ding,

Скачать книгу