Aenmerkinge op de Missive van Parnas. Unknown
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Aenmerkinge op de Missive van Parnas - Unknown страница 2
Maer om eens op te halen, waer van daen dese Parnas-bende de occasie genomen heeft, het Hof aen te wryven dese calumnie, van sich te qualificeren Præsidem provinciæ, soo is het inder daed soo, dat Mr. Willem Stoop, Schout van Dordrecht, schriftelik dolerende over sijne suspensie, by het Hof gedaen, poseerde twee saken, van welke het eene was, dat hem by den Hove ware gelast, op de Articulen hem voorgehouwen werdende, soo te antwoorden, als hy met de Ede sou konnen verklaren. Het tweede, dat hy niet en wist, wie voor het Hof syne beschuldigers of aenklagers ware geweest. Waer op by Commissarisen vanden Hove is geantwoord, dat het eerste eene loutere onwaerheyd was, ende sodanige eene onwaerheyd, die genoeghsaem sich selven refuteerde. Want dat het eene seer bekende sake was, dat niemand wierde gelast onder Ede te verklaren, die tot sijnen eygen laste wierde gehoort. Soo dat hy een Rechtsgeleerde ende Officier sijnde men niet ken denken sodanigen saek te ignoreren, ende te vergeefs men dieshalven sou gesoght hebben hem met eene Blaes met bonen vervaert te maken. Op het twede is by gemelte Commissarisen geantwoord dat het niet nieuw en is, dat jemand sonder aanklager ofte beschuldiger wierde gecondemneert. Ende dat daer in tot een exempel kon dienen Claudius Gorgus, quicum esset vir Clarissinius, nemine accusante, lenocinii damnatus est a Divo Severo. Waar van wy den text hebben in l. 2. §. 6. de aduls. Daer is by gevoeght, dat tot deselve wijs van Procederen behoort, het gene wy in jure hebben geordineert de Præsidibus, curare nempe eos debere, ut malis hominibus provincia careat, eosque conquirant. Waer van de text is in l. 13. ff. de officio prasidis. Waer mede over een komt het gene dat'er staet in l. 4 § 2. ff peculat. Mandatis cavetur, ut Prefides Sacrileges, latrones , plagiarios conquirant, & ut quisque deliquerit, in eum animadvertant. Illis enim qui conquirere tenentur, non est expectandus accusator. Cesiantes enim in inquirendo mandata Principum transgediuntur, & in animadversionem eorum incurrunt. Indien men nu hier uyt magh besluyten, dat'et Hof is de Keyser Severus, soo magh men oock wel daer uyt besluyten, dat het Hof is Præses provinciæ, ende dat Holland als eene geconquesteerde Provincie aen het selve onderworpen is. Maer soo het eerste niet geseyt of geconcludeert en kan werden, als by geprosesside Sottebollen, alsoo ook niet het twede. Wie heeft oyt dus geargumenteert, soo heeft de Keyser geprocedeert, ende soo heeft geprocedeert de Præses, ende soo oock procedeert het Hof, ergo soo is het Hof de Keyser, of het Hof is de Præses. Maer seer wel, soo heeft de Keyser geprocedeert, en soo heeft geprocedeert de Præses, ergo en is het niet nieuws dat het Hof mede soo procedeert, mits evenwel blyvende yder in de palen van sijne Jurisdictie. Gelijck het Hof in dese saeck van Mr. Willem Stoop heeft gedaen, obseiverende daer in hetgene Keyser Carel tot tweemalen heeft geordineert eerst in de Instructie van den Hove geëmaneert in den jare 1521, ende daer na inden jare 1531. Daer wel uytdruckelick staet: De Stadthouwer Præsident en Raden sullen naerstelick monsteren, om te vernemen de abusen ende delicten vande Bailluwen, ende andre Officiers, ende deselve gehoort sijnde te corrigeren, na exigentie van saken.
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.