Het Urantia Boek. Urantia Foundation

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation страница 240

Автор:
Серия:
Издательство:
Het Urantia Boek - Urantia Foundation

Скачать книгу

verrichten ook vele essentiële taken in de grensgebieden op de morontia-opleidingswerelden en zij worden in groten getale aangesteld bij de dienst der Morontia-Metgezellen. Zij betekenen voor de morontia-werelden ongeveer wat de middenschepselen betekenen voor de evolutionaire planeten. Op de bewoonde werelden werken deze morontia-cherubijnen dikwijls samen met de middenschepselen. Cherubijnen en middenschepselen zijn wezens van duidelijk andere orden; zij zijn van verschillende afkomst, doch vertonen een grote gelijkenis in natuur en functie.

      38:8.1 (423.1) Voor cherubijnen en sanobijnen staan talrijke wegen tot gevorderd dienstbetoon open die tot een verhoging van status kunnen leiden, en deze kan nog hoger worden door de omhelzing van de Goddelijke Hulp en Bijstand. Met betrekking tot het evolutionaire potentieel bestaan er drie grote categorieën cherubijnen en sanobijnen.

      38:8.2 (423.2) 1. Opklimmingskandidaten. Deze wezens zijn van nature kandidaten voor de status van serafijn. Cherubijnen en sanobijnen van deze orde zijn briljante wezens, ofschoon zij qua inherente gaven niet gelijk zijn aan de serafijnen; door ijver en ervaring is het voor hen echter mogelijk om volle serafijnse status te bereiken.

      38:8.3 (423.3) 2. Cherubijnen der Middenfase. Niet alle cherubijnen en sanobijnen zijn gelijk qua opklimmingspotentieel, en dit zijn de van nature beperkte schepselen onder de engelen. De meesten zullen cherubijnen en sanobijnen blijven, ofschoon de meer getalenteerden onder hen wel zover kunnen komen dat zij beperkte serafijnse diensten mogen verrichten.

      38:8.4 (423.4) 3. Morontia-Cherubijnen. Deze ‘vierde schepselen’ van de engelenorden behouden altijd hun halfmateriële kenmerken. Samen met de meerderheid van hun broeders in de middenfase, zullen zij cherubijnen en sanobijnen blijven, in afwachting van de voltooiing van de factualisering van de Allerhoogste.

      38:8.5 (423.5) Ofschoon de tweede en derde groep enigszins beperkt zijn in hun mogelijkheden tot groei, kunnen de kandidaten voor opklimming de hoogten van de universele serafijnse dienst bereiken. Velen van deze meer ervaren cherubijnen worden toegevoegd aan de serafijnse bestemmingsbehoeders en komen zo rechtstreeks in aanmerking om bevorderd te worden tot de status van Woningwereld-Leraren wanneer zij door hun serafijnse senioren worden verlaten. Bestemmingsbehoeders werken zonder de assistentie van cherubijnen en sanobijnen wanneer hun sterfelijke pupillen het morontia-leven bereiken. En wanneer evolutionaire serafijnen van andere typen mogen doorgaan naar Seraphington en het Paradijs, moeten ook zij hun vroegere ondergeschikten achterlaten als zij de grenzen van Nebadon passeren. Deze verlaten cherubijnen en sanobijnen worden gewoonlijk omhelsd door de Moeder-Geest van het Universum en bereiken daardoor een niveau dat gelijkstaat aan dat van een Woningwereld-Leraar, wat betreft de serafijnse status die wordt bereikt.

      38:8.6 (423.6) Als de eenmaal omhelsde cherubijnen en sanobijnen lang als Woningwereld-Leraren hebben gediend op de morontia-werelden, van de laagste tot de hoogste, en wanneer hun korps op Salvington overbezet raakt, roept de Blinkende Morgenster deze trouwe dienaren van de schepselen uit de tijd op, om voor hem te verschijnen. Hen wordt de eed van persoonlijkheidstransformatie afgenomen, en vervolgens worden deze gevorderde, oudere cherubijnen en sanobijnen in groepen van zevenduizend opnieuw omhelsd door de Moeder-Geest van het Universum. Uit deze tweede omhelzing komen zij als volwassen serafijnen te voorschijn. Voortaan staat de volle en complete serafijnse loopbaan, met al zijn Paradijs-mogelijkheden, open voor deze wedergeboren cherubijnen en sanobijnen. Deze engelen kunnen worden aangesteld als bestemmingsbehoeders van stervelingen, en indien hun sterfelijke pupil tot overleving komt, komen zij in aanmerking om bevorderd te worden naar Seraphington en de zeven cirkels die serafijnen kunnen doorlopen, en zelfs naar het Paradijs en het Korps der Volkomenheid.

      38:9.1 (424.1) De middenschepselen worden op drie verschillende wijzen geklassificeerd. In eigenlijke zin worden zij ingedeeld bij de opklimmende Zonen van God; feitelijk worden zij gerekend tot de orden der permanente burgers, terwijl zij qua functie worden gerekend tot de dienende geesten in de tijd, vanwege hun nauwe, doeltreffende associatie met de engelenscharen bij het werk van het dienen van de sterfelijke mens op de individuele werelden in de ruimte.

      38:9.2 (424.2) Deze uitzonderlijke schepselen verschijnen op de meeste bewoonde werelden en worden altijd aangetroffen op de decimale planeten zoals Urantia, waar met het leven wordt geëxpe-rimenteerd. Middenschepselen komen voor in twee soorten — primaire en secundaire — en verschijnen door middel van de navolgende technieken:

      38:9.3 (424.3) 1. Primaire Middenwezens, de meer geestelijke groep, vormen een enigszins gestandaardiseerde orde van wezens, die uniform afstammen van de gemodificeerde opklimmend-sterfelijke stafleden van de Planetaire Vorsten. Het aantal der primaire middenschepselen bedraagt altijd vijftigduizend, geen enkele planeet die hun dienstbetoon geniet, beschikt over meer.

      38:9.4 (424.4) 2. Secundaire Middenwezens, de meer materiële groep van deze schepselen, verschillen sterk in aantal op de onderscheiden werelden, ofschoon het gemiddelde omstreeks vijftigduizend bedraagt. Zij stammen op uiteenlopende wijzen af van de planetaire biologische verheffers, de Adams en Eva’s, of van het onmiddellijke nageslacht van hen. Er bestaan niet minder dan vierentwintig verschillende technieken die worden toegepast om deze secundaire middenschepselen voort te brengen op de evolutionaire werelden in de ruimte. De ontstaanswijze van deze groep op Urantia is ongewoon geweest en van uitzonderlijke aard.

      38:9.5 (424.5) Geen van beide groepen is een toevallig voortbrengsel van de evolutie; beide vormen een essentieel onderdeel van de tevoren vastgestelde plannen van de architecten van het universum, en zij verschijnen in het geschikte tijdsgewricht op de evoluerende werelden, in overeenstemming met de oorspronkelijke ontwerpen en ontwikkelingsplannen van de superviserende Levendragers.

      38:9.6 (424.6) Primaire middenwezens worden verstandelijk en geestelijk van energie voorzien door de techniek der engelen en hun verstandelijke status is uniform. De zeven assistent-bewustzijnsgeesten maken geen contact met hen; alleen de zesde en zevende, de geest van godsverering en de geest van wijsheid, kunnen de secundaire groep bijstaan.

      38:9.7 (424.7) Secundaire middenwezens worden van fysische energie voorzien door de Adamische techniek, in geestelijke circuits opgenomen door de serafijnse techniek, en zijn verstandelijk begiftigd met de morontia-overgangsvorm van bewustzijn. Zij zijn onderverdeeld in vier fysische typen, zeven geestelijke orden, en twaalf niveaus van verstandelijke respons op de gezamenlijke bijstand van de laatste twee assistent-bewustzijnsgeesten en het morontia-bewustzijn. Deze verschillen bepalen de diversiteit in hun activiteiten en in hun planetaire aanstellingen.

      38:9.8 (424.8) Primaire middenschepselen lijken meer op engelen dan op stervelingen, de secundaire orden lijken veel meer op mensen. Zij verlenen elkaar wederzijds onschatbare bijstand bij de uitvoering van hun veelsoortige planetaire taken. De primaire helpers kunnen coöperatieve verbindingen tot stand brengen met controleurs van zowel morontia- als geest-energie en met de wezens die bewustzijn in circuits brengen. De secundaire groep kan slechts werkverbindingen tot stand brengen met de fysische controleurs en de bewerkers van materiële circuits. Aangezien echter beide orden der middenschepselen volmaakte synchronie van contact tot stand kunnen brengen met de ander, kunnen beide groepen daardoor een praktisch gebruik maken van het gehele energie-gamma, van de grove fysische kracht van de materiële werelden, via de overgangsfasen van universum-energieën, tot de hogere geest-werkelijkheidskrachten van de hemelse gebieden.

      38:9.9 (425.1) De kloof tussen de materiële en de geestelijke werelden wordt volmaakt overbrugd door de seriële associatie van sterfelijk mens, secundair middenwezen, primair middenwezen, morontia-cherubijn, midden-fase cherubijn en serafijn. In de persoonlijke ervaring van een individuele sterveling worden deze verschillende niveaus ongetwijfeld min of meer geünifieerd en persoonlijk zinvol gemaakt door de onopgemerkte, mysterieuze handelingen van de goddelijke Gedachtenrichter.

Скачать книгу