Burgerlijk Wetboek boek 1. Nederland

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Burgerlijk Wetboek boek 1 - Nederland страница 6

Burgerlijk Wetboek boek 1 - Nederland

Скачать книгу

deze door of vanwege de burgemeester van de gemeente alwaar de akte van overlijden moet worden opgemaakt.

      6. In de gevallen bedoeld in artikel 19f, tweede en derde lid, geschiedt de aangifte door de hulpofficier van justitie.

      Artikel 19i

      1. Wanneer een kind levenloos ter wereld is gekomen, wordt een akte opgemaakt, die in het register van overlijden wordt opgenomen.

      2. Wanneer een kind binnen de in artikel 19e, zesde lid, bepaalde termijn is overleden voordat aangifte van de geboorte is geschied, wordt zowel een akte van geboorte als een akte van overlijden opgemaakt.

      3. In de in de vorige leden bedoelde gevallen is ten aanzien van de aangifte het bepaalde in artikel 19h van overeenkomstige toepassing. In het in het tweede lid bedoelde geval blijft artikel 19e buiten toepassing.

      4. In het geval, bedoeld in het eerste lid, verstrekt de ambtenaar van de burgerlijke stand aan het Centraal Bureau voor de Statistiek zo spoedig mogelijk de gegevens betreffende dat kind, die zijn vermeld in het daartoe door hem te gebruiken formulier dat door Onze Minister van Veiligheid en Justitie is vastgesteld.

      Artikel 19j

      1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld al wat betreft de aan de ambtenaar over te leggen stukken, het opmaken van de akten, onderscheidenlijk de voorlopige akten van geboorte en van overlijden, en de inhoud daarvan.

      2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt tevens geregeld:

      a. op welke wijze en waar de akten van geboorte en van overlijden zullen worden opgemaakt en ingeschreven wanneer dit ten gevolge van een verbod van verkeer of ten gevolge van andere buitengewone omstandigheden niet op de gewone wijze kan geschieden; en

      b. op welke wijze en waar overlijdensakten zullen worden opgemaakt van militairen en van andere personen, die tot de krijgsmacht behoren en die te velde, in de slag, of in ’s Rijks dienst buiten Nederland zijn overleden.

      Artikel 19k

      1. Een ieder die zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn woonplaats verzoeken om afgifte van een attestatie de vita opgesteld overeenkomstig bijlage 1 van de op 10 september 1998 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de afgifte van een attestatie de vita (Trb. 2004, 283).

      2. De verzoeker verschijnt in persoon voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn woonplaats, dan wel voor de daartoe in Nederland bevoegde diplomatieke of consulaire autoriteit, tenzij hij in de onmogelijkheid hiertoe verkeert. Hij toont zijn identiteit aan aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

      3. De attestatie de vita is gedurende zes maanden geldig, te rekenen vanaf de datum van afgifte. Zij is vrijgesteld van de vereisten van vertaling en van legalisatie dan wel van enig soortgelijk formeel vereiste.

      4. De attestatie de vita wordt afgegeven in de Nederlandse taal en in de Franse taal. Op verzoek wordt daarbij tevens afgegeven:

      a. de lijst van coderingen en de vertaling ervan in de officiële taal of in één van de officiële talen van het land waar de attestatie overgelegd zal worden, of

      b. de vertaling in de officiële taal of in één van de officiële talen van de landen die bij de in het eerste lid genoemde Overeenkomst partij zijn. De vertaling wordt uitgevoerd overeenkomstig de in de bijlage bij de Overeenkomst vastgestelde termen.

      5. Iedere belanghebbende kan met betrekking tot een attestatie de vita die is afgegeven in een ander land dat partij is bij de in het eerste lid genoemde Overeenkomst, de ambtenaar van de burgerlijke stand in zijn woonplaats dan wel de daartoe in Nederland bevoegde diplomatieke of consulaire autoriteit verzoeken om afgifte van:

      a. een vertaling van de coderingen in het Nederlands, of

      b. een vertaling van de attestatie de vita in het Nederlands.

Afdeling 5. Latere vermeldingen

      Artikel 20

      1. De ambtenaar van de burgerlijke stand voegt aan de onder hem berustende akten van de burgerlijke stand latere vermeldingen toe van akten van de burgerlijke stand en andere authentieke akten houdende naamskeuze, erkenning, ontkenning van het vaderschap of moederschap door de moeder, van besluiten houdende wijziging of vaststelling van namen, van bevestigingen van opties mede houdende vaststelling van namen en naturalisatiebesluiten mede houdende wijziging of vaststelling van namen alsmede van besluiten tot intrekking van zulke bevestigingen of besluiten, van de opgave van afwijkende namen die een persoon die meer dan één nationaliteit bezit, voert in overeenstemming met het recht van het land waarvan hij mede de nationaliteit bezit, van akten houdende beëindiging van een geregistreerd partnerschap, van akten van omzetting van een geregistreerd partnerschap, wijziging van de vermelding van het geslacht na een aangifte als bedoeld in artikel 28, alsmede van rechterlijke uitspraken waarvan de dagtekening ten minste drie maanden oud is en die inhouden:

      a. een last tot wijziging van de voornamen of van de geslachtsnaam, een adoptie, een herroeping van een adoptie, een vernietiging van een erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap, een gegrondverklaring van een ontkenning van het vaderschap of moederschap of, of een vernietiging van zulk een uitspraak;

      b. de nietigverklaring van een huwelijk of van een geregistreerd partnerschap of de vernietiging van zulk een uitspraak tussen echtelieden of geregistreerde partners wier huwelijksakte onderscheidenlijk akte van een geregistreerd partnerschap, dan wel akte van omzetting van een geregistreerd partnerschap of huwelijk in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is opgenomen.

      2. De ambtenaar van de burgerlijke stand voegt eveneens aan de onder hem berustende akten van de burgerlijke stand latere vermeldingen toe van in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken die een echtscheiding of een ontbinding van een geregistreerd partnerschap, een ontbinding van een huwelijk na scheiding van tafel en bed of de vernietiging van zulk een uitspraak tussen echtelieden wier huwelijksakte, akte van registratie van een partnerschap of akte van omzetting van een geregistreerd partnerschap of huwelijk in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is opgenomen, inhouden.

      Artikel 20a

      1. De in artikel 20 bedoelde latere vermeldingen, met uitzondering van de vermeldingen bedoeld in het eerste lid, onder b, alsmede van de vermeldingen houdende beëindiging van een geregistreerd partnerschap en van de vermeldingen van een omzetting van een geregistreerd partnerschap, worden toegevoegd aan de geboorteakte van de betrokken persoon. Van een wijziging of vaststelling van de geslachtsnaam wordt tevens een latere vermelding toegevoegd aan de geboorteakten van de kinderen van de betrokken persoon, voor zover de wijziging of vaststelling zich tot hen uitstrekt.

      2. De in artikel 20, eerste lid, onder b, en tweede lid, bedoelde latere vermeldingen alsmede de in de aanhef van artikel 20, eerste lid, bedoelde beëindiging van een geregistreerd partnerschap en de daar bedoelde omzetting, worden toegevoegd aan de huwelijksakte dan wel aan de akte van registratie van een partnerschap van de betrokken persoon.

      3. Wanneer als gevolg van het huwelijk of van de echtscheiding een verandering intreedt in de geslachtsnaam van een persoon, wordt hiervan, voorzover zij niet in de huwelijksakte is vermeld, aan deze akte een latere vermelding toegevoegd. Tevens wordt daarvan een latere vermelding toegevoegd aan de geboorteakte van de betrokkene en de geboortenakten van diens kinderen, voor zover hun naam eveneens verandert.

      Artikel

Скачать книгу