Wet op de omzetbelasting – OB (Wet OB, Wet OB 1968). Nederland
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Wet op de omzetbelasting – OB (Wet OB, Wet OB 1968) - Nederland страница 3
Artikel 3a
1. Met een levering van een goed onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt gelijkgesteld de overbrenging door een ondernemer van een eigen goed van zijn bedrijf naar een andere lid-staat.
2. Overbrenging van een goed naar een andere lid-staat is het verzenden of vervoeren van het goed voor bedrijfsdoeleinden, door of voor rekening van de ondernemer, voor zover het goed niet:
a. door de ondernemer wordt geleverd in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel f, of wordt geleverd met toepassing van artikel 5a, eerste lid;
b. door de ondernemer wordt geleverd met toepassing van artikel 5, eerste lid, onderdeel c;
c. door de ondernemer wordt geleverd met toepassing van artikel 9, tweede lid, onderdeel b;
d. [vervallen;]
e. wordt gebruikt ten behoeve van een aan de ondernemer verleende dienst, bestaande in werkzaamheden met betrekking tot dat goed, die feitelijk plaatsvinden in de lid-staat van aankomst van de verzending of het vervoer, mits dat goed na de werkzaamheden wordt verzonden naar de ondernemer in de lid-staat waarvandaan het oorspronkelijk is verzonden of vervoerd;
f. tijdelijk wordt gebruikt in de lid-staat van aankomst van de verzending of het vervoer ten behoeve van een door de ondernemer verrichte dienst;
g. voor een periode van ten hoogste 24 maanden wordt gebruikt in de lid-staat van aankomst van de verzending of het vervoer, wanneer de invoer van hetzelfde goed uit een derde-land met het oog op tijdelijk gebruik in aanmerking zou komen voor de regeling voor tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van rechten bij invoer; of
h. bestaat in gas dat via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net wordt geleverd onder de voorwaarden van artikel 5b, in warmte of koude dat via warmte- of koudenetten onder die voorwaarden wordt geleverd dan wel in elektriciteit die wordt geleverd onder die voorwaarden.
3. In geval ten aanzien van een goed als bedoeld in het tweede lid, aanhef, en onderdelen a tot en met h, op enig tijdstip niet meer wordt voldaan aan de in het van toepassing zijnde onderdeel gestelde voorwaarden, wordt het goed geacht op dat tijdstip te zijn overgebracht naar een andere lid-staat.
Artikel 4
1. Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen in de zin van artikel 3.
2. Met een dienst verricht onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, worden gelijkgesteld:
a. het gebruiken van een tot het bedrijf behorend goed voor privé-doeleinden van de ondernemer of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, wanneer voor dit goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan;
b. het om niet verrichten van diensten door de ondernemer voor eigen privé-doeleinden of voor privé-doeleinden van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.
3. Ter voorkoming van ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen worden voorts met een dienst verricht onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, gelijkgesteld de bij ministeriële regeling aan te wijzen verrichtingen door ondernemers binnen hun bedrijf, in gevallen waarin die ondernemers, indien zij die verrichtingen door andere ondernemers zouden laten doen, de belasting niet of niet geheel in aftrek zouden kunnen brengen.
4. Diensten welke worden verleend door tussenkomst van een commissionair of dergelijke ondernemer die overeenkomsten sluit op eigen naam maar op order en voor rekening van een ander, worden geacht aan en vervolgens door die ondernemer te zijn verleend.
Artikel 5
1. De plaats waar een levering wordt verricht, is:
a. ingeval het goed in verband met de levering, anders dan in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel f, wordt verzonden of vervoerd, de plaats waar de verzending of het vervoer aanvangt;
b. in andere gevallen de plaats waar het goed zich bevindt op het tijdstip van de levering;
c. in afwijking van onderdeel b, in geval van een levering van goederen aan boord van een schip, vliegtuig of trein en tijdens het gedeelte van een binnen de Gemeenschap verricht passagiersvervoer, de plaats van vertrek van het vervoer van passagiers.
2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, worden, in de gevallen waarin de plaats van vertrek van de verzending of het vervoer van de goederen in een derde-land ligt, de plaats waar de levering wordt verricht alsmede de plaats waar eventuele volgende leveringen worden verricht, geacht in de lid-staat van invoer van de goederen te liggen, voor zover de goederen door de leverancier of in diens opdracht worden ingevoerd.
Artikel 5a
1. In afwijking van artikel 5, eerste lid, onderdeel a, wordt de levering van goederen, andere dan nieuwe vervoermiddelen en andere dan goederen die worden geleverd met toepassing van een van de in de artikelen 312 tot en met 325 en 333 tot en met 340 van de BTW-richtlijn 2006 bedoelde bijzondere regelingen, die, direct of indirect, door of voor rekening van de ondernemer die de levering verricht worden verzonden of vervoerd uit een andere lid-staat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer, verricht op de plaats van aankomst van de verzending of het vervoer.
2. Het eerste lid is alleen van toepassing op de levering van goederen aan afnemers als bedoeld in artikel 33, lid 1, onder a, van de BTW-richtlijn 2006.
3. Indien de in het eerste lid bedoelde goederen worden verzonden of vervoerd uit een derde-land en door de ondernemer die de levering verricht worden ingevoerd in een andere lid-staat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer, worden deze goederen geacht te zijn verzonden of vervoerd vanuit de lid-staat van invoer. Artikel 5, tweede lid, is niet van toepassing.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op leveringen van goederen, andere dan accijnsgoederen, die worden verzonden of vervoerd naar eenzelfde lid-staat, voor zover het totaal van de vergoedingen ter zake van deze leveringen in het lopende kalenderjaar niet meer beloopt dan het bedrag dat hiervoor bij ministeriële regeling voor die lid-staat is aangewezen, mits het totaal van de vergoedingen ter zake van dergelijke leveringen in het voorafgaande kalenderjaar niet meer heeft belopen dan dit bedrag. Voor goederen die worden verzonden of vervoerd naar Nederland geldt een drempelbedrag van € 100 000.
5. Ondernemers die leveringen verrichten als bedoeld in het vierde lid kunnen aan de inspecteur verzoeken om dat lid op hen niet van toepassing te doen zijn. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor twee kalenderjaren. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld inzake de toepassing van dit lid.
Artikel 5b
1. Ingeval de levering van gas via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net, van warmte of koude via warmte- of koudenetten of van elektriciteit wordt verricht aan een ondernemer die wederverkoper is, wordt die levering,