Een Droom Van Stervelingen . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Een Droom Van Stervelingen - Морган Райс страница 13

Een Droom Van Stervelingen  - Морган Райс De Tovenaarsring

Скачать книгу

klonk een lieve, zachte stem in de duisternis.

      Thor keek en zag Engel met tranen van vreugde in haar ogen en hij voelde hoeveel ze om hem gaf.

      “Je bent haar je leven schuldig,” zei Indra. “Toen ze jou lossneden, was zij diegene die achter je aan dook en je terugbracht. Zonder haar moed zou je hier nu niet zitten.”

      Thor bekeek Engel met hernieuwd respect en een nieuw gevoel van dankbaarheid en toewijding.

      “Kleine, ik zal een manier vinden om je terug te betalen,” zei hij tegen haar.

      “Dat heb je al gedaan,” zei ze en hij zag hoe zeer ze het meende.

      “Betaal haar maar door ons hieruit te krijgen,” zei Indra en zij worstelde geïrriteerd met haar bindingen. “Die bloedzuigende piraten zijn het laagste van het laagste. Ze hebben ons al drijvend op zee gevonden en bonden ons vast terwijl we nog bewusteloos van die storm waren. Als ze ons één op één geconfronteerd hadden, was het een heel ander verhaal.”

      “Het zijn lafaards,” zei Matus. “Net als alle piraten.”

      “Ze hebben ons ook onze wapens afgenomen,” voegde O'Connor toe.

      Thor's hart sloeg over toen hij plotseling aan zijn wapens dacht, zijn uitrusting, het Zwaard des Doods.

      “Maak je maar geen zorgen,” zei Reece toen ze zijn gezicht zag. “Onze wapenuitrusting is door de storm heen gekomen – ook die van jou. Het ligt ten minste niet op de bodem van de zee. Maar de piraten hebben ze. Kijk maar door de kieren.

      Thor tuurde door de kieren en zag al hun wapens op het dek, naast elkaar gelegd onder de zon en de piraten drommen er omheen. Hij zag Elden's strijdbijl en O'Connors gouden boog, Reece's hellebaard en Matus's vlegel, Indra's speer en Selese's zak met zand – en zijn eigen Zwaard des Doods. Hij zag de piraten met hun handen op hun heupen, die neerkeken en ze met vrolijkheid onderzochten.

      “Ik heb nog nooit zo een zwaard als die gezien,” zei één van hen tegen de ander.

      Thor liep van woede rood aan toen hij de piraat zag hoe hij zijn zwaard met zijn voet porde.

      “Ziet eruit alsof het van een Koning was,” zei een ander die naar voren stapte.

      “Ik vond hem het eerste, het is van mij,” zei de eerste.

      “Je zal me ervoor moeten doden,” zei de ander.

      Thor zag hoe de mannen elkaar grepen, hoorde een luide bons toen ze beiden worstelend op het dek vielen, de andere piraten joelden terwijl ze om hen gingen staan. Ze rolden heen en weer, stompend en stotend, de anderen hitsten ze op. Tenslotte zag Thor bloed door de kieren druppelen en hij zag hoe de ene piraat het hoofd van de andere meerdere keren sloeg.

      De anderen juichten, ze genoten ervan.

      De piraat die had gewonnen, een man zonder shirt en een stevig torso met een lang litteken langs zijn borst, stond op. Hij ademde hard en liep naar het Zwaard des Doods. Terwijl Thor keek, bukte hij, pakte het op en hield het zegevierend omhoog. De anderen juichten.

      Thor werd razend bij het aanzicht. Dit uitschot hield zijn zwaard vast, een zwaard bedoelt voor een Koning. Een zwaard waar hij zijn leven voor had geriskeerd om het te verdienen. Een zwaard die aan hem was gegeven en aan geen ander.

      Toen klonk er een plotseling geschreeuw en Thor zag hoe het gezicht van de piraat ineens huiverde van doodsangst. Hij riep het uit en gooide het zwaard neer, alsof hij een slang vasthield. Thor zag hoe het door de lucht vloog en met een gekletter en een plof op het dek terecht kwam.

      “Het beet me!” riep de piraat tegen de anderen. “Het verdomde zwaard heeft me in mijn hand gebeten! Kijk!”

      Hij hield zijn hand uit en liet een ontbrekende vinger zien. Thor keek naar het zwaard, het heft was zichtbaar door de kieren, en zag een kleine, scherpe tand uit één van de ingekerfde gezichten steken. Er liep bloed langs.

      De andere piraten draaiden zich ernaartoe en staarden ernaar.

      “Het is van de duivel!” riep iemand.

      “Ik raak het niet aan!” riep een ander.

      “Maakt niets uit,” zei iemand en keerde zijn rug ernaartoe. “Er zijn nog genoeg andere wapens om uit te kiezen.”

      “Hoe zit het dan met mijn vinger?” riep de piraat met pijn.

      De andere piraten lachten en negeerden hem. In plaats daarvan richtten ze hun aandacht op de andere wapens, vechtend wie welke zou krijgen.

      Thor richtte zijn aandacht weer op zijn zwaard. Hij zag hoe dichtbij het lag, verleidelijke dicht aan de andere kant van de kieren. Hij probeerde weer uit alle macht vrij te breken, maar zijn touwen gaven niet mee. Ze waren goed vastgebonden.

      “Als we nu maar onze wapens te pakken kunnen krijgen,” ziedde Indra. “Ik kan het niet uitstaan om hun vieze handen op mijn speer te zien.”

      “Misschien kan ik helpen,” zei Engel.

      Thor en de anderen keken haar sceptisch aan.

      “Zij hebben mij niet zo goed als jullie vastgebonden,” legde ze uit. “Ze waren bang voor mijn melaatsheid. Ze hebben mijn handen vastgebonden, maar toen gaven ze het op. Kijk maar!”

      Engel stond op en liet haar vastgebonden handen op haar rug zien, maar haar voeten waren vrij om te lopen.

      “Dat zal ons niet veel helpen,” zei Indra. “Je zit nog steeds hier beneden met ons opgesloten.”

      Engel schudde haar hoofd.

      “Je begrijpt het niet,” zei ze. “Ik ben kleiner dan jullie allemaal. Ik kan mijn lichaam door die kieren persen.” Ze keek Thor aan. “Ik kan bij jouw zwaard komen.”

      Hij keek haar aan, onder de indruk door haar onbevreesdheid.

      “Je bent erg dapper,” zei hij. “Dat bewonder ik in je. Maar je brengt jezelf in gevaar. Als ze je daar buiten pakken, kunnen ze je doden.”

      “Of erger,” voegde Selese toe.

      Engel keek terug, trots, indringend.

      “Ik zal toch wel sterven, Thorgrin,” antwoordde Engel. “Dat heb ik al lang geleden geleerd. Mijn leven heeft mij dat geleerd. Mijn ziekte heeft mij dat geleerd. Ik ben niet bang om te sterven; het is alleen het leven wat ertoe doet. En vrij leven, ongebonden van de bindingen van mannen.”

      Thor keek haar weer aan, hij was geïnspireerd en verbaasd over haar wijsheid op zo een jonge leeftijd. Ze wist al meer over het leven dan de meeste van de grote leraren die hij ontmoet had.

      Thor knikte plechtig naar haar. Hij zag de krijgersgeest in haar en hij zou het niet inbinden.

      “Ga dan,” zei hij. “Wees snel en stil. Zodra je een teken van gevaar ziet, kom je naar ons terug. Ik geef meer om jou dan om dat zwaard.”

      Engel klaarde op en was aangemoedigd. Ze draaide zich vlug om en snelde door het ruim, ze liep onhandig met haar handen achter haar rug, totdat ze de kieren bereikte. Ze knielde, keek om zich heen, zwetend, haar ogen

Скачать книгу