De Laatste Plaats In De Hindenburg. Charley Brindley

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу De Laatste Plaats In De Hindenburg - Charley Brindley страница 17

De Laatste Plaats In De Hindenburg - Charley Brindley

Скачать книгу

schouder.

      Hij gluurde rond en probeerde bij zijn positieven te komen. Ze bevonden zich in een soort van diepte met hoge verstevigingen rondom hen. Bovenop de wanden lagen rollen prikkeldraad. Twee gewapende bewakers stonden bij een hek. Het moet daar geweest zijn dat ze hem erin hebben gegooid.

      "Alles oké, soldaat Martin?" vroeg de kapitein.

      Martin knikte. "Ja, a-a-alles oké." Achter de kapitein, zo'n twintig meter verder, zag hij een terrein afgezet met prikkeldraad waar honderd of meer Amerikaanse soldaten gevangengehouden werden.

      "O jee," zei Duffy, "hier komt generaal Meetlat."

      Martin zag een kleine Japanse officier doelgericht op hen afkomen. Hij had twee gewapende soldaten mee die elk aan een kant mee marcheerden. Ze waren niet erg groot, maar ze waren allebei groter dan de officier.

      De Japanse officier wees met zijn stick naar Martin en zei iets.

      De twee soldaten grepen Martin bij zijn armen en rukten hem recht.

      "Hoeveel soldaten Amerikanen heb je op het eiland tegen gisteren?" vroeg de officier.

      Martin was in de war door de vraag. "Wat?"

      "Hoeveel?" schreeuwde de officier en dan sprak hij tegen de soldaat rechts van Martin.

      De soldaat sloeg Martin in de ribben met het uiteinde van zijn geweer.

      Martin kreunde en zonk voorwaarts, maar de soldaat hield hem recht.

      "Hou daarmee op." zei de Amerikaanse kapitein. "Hij is een non-combattant. Hij weet niets over het aantal troepen."

      "Non-combat?" vroeg de Japanse officier. "Hij doodt drie keizerlijke Japanse tanks. Dat jij noemt non-combat?"

      "Hij is een hospik."

      "Hij is moordenaar van trouwe Japanse soldaten en zal behandeld worden zoals moordenaar." Hij keek kwaad naar Martin. "Hoeveel vliegdekschepen jullie hebben daar op het water?" Hij wees met zijn stick naar de oceaan.

      Martin staarde hem een ogenblik aan. "William S. Martin, soldaat eerste klas, 18569488."

      De Japanse officier schreeuwde iets naar zijn soldaten.

      Een van de soldaten trok Martins handen op zijn rug terwijl de andere zijn wapen op hem gericht hield.

      De Japanse soldaat bond Martins handen vast en dwong hem dan op zijn knieën.

      De officier gaf nog een bevel en de andere Japanse soldaat haalde zijn bajonet boven, maakte hem vast aan de loop van zijn geweer en hield de scherpe punt tegen Martins borst.

      "Hoeveel tanks Amerikanen jullie hebben ginder hier?"

      Martin kneep zijn ogen dicht en klemde zijn tanden op elkaar. "William S. Martin, soldaat eerste klas, 18569488."

      De Japanse officier schreeuwde tegen zijn soldaten. De eerste Japanse soldaat trok zijn geweer terug, klaar om Martin ermee tegen het hoofd te slaan, maar voor hij een aanloop kon nemen, lieten de andere twee Amerikaanse soldaten zich op de grond vallen en trokken Martin mee naar beneden.

      De drie Japanners keken omhoog in de richting van het geluid van iets dat door de lucht floot. Een seconde later ontplofte een mortier bovenop het fort. Er volgden er nog drie die twintig meter verder landden. Het bombardement met mortieren werd gevolgd door het verre geluid van geweervuur.

      "Dat zijn onze jongens!" schreeuwde de Amerikaanse kapitein.

      De Japanse officier keek op en zag dat zijn bewakers aan het hek wegrenden.

      Geweervuur deed de aarde in het rond vliegen op de top van het fort en dan werd een Bangaloretorpedo onder de afsluiting geduwd. De torpedo explodeerde en blies een opening van meer dan tien meter in de prikkeldraad. Dan kwam een volledig peloton Amerikaanse mariniers door de opening en van het fort gechargeerd.

      De Japanse officier schreeuwde een bevel naar zijn twee soldaten. Ze tilden hun geweer op en schoten de Amerikaanse kapitein en soldaat Duffy door het hoofd.

      Hij schreeuwde opnieuw en de twee soldaten renden naar waar de andere krijgsgevangenen opgesloten zaten in een kooi en begonnen in het wilde weg te vuren naar de ongewapende Amerikaanse soldaten. Een twaalftal andere Japanse soldaten renden naar de kooi en begonnen de krijgsgevangenen te executeren.

      De Japanse officier haalde zijn pistool boven en richtte het op Martins linkerslaap.

      Een schot weerklonk en Martin kromp ineen.

      Het pistool van de Japanse officier viel in Martins schoot. Dan zag hij dat de officier dood op de grond lag met een kogelgat in zijn voorhoofd.

      Martin draaide zich om op zijn knieën om het pistool op te rapen. Toen hij het vasthad, mikte hij zo goed hij kon naar de Japanse soldaten die nog steeds met hun geweren en pistolen in de kooi aan het schieten waren. Hij haalde de trekker over en bleef schieten tot het wapen leeg was.

      Steeds meer mariniers kwamen het terrein opgelopen terwijl ze naar de Japanners schoten.

      De Japanse soldaten weigerden zich over te geven, zelfs toen hun munitie op was. Ze gooiden hun nutteloze wapens neer en begonnen de Amerikanen fysiek aan te vallen.

      Twintig minuten later kwam een majoor via het hek het terrein binnen.

      Martin zat op zijn knieën met zijn voorhoofd in de grond geduwd. Zijn handen waren nog steeds op zijn rug gebonden.

      De majoor keek even naar Martin en de twee dode Amerikanen naast hem. Hij dacht beslist dat Martin ook dood was. Hij ging naar de kooi waar hospikken van de ene naar de andere krijgsgevangene ging om te checken of ze nog leefden.

      Een van de hospikken kwam met de majoor praten door de draad. "Ze zijn allemaal dood, majoor. Honderdtweeëntwintig."

      "Allemachtig. Hoe is dit gebeurd?"

      "Ik weet het niet, majoor. Het was al voorbij toen we hier aankwamen. Er zijn daar nog vierendertig dode soldaten." Hij wees naar de dode soldaten die over het terrein verspreid lagen. "En meer dan tweehonderd dode Japanners."

      De majoor schudde zijn hoofd. "Dit is een regelrechte nachtmerrie, verdomme. Al die krijgsgevangenen zijn dood."

      "Majoor Joaquin!" riep een van de hospikken. “Die gast hier leeft nog.”

      De majoor haastte zich naar Martin.

      Sergeant Lampright, de man die de majoor geroepen had, maakte de handen van Martin los.

      De majoor knielde voor Martin. "Wat is hier gebeurd, jongen?" Toen Martin niet reageerde, keek majoor Ronald Joaquin naar de hospik. "Sergeant Lampright, heeft hij iets tegen jou gezegd?"

      "Nee, majoor."

      Soldaat Martins ogen draaiden weg toen hij probeerde op de majoor te focussen. Tranen stroomden over zijn wangen.

      "Wat is er gebeurd?" vroeg de majoor.

      Martin tilde een bevende hand op, probeerde te wijzen naar de dode Japanse soldaten, maar ze lagen overal verspreid en Martin had moeite om scherp te zien. "Ze doodden… doodden krijgsgevangenen. Ik probeerde hen… tegen te… tegen te houden." Zijn hand aarzelde en dan wees hij opnieuw.

      De majoor

Скачать книгу