Het Urantia Boek. Urantia Foundation

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation страница 179

Автор:
Серия:
Издательство:
Het Urantia Boek - Urantia Foundation

Скачать книгу

Paradijs-Metgezellen: indien een sterveling in opklimming het centrale universum alleen zou bereiken en bij het doorlopen van Havona in een bepaalde fase van het Godheidsavontuur zou falen, dan zou hij te zijner tijd naar de universa in de tijd worden terugverwezen, waarop er meteen een beroep zou worden gedaan op de reserves van de Paradijs-Metgezellen. Eén van deze orde zou worden aangewezen om de pelgrim die door deze tegenslag is getroffen, te volgen, hem bij te staan, te troosten en te bemoedigen en bij hem te blijven totdat hij naar het centrale universum zou terugkeren om de opklimming naar het Paradijs te hervatten.

      25:8.10 (284.3) Indien een pelgrim in opklimming niet zou slagen in het Godheidsavontuur terwijl hij Havona doorloopt in gezelschap van een serafijn in opklimming, de beschermengel van zijn sterfelijke loopbaan, zou zij verkiezen haar sterveling-partner te vergezellen. Deze serafijnen bieden zich altijd vrijwillig aan om de sterveling met wie zij reeds zo lang kameraadschappelijk verbonden zijn, te vergezellen wanneer hij terugkeert naar het dienstbetoon in tijd en ruimte, en dit wordt hun ook toegestaan.

      25:8.11 (284.4) Het ligt echter anders waar het twee nauw met elkaar verbonden stervelingen in opklimming betreft: indien de een God bereikt terwijl dit de ander tijdelijk mislukt, verkiest de geslaagde altijd om met de teleurgestelde persoonlijkheid terug te keren naar de evolutionaire scheppingen, doch wordt dit niet toegestaan. In plaats daarvan wordt er een beroep gedaan op de reserves van de Paradijs-Metgezellen en wordt één van degenen die zich aanbieden uitgekozen om de teleurgestelde pelgrim te vergezellen. Een vrijwilliger uit het midden der Paradijs-Burgers wordt dan de partner van de geslaagde sterveling; deze wacht op het centrale Eiland tot zijn met tegenslag kampende kameraad terugkeert uit Havona en onderricht in de tussentijd in bepaalde Paradijs-scholen, waarbij hij het avontuurlijke verhaal van de evolutionaire opklimming uiteenzet.

      25:8.12 (284.5) [Opgesteld onder verantwoordelijkheid van een Hoge Gezagsdrager uit Uversa.]

      Het Urantia Boek

      << Verhandeling 25 | Titels | Inhoudsopgave | Verhandeling 27 >>

      Verhandeling 26

      26:0.1 (285.1) SUPERNAFIJNEN zijn de dienende geesten van het Paradijs en het centrale universum; zij vormen de hoogste orde van de laagste groep kinderen van de Oneindige Geest — de engelenscharen. Deze dienende geesten kan men aantreffen van het Paradijs-Eiland tot op de werelden in tijd en ruimte. In elk belangrijk deel van de georganiseerde en bewoonde schepping verrichten zij hun diensten.

      26:1.1 (285.2) Engelen zijn als dienende geesten de medewerkers van de evolutionaire, opklimmende wilsschepselen uit de gehele ruimte; zij zijn ook collega’s en medewerkers van de hogere heerscharen der goddelijke persoonlijkheden op de werelden. De engelen van alle orden zijn duidelijke persoonlijkheden en in hoge mate geïndividualiseerd. Allen weten de vormen van dienstbetoon van de reversie-leiders hogelijk te waarderen. Samen met de Boodschappersscharen in de Ruimte, genieten de dienende geesten perioden van rust en verandering; zij hebben een zeer sociale natuur en een vermogen om zich bij anderen aan te sluiten welk dat van mensen verre overtreft.

      26:1.2 (285.3) De dienende geesten van het groot universum worden als volgt ingedeeld:

      26:1.3 (285.4) 1. Supernafijnen;

      26:1.4 (285.5) 2. Seconafijnen;

      26:1.5 (285.6) 3. Tertiafijnen;

      26:1.6 (285.7) 4. Omniafijnen;

      26:1.7 (285.8) 5. Serafijnen;

      26:1.8 (285.9) 6. Cherubijnen en Sanobijnen;

      26:1.9 (285.10) 7. Middenwezens.

      26:1.10 (285.11) De individuele leden van de orden der engelen zijn niet geheel stationair voorzover het hun persoonlijke status in het universum betreft. Engelen van bepaalde orden kunnen een tijdlang Paradijs-Metgezellen zijn, terwijl sommigen van hen Hemelse Registrators worden; anderen kunnen opklimmen tot de rang van Rechtskundig Adviseur. Bepaalde cherubijnen kunnen streven naar de status en bestemming van serafijn, terwijl evolutionaire serafijnen de geestelijke niveaus van de opklimmende Zonen van God kunnen bereiken.

      26:1.11 (285.12) Om hen bij u te introduceren, worden de zeven orden van dienende geesten, zoals hier geopenbaard, gegroepeerd naar de functies die voor de opklimmende geschapen wezens het meest van belang zijn:

      26:1.12 (285.13) 1. De dienende geesten van het Centrale Universum. De drie orden der supernafijnen dienen in het Paradijs-Havona-stelsel. Primaire of Paradijs-supernafijnen worden geschapen door de Oneindige Geest. De secundaire en tertiaire orden die in Havona dienen, zijn afstammelingen van respectievelijk de Meester-Geesten en de Geesten van de Circuits.

      26:1.13 (286.1) 2. De dienende geesten van de Superuniversa — de seconafijnen, de tertiafijnen en de omniafijnen. Seconafijnen, de kinderen van de Reflectieve Geesten, dienen op verschillende wijzen in de zeven superuniversa. Tertiafijnen, die afstammen van de Oneindige Geest, wijden zich uiteindelijk aan de verbindingsdienst tussen de Schepper-Zonen en de Ouden der Dagen. Omniafijnen worden door de Oneindige Geest en de Zeven Allerhoogste Regeerders gezamenlijk geschapen, en zijn uitsluitend dienaren van de laatstgenoemden. De bespreking van deze drie orden vormt het onderwerp van een volgende verhandeling in deze serie.

      26:1.14 (286.2) 3. De dienende geesten van de Plaatselijke Universa omvatten de serafijnen en hun assistenten, de cherubijnen. Met deze afstammelingen van de Moeder-Geest van hun Universum hebben opklimmende stervelingen hun eerste contact. De middenwezens, die op de bewoonde werelden zijn geboren, maken niet echt deel uit van de eigenlijke orden van engelen, ofschoon zij functioneel dikwijls onder de dienende geesten worden gegroepeerd. Hun verhaal, alsmede een relaas over de serafijnen en cherubijnen, vindt ge in de verhandelingen die betrekking hebben op de aangelegenheden van uw plaatselijk universum.

      26:1.15 (286.3) Alle orden der engelenscharen wijden zich aan de verschillende takken van dienst in het universum en dienen op enige wijze de hogere orden der hemelse wezens, maar het zijn de supernafijnen, seconafijnen en serafijnen die in groten getale worden ingezet ter bevordering van het opklimmingsplan der progressieve vervolmaking van de kinderen uit de tijd. Zij functioneren in het centrale universum, in de super- en plaatselijke universa en vormen de schakels in de ononderbroken keten van geestelijke dienaren die door de Oneindige Geest zijn verschaft om allen die de Universele Vader door de Eeuwige Zoon trachten te bereiken, te helpen en te leiden.

      26:1.16 (286.4) Supernafijnen zijn met betrekking tot slechts één aspect van hun activiteit beperkt in ‘geest-polariteit,’ namelijk in hun handelen samen met de Universele Vader. Zij kunnen alleen werken, behalve wanneer zij rechtstreeks gebruik maken van de exclusieve circuits van de Vader. Wanneer zij door rechtstreeks dienstbetoon van de Vader kracht ontvangen, moeten de supernafijnen zich vrijwillig tot paren verbinden om te kunnen functioneren. Seconafijnen zijn eveneens beperkt en moeten bovendien in paren werken om te kunnen synchroniseren met de circuits van de Eeuwige Zoon. Serafijnen kunnen wel afzonderlijk als onderscheiden, gelocaliseerde persoonlijkheden werken, doch kunnen slechts in een circuit worden opgenomen wanneer zij gepolariseerd zijn

Скачать книгу