Het Urantia Boek. Urantia Foundation

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation страница 187

Автор:
Серия:
Издательство:
Het Urantia Boek - Urantia Foundation

Скачать книгу

behoeft u niet langer te laten instrueren door u te verdiepen in gedrukte pagina’s, ge communiceert nu van aangezicht tot aangezicht met levende intelligentie. Allerhoogste kennis verkrijgt ge aldus van de levende wezens die er de finale bewaarders van zijn.

      27:5.3 (302.2) Wanneer ge de bepaalde supernafijn gelocaliseerd hebt die precies datgene is wat gij wenst te verifiëren, zult ge alle bekende feiten van alle universa tot uw beschikking hebben, want deze beheerders van kennis zijn de finale, levende samenvattingen van het ontzaglijke netwerk der registrerende engelen, van de serafijnen en seconafijnen van de plaatselijke en superuniversa tot en met de hoofd-registrators van de tertiaire supernafijnen in Havona. Deze levende accumulatie van kennis dient onderscheiden te worden van de formele verslagen van het Paradijs, de cumulatieve samenvatting van de geschiedenis van het universum.

      27:5.4 (302.3) De wijsheid van waarheid ontstaat in de goddelijkheid van het centrale universum, doch kennis, experiëntiële kennis, heeft zijn aanvang grotendeels in de gebieden van tijd en ruimte — vandaar de noodzaak van het in stand houden van de wijdverbreide superuniversum-organisaties der registrerende serafijnen en supernafijnen, die onder leiding staan van de Hemelse Registrators.

      27:5.5 (302.4) Deze primaire supernafijnen, die van nature in het bezit zijn van universum-kennis, zijn ook verantwoordelijk voor de organisatie en indeling van deze kennis. Door het feit dat zij zich tot de levende naslag-bibliotheek van het universum van universa hebben gemaakt, hebben zij hun kennis ingedeeld in zeven grote orden, elk met ongeveer een miljoen onderafdelingen. Het gemak waarmee de inwoners van het Paradijs deze geweldige hoeveelheid kennis kunnen raadplegen, is geheel te danken aan de vrijwillige, wijze inspanningen van de beheerders van kennis. Deze beheerders zijn ook de verheven leraren van het centrale universum, en verspreiden hun levende schatten vrijelijk onder alle wezens op alle circuits van Havona, en bovendien wordt er op uitgebreide schaal, ofschoon indirect, gebruik van hen gemaakt door de rechtscolleges van de Ouden der Dagen. Deze levende bibliotheek die het centrale universum en de superuniversa ter beschikking staat, is echter niet toegankelijk voor de plaatselijke scheppingen. Slechts langs een omweg en reflectief wordt er in de plaatselijke universa voordeel getrokken uit Paradijs-kennis.

      27:6.1 (302.5) Direct na de allerhoogste bevrediging der godsverering komt de stimulans van de filosofie. Nooit klimt ge zo hoog of vordert ge zo ver, dat er geen duizenden mysteries overblijven die ge alleen kunt trachten op te lossen door de methode van de filosofie.

      27:6.2 (302.6) De meester-filosofen van het Paradijs scheppen er het grootste genoegen in om het denken van de bewoners, zowel de ingeboren als de opklimmende wezens, te helpen bij de stimulerende bezigheid om te trachten universum-problemen op te lossen. Deze superafijnse meesters in de filosofie zijn de ‘wijzen des hemels,’ de wijze wezens die gebruik maken van de waarheid der kennis en de feiten der ervaring bij hun pogingen om u het onbekende te leren beheersen. Bij hen bereikt kennis het niveau van waarheid en stijgt ervaring op tot het niveau van wijsheid. Op het Paradijs ervaren de persoonlijkheden in opklimming uit de ruimte de hoogten van het bestaan: zij beschikken over kennis, zij kennen de waarheid, zij mogen filosoferen — waarheid bedenken; zij kunnen zelfs trachten de denkbeelden van de Ultieme in zich op te nemen en de technieken van de Absoluten te begrijpen.

      27:6.3 (303.1) In het uiterste zuiden van het ontzaglijke gebied van het Paradijs staan de meesters in de filosofie aan het hoofd van uitgebreide opleidingen in de zeventig functionele afdelingen van wijsheid. Hier bespreken zij de plannen en doeleinden van de Oneindigheid en trachten zij bij allen die toegang hebben tot hun wijsheid, de ervaringen te coördineren en de kennis tot een samenhangend geheel te maken. Zij hebben een zeer gespecialiseerde instelling ontwikkeld ten aanzien van de verschillende problemen in het universum, doch in hun finale conclusies zijn zij het onveranderlijk eens.

      27:6.4 (303.2) Deze filosofen van het Paradijs passen bij hun onderricht alle mogelijke methoden van instructie toe, met inbegrip van de hogere grafische voorstellingstechniek van Havona en bepaalde methoden van het Paradijs om informatie over te dragen. Al deze hogere technieken om kennis te verschaffen en ideeën duidelijk te maken gaan het bevattingsvermogen van zelfs het hoogst ontwikkelde menselijk verstand volstrekt te boven. Eén uur instructie op het Paradijs staat gelijk aan tienduizend jaar van het memoriseren van woorden volgens de methoden van Urantia. Ge kunt zulke communicatietechnieken niet vatten, en er bestaat eenvoudig niets in de ervaring van stervelingen waarmee zij vergeleken kunnen worden, niets waarop zij lijken.

      27:6.5 (303.3) De meesters in de filosofie scheppen er het allerhoogste genoegen in om hun interpretatie van het universum van universa mede te delen aan de wezens die uit de werelden in de ruimte zijn opgeklommen. En hoewel de filosofie bij het trekken van haar conclusies nooit zo stellig kan zijn als de feiten der kennis en de waarheden der ervaring, zult ge toch, wanneer ge deze primaire supernafijnen hebt horen spreken over de nog onopgeloste problemen der eeuwigheid en de verrichtingen van de Absoluten, een zekere en blijvende voldoening gevoelen met betrekking tot deze onopgeloste vraagstukken.

      27:6.6 (303.4) Deze intellectuele activiteiten van het Paradijs worden niet uitgezonden; de filosofie van de volmaaktheid is alleen beschikbaar voor hen die daar persoonlijk aanwezig zijn. De omringende scheppingen weten van dit onderricht slechts door degenen die deze ervaring hebben meegemaakt en later deze wijsheid hebben uitgedragen naar de universa in de ruimte.

      27:7.1 (303.5) Godsverering is het hoogste voorrecht en de eerste plicht van alle geschapen verstandelijke wezens. Godsverering is de bewuste, vreugdevolle daad van het onderkennen en erkennen van de waarheid en het feit van de innige persoonlijke betrekkingen van de Scheppers tot hun schepselen. De kwaliteit van de godsverering wordt bepaald door de diepte van het inzicht van het schepsel; naarmate de kennis van het oneindige karakter van de Goden toeneemt, wordt de daad der godsverering dan ook steeds meer alomvattend, totdat zij uiteindelijk de glorie bereikt van de hoogste experiëntiële verrukking en het meest verfijnde genoegen dat geschapen wezens kennen.

      27:7.2 (303.6) Hoewel het Paradijs-Eiland bepaalde plaatsen voor godsverering kent, kan met meer recht gezegd worden dat het één groot heiligdom is voor de goddelijke eredienst. Godsverering is de eerste en overheersende hartstocht van allen die opklimmen naar deze zalige kusten — de spontane ontboezeming van de wezens die genoeg over God geleerd hebben om zijn tegenwoordigheid te bereiken. Cirkel na cirkel, op de reis door Havona naar binnen, neemt de harts-tocht voor godsverering toe, totdat het op het Paradijs noodzakelijk wordt om de uitdrukking ervan in banen te leiden en ook in andere opzichten te beheersen.

      27:7.3 (304.1) De periodieke, spontane, groeps- en andere speciale ontboezemingen van allerhoogste adoratie en geestelijke lofprijzing die op het Paradijs worden genoten, worden geleid door een speciaal korps primaire supernafijnen. Onder aanvoering van deze leiders van godsverering bereikt deze lofprijzing het schepsel-doel van allerhoogste vreugde en de hoogten van volmaakte, sublieme zelf-expressie en persoonlijke vreugde. Alle primaire supernafijnen begeren leiders van godsverering te worden, en alle wezens in opgang zouden wel voor altijd in de houding van godsverering willen blijven, als de hoofden der aanstellingen deze bijeenkomsten niet periodiek zouden ontbinden. Doch van geen enkel wezen in opgang wordt ooit verlangd om aan de taken van eeuwig dienstbetoon te beginnen voordat hij volle bevrediging heeft bereikt in godsverering.

      27:7.4 (304.2) Het is de taak van de leiders van godsverering om de schepselen in opgang zo te leren hoe zij moeten aanbidden, dat zij deze bevrediging van zelf-expressie kunnen vinden en tegelijkertijd aandacht kunnen geven aan de essentiële activiteiten van het Paradijs-regime. Zonder verbeteringen in zijn techniek van godsverering zou de gemiddelde sterveling die het Paradijs bereikt, honderden jaren nodig hebben om ten volle en op bevredigende wijze uiting te geven aan zijn gevoelens van intelligente waardering en dankbaarheid als opklimmende. De leiders van godsverering openen nieuwe, tot dusver onbekende wegen voor expressie, zodat deze wonderbaarlijke

Скачать книгу