Verraden . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Verraden - Морган Райс страница 12

Verraden  - Морган Райс De Vampierverslagen

Скачать книгу

hier op een of ander eiland en wacht tot een of ander zielig, klein meisje herstelt. Je zou thuis moeten zijn, je volk moeten verdedigen, zoals de echte man die je ooit was—”

      “Mijn verbond heeft me verstoten,” snauwde Caleb terug, “na honderden jaren trouwe dienst. Ik ben hen niets verschuldigd. Ze krijgen nu precies wat ze verdienen.”

      Caleb ademde uit.

      “Maar toch geef ik om hen, en nu de situatie is zoals die is, zal ik hen niet teleurstellen. Ik zei al dat ik zal terugkeren, als de tijd daar is.”

      “Je zei dat je terug zou komen zodra ze hersteld was. Ze is nu duidelijk hersteld. Je hebt geen smoesjes meer. Je moet nu terugkeren!”

      “Ik zal me aan mijn woord houden, zoals ik altijd doe. Maar laat me hier heel duidelijk over zijn: ik keer alleen terug om ons verbond te redden, en de mensen die afgeslacht kunnen worden, en om te helpen het Zwaard terug te krijgen. Koester geen illusies dat ik het om andere redenen doe. Zodra mijn missie is volbracht, vertrek ik weer, en dan voorgoed; dat zal de laatste keer zijn dat je mijn gezicht ziet. Koester geen fantasieën dat we weer samen zijn, want dat zijn we niet.”

      “Oh, Caleb,” zei ze met een duister gegrinnik, “je kunt geloven wat je wilt, maar diep vanbinnen weet je dat jij en ik altijd samen zijn geweest en dat we altijd samen zullen zijn. Hoe meer je ertegen vecht, hoe dichter je bij me komt. Ik weet hoeveel je van me houdt. Ik voel het, elke dag weer.”

      “Je bent krankzinnig,” zei Caleb. “En het wordt steeds erger.”

      Sera glimlachte nog breder. “Oké,” zei, “maak jezelf dat maar wijs. Vecht tegen je gevoelens. Vecht tegen dat wat wij allebei al weten.”

      Sera zette plotseling twee grote stappen naar hem doe, legde haar handen om zijn keel en trok hem met een snelle beweging naar zich toe.

      Voor hij kon reageren zette ze zijn lippen stevig tegen de zijne en kuste ze hem met enorme kracht.

      Caleb deinsde verafschuwd terug. Hij duwde haar weg. Terwijl hij dat deed zag hij vanuit zijn ooghoek iemand op de borstwering naast hen landen.

      Caitlin.

*

      Terwijl Caitlin het eiland naderde, voelde ze weer hoop opkomen in haar binnenste. Haar hoofd was weer helder. Ze realiseerde zich dat Caleb helemaal niets verkeerd had gedaan. Ze was stom geweest. Ze had hem een kans moeten geven om het uit te leggen. Wie weet was Sera wel onaangekondigd binnen komen vallen en was er helemaal niets tussen hen. Waarom was ze zo roekeloos geweest?

      Toen ze omlaag schoot en het eiland in zicht kwam, zag ze het enorme, stenen kasteel onder haar verschijnen, met de tientallen vampiers die op de grond aan het trainen waren bij toortslicht. Het was een prachtige plek en ze was dankbaar dat Caleb haar hierheen had gebracht. Ze begon zich te voelen alsof het allemaal uiteindelijk goed zou komen, en ze nam een laatste duikvlucht, ging de bocht om en landde op de bovenste wal.

      Maar toen ze naderde, terwijl ze landde, voelde ze haar hart stoppen.

      Daar stonden Caleb en Sera. En deze keer zoenden ze elkaar.

      Zoenen. De gedachte daaraan stak erger in haar ingewanden dan het Zwaard had gedaan. Ze kon geen vin verroeren. Ze kon niet nadenken. Ze kon niet ademen. Ze zoenden. Zoenden.

      Dus ze waren wél samen. Deze keer bestond er geen twijfel. Hij was nog steeds verliefd op haar.

      Hij verstootte Caitlin alsof het niets was. En hij had het nog wel voor haar ogen gedaan.

      Caleb haastte zich naar haar toe, maar deze keer rende Caitlin niet weg. Ze bleef staan waar ze stond, verstijfd door de schok, en ze voelde de razernij in zich opwellen. Ze voelde zichzelf woest worden, woester dan ze ooit was geweest als mens.

      “Caitlin,” begon Caleb, “dit is niet wat het lijkt. Alsjeblieft, laat me het uitleggen—”

      Maar terwijl Caleb haar naderde, terwijl hij begon te praten, wees Caitlin simpelweg met een vinger naar de horizon.

      “WEGWEZEN!” schreeuwde ze fronsend.

      Het was een bevel. Het was geen vraag en er was geen ruimte voor tegenspraak.

      Caleb stond nu zelf als bevroren, blijkbaar geschokt door haar woestheid. Hij moest hebben gezien hoe berustend ze was.

      “IK ZEI: WEGWEZEN!” schreeuwde Caitlin weer. “Ik wil je nooit meer zien. Zolang ik leef!”

      Caleb leek geschokt en gekwetst, als een klein jongetje dat net een standje had gekregen. Het leek alsof hij haar nog heel veel wilde vertellen, maar hij wist ook dat ze geen woord zou aanhoren.

      Hij liet zijn hoofd moedeloos zakken.

      Hij draaide zich om en liep naar de rand van de wal, nam een aanloop van twee lange stappen en sprong van de leuning. Hij vloog al snel met zijn gigantische vleugels in de wind en verdween in de nacht.

      Caitlin zag Sera haar hoofd draaien en hem nakijken, hoe hij wegvloog met zorgen op haar gezicht, alsof ze achter hem aan wilde vliegen. Maar ze keek ook twijfelend, alsof er iets was dat ze Caitlin wilde vertellen voor ze vertrok.

      Sera zette plotseling enkele stappen naar Caitlin, waardoor ze vlak bij elkaar stonden.

      “Ik haat je,” zei Sera langzaam met een stem die droop van het vergif. “Ik zal je altijd haten. Je probeerde mijn man van me af te maken. En dat zal je nóóit lukken. Caleb wil jou niet. Hij wil mij. Mij alleen. En dat is hoe het altijd is geweest.”

      Caitlin was te furieus om te antwoorden, en ze had haar toch niets te zeggen.

      Sera’s vleugels spreidden zich achter haar uit toen ze zich klaarmaakte om te vertrekken. Voor ze zich omdraaide, leunde ze naar Caitlin en fluisterde nog wat: “Ik heb iets met Caleb dat jij nooit zult hebben. Ik weet zeker dat hij je dat nooit verteld heeft, en dat hij het ook nooit zál vertellen.”

      Caitlin staarde terug met gelijke woede en vroeg zich af wat dit smerige schepsel haar nog kon vertellen om haar nog meer van streek te brengen dan ze al was. Ze dacht dat het onmogelijk was.

      Maar toen ze haar volgende woorden hoorde, besefte ze dat er inderdáád iets was dat haar nog meer van streek kon maken.

      “Caleb en ik hebben een kind.”

      NEGEN

      Samantha werd door twee enorme vampiers door de stenen hal geleid. Ze bleven dichtbij, maar geen van beiden durfden haar arm vast te pakken. Ze was een veel ervarener krijger dan zij en ze zouden nooit zo respectloos zijn. Ondanks hun formaat, ondanks het feit dat ze mannen waren, was zij een veel machtiger krijger dan zij – en zij wisten dat.

      Ze leidden haar naar beneden, steeds dieper de ingewanden van hun verbond in, naar Sams kamer. Ze daalden nog een trap af onder het echoënde geluid van hun harde, leren laarzen. Het werd steeds donkerder naarmate ze verder afdaalden, en de lagergelegen gangen werden slechts verlicht door enkele toortsen.

      Конец ознакомительного фрагмента.

      Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

      Прочитайте эту книгу целиком, купив

Скачать книгу