Veranderd . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Veranderd - Морган Райс страница 3

Veranderd  - Морган Райс De Vampierverslagen

Скачать книгу

Ze maakte aantekeningen en tekeningen op elke plek waar ze kwam. Het was een landkaart van haar jeugd.

      Eindelijk bereikte ze de ingang, en ze moest zich alleen al klein maken om binnen te komen. Het was alsof ze een trein instapte in de spits. Ze had gehoopt dat het warm zou zijn als ze eenmaal binnen was, maar door de open deur achter haar waaide er een flinke bries over haar rug, waardoor de kou nog erger werd.

      Twee grote beveiligers stonden bij de ingang, geflankeerd door twee mannen van de politie van New York, in volledig uniform en met hun pistolen duidelijk zichtbaar.

      “DOORLOPEN!” riep een van hen.

      Ze kon zich niet indenken waarom twee gewapende politieagenten de ingang van een school zouden moeten bewaken. Haar gevoel van angst groeide. Het werd nog veel erger toen ze verder keek, en zag dat ze door een metaaldetector als op een vliegveld moest lopen.

      Nog vier agenten stonden aan beide kanten van de detector, samen met twee andere beveiligers.

      “MAAK JE ZAKKEN LEEG!” snauwde een beveiliger.

      Caitlin zag dat de andere kinderen kleine plastic bakjes vulden met de spullen uit hun zakken. Ze deed snel hetzelfde, en deed haar iPod, portemonnee en sleutels in een bakje.

      Ze schuifelde door de detector, en het alarm ging af.

      “JIJ!” snauwde een beveiliger. “Naar de zijkant!”

      Natuurlijk.

      Alle kinderen staarden, terwijl ze haar handen omhoog moest doen, en de beveiliger met een handscanner langs haar lichaam ging.

      “Draag je juwelen?”

      Ze voelde aan haar polsen, toen aan haar nek, en plotseling herinnerde ze zich het. Haar kruisje.

      “Afdoen,” snauwde de beveiliger.

      Het was de ketting die haar grootmoeder haar had gegeven voor ze stierf, een klein, zilveren kruis met een Latijnse inscriptie die ze nooit had vertaald erin gegraveerd. Haar grootmoeder had gezegd dat zij hem had gekregen van haar grootmoeder. Caitlin was niet gelovig, en begreep niet helemaal wat het betekende, maar ze wist dat de ketting honderden jaren oud was, en dat het veruit het waardevolste bezit was dat ze had.

      Caitlin tilde het boven haar shirt, hield het omhoog, maar deed hem niet af.

      “Ik houd hem liever om,” antwoordde ze.

      De bewaker staarde naar haar, zo koud als ijs.

      Plotseling brak er rumoer uit. Er klonk geschreeuw toen een agent een lang, mager kind optilde, hem tegen een muur duwde en toen een klein mes uit zijn zak haalde.

      De beveiliger ging helpen, en Caitlin greep de mogelijkheid aan door de menigte in te glippen, en verder door de hal te lopen.

      Welkom op de openbare school in New York, dacht Caitlin. Geweldig.

      Ze telde nu al af naar de laatste schooldag.

      *

      Het waren de breedste gangen die ze ooit had gezien. Ze kon zich niet voorstellen dat die ooit vol konden zijn, maar toch stonden de kinderen opeengepakt, schouder aan schouder. Er moesten duizenden kinderen in deze gangen zijn, een eindeloze zee van gezichten. Hier was het lawaai nog erger, weerkaatsend van de muren en in een kleinere ruimte. En ze had nog geen ruimte om haar armen omhoog te doen. Ze voelde zich claustrofobisch.

      De bel ging, en het rumoer werd intenser.

      Nu al te laat.

      Ze keek opnieuw op haar rooster, en zag eindelijk het lokaal in de verte. Ze probeerde door de zee van lichamen te komen, maar slaagde er maar niet in. Ten slotte, na een aantal mislukte pogingen, besloot ze maar eens agressief te worden. Ze begon haar ellenbogen te gebruiken en mensen om te stoten, zoals zij ook bij haar deden. Lichaam voor lichaam stak ze de brede hal over, en uiteindelijk duwde ze de zware deur naar het klaslokaal open.

      Ze zette zich schrap toen zij, het nieuwe meisje, te laat binnenstapte. Ze rekende erop dat de leraar haar zou berispen voor het verstoren van een stille klas. Het was dus een schok toen dat niet gebeurde. Het lokaal zat helemaal vol, want het was gebouwd voor 30 kinderen, maar er zaten er 50. Sommigen zaten op hun stoel, terwijl anderen roepend en schreeuwend tussen de tafelgroepen door liepen. Het was een chaos.

      De bel was zeker vijf minute geleden gegaan, maar de slonzige leraar, met zijn verkreukelde pak, was nog niet eens met de les begonnen. Sterker nog, hij zat met zijn voeten op zijn bureau de krant te lezen, en negeerde iedereen.

      Caitlin liep naar hem toe, en legde haar nieuwe pasje op zijn bureau. Ze stond daar, en wachtte tot hij op zou kijken, maar dat deed hij niet.

      Uiteindelijk schraapte ze haar keel.

      “Meneer?”

      Hij deed met tegenzin zijn krant omlaag.

      “Ik ben Caitlin Paine. Ik ben nieuw hier. Volgens mij moet ik u dit geven.”

      “Ik ben maar een invaller,” antwoordde hij, en hij deed zijn krant weer omhoog, zodat hij haar blokkeerde.

      Daar stond ze dan, verward.

      “Dus,” vroeg ze, “….u houdt geen presentielijst bij?”

      “Je leraar is maandag weer terug,” snauwde hij. “Daar zorgt hij wel voor.”

      Caitlin realiseerde zich dat het gesprek was afgelopen, en nam haar pasje terug.

      Ze draaide zich om en keek naar de klas. De chaos was niet gestopt. Als er een lichtpuntje was, was het dat ze niet opviel. Niemand leek om haar te geven, of haar zelfs maar op te merken.

      Aan de andere kant werkte het bekijken van het klaslokaal haar op de zenuwen: er leek geen enkele zitplaats meer over te zijn.

      Ze vermande zich, liep beslist naar een van de tafelgroepen, een paar keer struikelend door schreeuwende, rondspringende kinderen. Toen ze eindelijk achterin het lokaal was, kon ze het in zijn geheel zien.

      Geen enkele lege stoel.

      Ze stond daar, voelde zich een idioot en voelde de andere kinderen die haar begonnen op te merken. Ze was zeker niet van plan om daar de hele les te blijven staan, en de invalleraar leek het helemaal niets te schelen. Ze draaide zich om en keek nog eens, hulpeloos op zoek naar een stoel.

      Ze hoorde een paar tafels verderop gelach, en voelde dat dat om haar was. Ze kleedde zich anders dan deze kinderen, en ze zag er anders uit. Haar wangen warden rood toen ze zich bewust werd dat ze werd opgemerkt.

      Juist toen ze op het punt stond de klas uit te lopen, en misschien wel de school, hoorde zee en stem.

      “Hier.”

      Ze draaide zich om.

      In de laatste rij, naast het raam, stond een lange jongen op van zijn tafel.

      “Ga zitten,” zei hij. “Alsjeblieft.”

      Het werd wat stiller in het lokaal, terwijl de anderen afwachtten hoe ze zou reageren.

      Ze

Скачать книгу