Arena Één: Slavendrijvers . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Arena Één: Slavendrijvers - Морган Райс страница 12
Dat was het eerste keerpunt. Als iemand hem toen had gestopt, was het misschien wel allemaal gestopt. Maar niemand deed iets. Dus ging hij verder.
Aangemoedigd stelde deze politicus ook voor dat de nieuwe unie een eigen politiemacht zou hebben, eigen rechtbanken—en een eigen leger. Dat was het tweede keerpunt.
Als de president van de Democraten op dat moment een goede leider was geweest, had hij dit misschien kunnen stoppen. Maar hij maakte de situatie erger door de ene na de ene slechte beslissing. In plaats van de boel proberen te kalmeren, in plaats van de zaken aan te pakken die tot deze ontevredenheid leidden, besloot hij dat de enige manier om deze “opstand”, zoals hij het noemde, te vernietigen, was door een harde vuist te maken: hij beschuldigde alle Republikeinse leiders van muiterij. Hij kondigde een staat van beleg af en liet hen ’s nachts allemaal arresteren.
Hierdoor escaleerde de situatie, en bracht de hele partij bij elkaar. Dit bracht ook het halve leger bijeen. Mensen waren verdeeld, binnen elk huis, elke stad, elke legerkazerne; langzaam ontstond er spanning in de straten, en begonnen buren elkaar te haten. Zelfs families werden verdeeld.
Op een avond volgden de legerleiders die loyaal waren aan de Republikeinen geheime orders op en pleegden een coup, om de leiders uit de gevangenis te breken. Er volgde een confrontatie. En op de trappen van het Capitool werd het eerste fatale schot afgevuurd. Een jonge soldaat dacht dat een officier naar zijn pistool reikte en schoot eerst. Toen de eerste soldaat viel, was er geen weg meer terug. De laatste lijn was overschreden. Een Amerikaan had een Amerikaan gedood. Een vuurgevecht volgde met tientallen officieren dood. De Republikeinse leiders werden naar een geheime locatie gebracht. En vanaf dat moment werd het leger in tweeën verdeeld. De regering in tweeën verdeeld. Steden, dorpen, gemeentes en staten, allemaal in tweeën verdeeld. Dit werd bekend als de eerste golf.
Tijdens de eerste paar dagen probeerden crisismanagers en overheidsfacties wanhopig de vrede te bewaren. Maar dit was al te laat. Niet kon de aankomende storm nog stoppen. Een groep militant generaals nam het heft in eigen handen, gierig voor de roem. Ze wilden als eerste de oorlog beginnen vanwege het voordeel van een snelle verrassing. Ze dachten dat het verpletteren van de oppositie de beste manier was om dit alles snel tot een einde te brengen.
De oorlog begon. Er volgden veldslagen op Amerikaanse bodem. Pittsburgh werd het nieuwe Gettysburg, met tweehonderdduizend doden in een week. Tanks mobiliseerden zich tegenover tanks. Vliegtuigen tegen vliegtuigen. Elke dag, elke week escaleerde het geweld. Er werden lijnen getekend in het zand, militair- en politiemateriaal werd verdeeld, en in elke staat vonden veldslagen plaats. Iedereen vocht overal tegen elkaar, vrienden tegen vrienden, broeders tegen broeders. Het kwam tot een punt waarop niemand meer wist waar ze eigenlijk voor vochten.Het hele land was doordrenkt met bloed, en niemand kon het stoppen. Dit werd bekend als de tweede golf.
Tot op dat moment, hoe bloedig het ook was, was het nog steeds conventionele oorlogvoering. Maar toen kwam de derde golf, de ergste van allemaal. De president, die wanhopig vanuit een geheime bunker opereerde, besloot dat er maar één manier was om “de opstand”, zoals hij het nog steeds noemde, te verpletteren. Hij riep zijn beste officieren bijeen die hem adviseerden om zijn sterkste middelen in te zetten om de opstand eens en voor altijd neer te slaan: gerichte kernraketten. Hij stemde ermee in.
De volgende dag werden overal in Amerika nucleaire kernkoppen op strategische Republikeinse bolwerken gegooid. Die dag vielen er honderdduizenden doden op plaatsen als Nevada, Texas, Mississippi. Miljoenen kwamen om op de volgende dag.
De Republikeinen reageerden. Zij namen hun eigen middelen in handen, overwonnen NORAD, en vuurden hun eigen kernwapens op bolwerken van de Democraten. Staten zoals Maine en New Hampshire werden grotendeels weggevaagd. Tijdens de volgende tien dagen werd bijna heel Amerika vernietigd, de ene na de andere stad. Het was de ene na de andere golf van volledige verwoesting, en zij die niet meteen door de aanvallen werden gedood, stierven kort daarna door giftige lucht en water. Binnen een maand tijd was er niemand meer over om te vechten. Straten en gebouwen liepen één voor één leeg toen mensen tegen hun voormalige buren begonnen te vechten.
Papa wachtte niet eens op de oproep—en daarom haat ik hem. Hij vertrok al lang daar voor. He was twintig jaar lang een officier in het Korps Mariniers voordat dit alles begon, en hij had het allemaal al aan zien komen. Iedere keer als hij naar het nieuws keek, iedere keer als hij twee politici tegen elkaar zag schreeuwen op de meest respectloze manier, altijd de inzet aan het verhogen, schudde papa met zijn hoofd en zei hij, “Dit wordt oorlog. Geloof mij maar.”
En hij had gelijk. Ironisch genoeg had papa zijn dienst er al op zitten en was hij al jaren voordat dit gebeurde uit het Korps getreden; maar toen het eerste schot werd gelost, op die dag, had hij zich weer gemeld. Voordat er sprake was van een volledige oorlog. Hij was waarschijnlijk de eerste die zich vrijwillig aanmeldde, voor een oorlog die nog niet eens was begonnen.
En daarom ben ik nog steeds kwaad op hem. Waarom moest hij dit doen? Waarom kon hij iedereen niet gewoon elkaar laten vermoorden? Waarom kon hij niet thuis blijven om ons te beschermen? Waarom gaf hij meer om zijn land dan zijn familie?
Ik herinner me nog heel goed de dag dat hij ons verliet. Ik kwam thuis van school, en voordat ik de deur open deed, hoorde ik binnen al geschreeuw. Ik zette mezelf schrap. Ik haatte het als mama en papa ruzie maakten, wat altijd zo leek, en ik dacht dat dit weer gewoon een van hun argumenten was.
Ik opende de deur en wist meteen dat het dit keer anders was. Dat er iets heel, heel erg fout zat. Papa stond daar in volledig uniform. Ik snapte er niks van. Hij had zijn uniform al jaren niet gedragen. Waarom nu ineens wel?
“Je bent geen man!” schreeuwde mama tegen hem. “Je bent een lafaard! Je laat je familie in de steek. Voor wat? Om onschuldige mensen te gaan doden?”
Papa’s gezicht werd rood, zoals altijd als hij kwaad werd.
“Je weet niet waar je het over hebt!” schreeuwde hij terug. “Ik doe mijn plicht voor mijn land. Dit is het juiste keuze.”
“De juiste keuze voor wie?” snauwde ze terug. “Je weet niet eens waar je voor vecht. Voor een stelletje van die stomme politici?”
“Ik weet precies waar ik voor vecht: om ons land bijeen te houden.”
“Oh, sorry hoor, Meneer Amerika!” schreeuwde ze terug naar hem. “Je kan dit in je hoofd goedpraten wat je wilt, maar de waarheid is dat je weggaat omdat je mij niet kunt uitstaan.Omdat je nooit hebt begrepen hoe met je burgerlijke leven om te gaan. Omdat je te dom bent om iets van je leven te maken na het Korps. Dus zodra je de mogelijkheid hebt, smeer je ‘m—”
Papa stopte haar met een harde klap in het gezicht. Ik hoor het geluid van de klap nog steeds in mijn hoofd.
Ik was geschrokken; nog nooit had hij haar met een vinger aangeraakt. Het voelt alsof ik zelf een klap kreeg. Ik staarde hem aan en herkende hem bijna niet. Was dat echt mijn vader? Ik was zo verbijsterd dat ik mijn boek met een plof liet vallen.
Ze wendden zich allebei naar mij. Geschrokken draaide ik me om en rende via de hal naar mijn slaapkamer en sloeg de deur achter me dicht. Ik wist niet hoe ik op dit alles moest reageren en moest hen gewoon ontvluchten.
Iets later werd er zacht op de deur geklopt.
“Brooke, ik ben het,” zei papa met een zachte, berouwvolle stem. “Het spijt me dat je dat moest zien. Doe alsjeblieft open.”
“Ga