De perfecte wijk. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу De perfecte wijk - Блейк Пирс страница 8
“Hij kon het niet meer aan. Hij werkte een zestal jaar bij inbraak en moord, ging daarna naar de opleiding van het FBI, kwam helemaal klaar voor de strijd terug en werkte hard als profiler voor twee jaar. Toen liep hij tegen een muur op.”
“Wat bedoel je?” vroeg Jessie.
“Dit is een lelijk beroep, Jessie. Ik heb het gevoel dat ik je dat niet moet vertellen na wat er met je echtgenoot gebeurd is. Maar het is één ding om een keer in aanraking te komen met geweld of de dood. Het is een heel andere zaak om er elke dag mee om te gaan en te zien wat voor vreselijke dingen mensen elkaar kunnen aandoen. Het is moeilijk om je menselijkheid te bewaren als je door die dingen overspoeld wordt. Het vreet aan je. Als je het nergens kwijt kunt aan het einde van de dag, kan het je werkelijk overhoop halen. Dat is iets waarover je moet nadenken als je mijn voorstel overweegt.”
Jessie besloot dat dit niet het moment was om aan rechercheur Hernandez te vertellen dat haar ervaring met Kyle niet de eerste keer was dat ze de dood van dichtbij gezien had. Ze wist niet zeker of het feit dat ze haar vader meerdere mensen had zien vermoorden, waaronder haar moeder, toen ze nog een kind was, haar kansen op de baan zou beïnvloeden.
“Wat is je voorstel precies?” vroeg ze en ze vermeed op die manier het onderwerp.
Ze hadden het bureau van Hernandez bereikt. Hij gebaarde dat ze tegenover hem plaats kon nemen terwijl hij verder praatte.
“Caster vervangen, op zijn minst tijdelijk. De divisie is nog niet bereid om een nieuwe voltijdse profiler aan te nemen. Ze hebben veel geld in Caster geïnvesteerd en ze voelen zich verbrand. Ze willen een grondige selectie van kandidaten organiseren voor ze zijn permanente vervanger aannemen. Ondertussen zoeken ze iemand voor een junior functie die het niet erg vindt om niet voltijds te werken en die voor een laag salaris wil werken.
“Dat zal fantastische kandidaten opleveren,” zei Jessie.
“Inderdaad. Daar vrees ik voor – dat ze om de kosten laag te houden zullen kiezen voor iemand die niet heeft wat nodig is. Als het aan mij zou liggen? Ik kies liever iemand die onervaren is maar talent heeft in plaats van iemand die niet kan profilen.”
“Vind je dat ik talent heb?” vroeg Jessie en ze hoopte dat het niet klonk alsof ze naar complimenten viste.
“Ik zie potentieel. Dat heb je laten zien in de case tijdens de les. Ik heb respect voor jouw professor, Warren Hosta. En hij heeft me verteld dat je echt talent hebt. Hij wilde geen details geven, maar hij gaf aan dat je toestemming had gekregen om een belangrijke gevangene te interviewen en dat je een band had opgebouwd die later misschien nuttig zou zijn. Het feit dat hij me niet meer kon vertellen over waar een pas afgestudeerde masterstudent mee bezig is, gaf me de indruk dat je niet zo onervaren bent als je op het eerste zicht zou denken. Bovendien slaagde je erin om het ingewikkelde moordcomplot van je echtgenoot te ontdekken en desondanks niet vermoord te worden. Dat is niet niets. Ik weet ook dat je aanvaard werd voor de National Academy opleiding van het FBI zonder enige ervaring in ordehandhaving. Dat gebeurt bijna nooit. Dus ik ben bereid het risico te nemen en jouw naam voor te stellen. Enkel als je geïnteresseerd bent natuurlijk. Ben je geïnteresseerd?
HOOFDSTUK VIJF
“Dus je gaat dat FBI ding doen?” vroeg Lacy vol ongeloof terwijl ze nog een slok wijn nam.
Ze zaten op de bank, hadden een halve fles rode wijn gedronken en verslonden het Chinese eten dat net geleverd was. Het was acht uur ’s avonds en Jessie was uitgeput na de langste dag in maanden.
“Ik ga het nog steeds doen, maar niet nu. Ze gaven me een eenmalig uitstel. Ik kan me aansluiten bij een volgende periode, zolang dat binnen de volgende zes maanden is. Als ik dat niet doe, moet ik opnieuw een aanvraag indienen. Omdat ik deze keer veel geluk heb gehad, betekent dat eigenlijk dat ik sowieso snel zal gaan.”
“En je gaat niet omdat je vuil werk wil doen voor de LAPD?” vroeg Lacy en ze leek het amper te geloven.
“Nogmaals, ik doe het nog steeds,” zei Jessie, terwijl ze een stevige slok van haar eigen glas nam, “ik stel het enkel even uit. Ik twijfelde al door alles wat er aan de hand is met de verkoop van het huis en mijn lichamelijke herstel. Dit gaf gewoon de doorslag. Het klinkt bovendien spannend!”
“Helemaal niet,” zei Lacy. “Het klinkt ongelooflijk saai. Zelfs je vriend rechercheur zei dat je routine-opdrachten zal doen en je de onbelangrijke cases zal krijgen die niemand anders wil doen.”
“In het begin. Maar van zodra ik wat meer ervaring heb, zullen ze me zeker iets interessanters geven. Dit is Los Angeles, Lace. Ze kunnen me niet weghouden van de gekte.”
*
Twee weken later, nadat de politieauto haar enkele straten van de plaats delict had afgezet, bedankte ze de agenten en liep ze naar het steegje waar ze de politietape al zag. Terwijl ze de straat overstak en de chauffeurs probeerde te vermijden die meer moeite leken te doen om haar te raken dan om haar te ontwijken, bedacht ze dat dit haar eerste moordcase was.
Als ze terugkeek naar haar korte periode bij Central Station, besefte ze dat ze zich vergist had toen ze dacht dat ze de gekte niet zouden kunnen weghouden. Op een of andere manier waren ze daar, tenminste tot nu toe, in geslaagd. Het grootste deel van haar tijd werd tegenwoordig op kantoor doorgebracht. Ze bekeek open cases om er zeker van te zijn dat Josh Caster alle papierwerk had gedaan voor hij was vertrokken. Het was saai werk.
Het feit dat Central Station de indruk gaf een druk busstation te zijn, hielp niet veel. De grote werkruimte was gigantisch. Mensen zwermden de hele tijd om haar heen en ze wist nooit echt zeker of het ging om personeel, burgers of verdachten. Ze moest verschillende keren van bureau veranderen omdat profilers die niet het label “tijdelijk” droegen, hun senioriteit gebruikten om hun favoriete werkplekken te claimen. Waar zo ook terecht kwam, Jessie leek altijd vlak onder een flikkerende TL-lamp terecht te komen.
Maar vandaag niet. Toen ze het steegje net naast East 4th Street inliep, zag ze rechercheur Hernandez aan het andere eind en ze hoopte dat deze case anders zou zijn dan de cases die ze tot nu toe toegewezen had gekregen. Bij die cases had ze de rechercheurs geschaduwd, maar niemand had naar haar mening gevraagd. Die was ook niet nodig geweest.
Van de drie cases waarbij ze geschaduwd had, waren er twee inbraken en een was een brandstichting. In alle gevallen had de verdachte meteen na de arrestatie bekend, in één geval zelfs zonder ondervraging. De rechercheur moest de kerel eerst zijn rechten voorlezen om hem daarna opnieuw te doen bekennen.
Maar misschien zou het vandaag anders zijn. Het was de maandag voor kerstdag en Jessie hoopte dat het kerstgevoel Hernandez misschien vrijgeviger zou maken dan sommige van zijn collega's. Ze ging bij hem en zijn partner voor die dag staan. Het was een man van in de veertig met een bril. Hij heette Callum Reid. Ze onderzochten de dood van een junkie in het steegje.
Er stak nog een naald in zijn linkerarm en de agent in uniform had de rechercheurs enkel opgeroepen als een formaliteit. Terwijl Hernandez en Reid met de agent praatten, dook Jessie onder de politietape door en liep naar het lichaam terwijl ze ervoor zorgde dat ze nergens liep waar het niet mocht.
Ze keek naar de jonge man. Hij zag er niet ouder uit dan zijzelf. Hij was zwart en had een opgeschoren kapsel. Zelfs liggend en zonder schoenen, kon ze zien dat hij groot was. Er was iets aan hem dat bekend leek.
“Moet ik deze man kennen?” riep ze naar Hernandez. “Ik heb het gevoel dat ik hem al eens ergens gezien heb.”
“Waarschijnlijk,”