Eens gejaagd. Блейк Пирс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Eens gejaagd - Блейк Пирс страница 10

Eens gejaagd - Блейк Пирс

Скачать книгу

waar hij toe in staat was. Maar hij heeft door de jaren heen veel kennis vergaard. Hij weet dat hij een genie is. En hij heeft nooit oprechte spijt getoond. O, hij heeft met de jaren geleerd hoe hij een perfecte façade op kan houden. En hij heeft zichzelf gedragen in de gevangenis – ook al verkort het zijn straf niet, hij krijgt er wel privileges voor. Maar ik weet zeker dat hij wreder en gevaarlijker is dan ooit.”

      Riley dacht even na. Iets zat haar dwars. Maar ze kon er net niet bij komen wat dat was.

      “Weet iemand waarom?” vroeg ze.

      “Waarom wat?” zei Bill.

      “Waarom hij ontsnapt is.”

      Bill en Meredith keken elkaar verbaasd aan.

      “Waarom ontsnappen mensen uit de gevangenis?” vroeg Bill.

      Riley begreep nu hoe vreemd haar vraag klonk. Ze dacht aan die ene keer dat Bill met haar mee naar Hatcher gegaan was.

      “Bill, jij hebt hem ontmoet,” zei ze. “Leek hij ontevreden? Rusteloos?”

      Bill dacht fronsend na.

      “Nee, hij leek eerder...”

      Hij maakte zijn zin niet af.

      “Bijna voldaan, misschien?” maakte Riley zijn gedachte af. “De gevangenis leek wel bij hem te passen. Ik heb nooit het gevoel gekregen dat hij überhaupt vrijheid wilde. Hij heeft iets ‘Zens’ over zich, hij is nergens in het leven echt aan gehecht. Voor zover ik weet heeft hij geen verlangens. Vrijheid heeft hem niks te bieden. En nu is hij op de vlucht, wordt hij gezocht. Dus waarom besloot hij te ontsnappen? En waarom nu?”

      Meredith trommelde met zijn vingers op zijn bureau.

      “Hoe ben je vorige keer dat je hem zag vertrokken?” vroeg hij. “Zijn jullie op goede voet uit elkaar gegaan?”

      Riley onderdrukte maar net een wrange glimlach.

      “We gaan nooit op goede voet uit elkaar,” zei ze.

      Na een korte pauze, voegde ze toe, “Ik snap wat je bedoelt. Je vraagt je af of ik misschien zijn doelwit ben.”

      “Is dat mogelijk?” vroeg Bill.

      Riley gaf geen antwoord. Ze dacht weer terug aan wat Hatcher tegen haar gezegd had, toen ze hem zei dat ze niet terug zou komen om hem te zien.

      “Wellicht is dat ook niet nodig.”

      Was het een dreigement geweest? Riley wist het niet.

      Meredith zei, “Agent Paige, ik hoef je niet uit te leggen dat dit een hectische, prominente zaak gaat worden waar veel druk op staat. Op dit moment verspreidt deze informatie zich al als een lopend vuurtje naar de media. Ontsnappingen uit de gevangenis komen altijd groots in het nieuws. Soms zorgen ze zelfs voor algehele paniek. Wat hij ook van plan is, we moeten hem snel stoppen. Ik had echt gewild dat je eerste zaak als je terugkwam niet zo gevaarlijk en moeilijk zou zijn. Voel je je klaar? Voel je je ertoe in staat?”

      Riley voelde een vreemde tinteling terwijl ze de vraag overdacht. Het was een gevoel dat ze maar zelden had gevoeld voordat ze een zaak aannam. Het duurde haar even om te beseffen dat het pure, onvervalste angst was.

      Maar het was geen angst voor haar eigen veiligheid. Het was iets anders. Het was iets onbekends, iets irrationeels. Misschien was het het feit dat Hatcher haar zo goed kende. In haar ervaring wilden gevangen altijd iets terug in ruil voor informatie. Maar Hatcher had geen interesse in de standaard ruilmiddelen als sigaretten of whiskey. Zijn eigen voor wat, hoort wat was zowel simpel als zeer huiveringwekkend geweest.

      Hij wilde dat ze dingen over zichzelf vertelde.

      “Iets waarvan je niet wil dat anderen het weten,” had hij gezegd. “Iets waarvan je niet wil dat ook maar iemand het weet.”

      Riley had hier, achteraf gezien misschien te gemakkelijk, mee ingestemd. Nu wist Hatcher van alles over haar; dat ze een onvolmaakte moeder was, dat ze haar vader haatte en niet naar zijn begrafenis was gegaan, dat er een seksuele aantrekkingskracht hing tussen haar en Bill, en dat ze soms, net als Hatcher zelf, plezier haalde uit geweld en moord.

      Ze dacht terug aan wat hij had gezegd tijdens haar laatste bezoek.

      “Ik ken je. Op sommige manieren ken ik je beter dan dat je jezelf kent.”

      Was ze echt opgewassen tegen de scherpzinnigheid van zo’n man? Meredith zat daar en wachtte geduldig op antwoord op zijn vraag.

      “Ik ben zo klaar als maar kan,” zei ze, terwijl ze probeerde om zelfverzekerder te klinken dan dat ze zich voelde.

      “Mooi,” zei Meredith. “Hoe denk je dat we verder moeten?”

      Riley dacht even na.

      “Bill en ik moeten alle informatie over Shane Hatcher bestuderen die de FBI heeft,” zei ze.

      Meredith knikte en zei, “Ik heb al tegen Sam Flores gezegd dat hij alles moet klaarzetten.”

      *

      Een paar minuten later zaten Riley, Bill en Meredith in de vergaderzaal van de BAU te kijken naar het enorme multimediascherm dat Sam Flores had klaargezet. Flores was een labtechnicus met een bril met zwart montuur.

      “Ik denk dat ik alles heb wat jullie mogelijk zouden willen zien,” zei Flores. “Geboorteakte, arrestatiegegevens, rechtbankverslagen, alles.”

      Riley zag dat het een indrukwekkende tentoonstelling was. En het liet zeker weten niets aan de verbeelding over. Er waren enkele gruwelijke foto’s van Shane Hatchers vermoorde slachtoffers, waaronder de verminkte agent die op zijn eigen veranda lag.

      “Wat weten we over de agent die Hatcher vermoord heeft?” vroeg Bill.

      Flores bracht enkele foto’s van een vriendelijk uitziende politieagent naar voren.

      “Het is Agent Lucien Wayles, zesenveertig jaar oud toen hij overleed in 1986,” zei Flores. “Hij was getrouwd en had drie kinderen, had een Medaille voor Uitzonderlijke Moed, was geliefd en werd gerespecteerd. De FBI werkte samen met de plaatselijke politie en kreeg Hatcher een paar dagen na de moord op Wayles te pakken. Het is verbazingwekkend dat ze hem niet op dat moment zelf tot moes geslagen hadden.”

      Terwijl ze het scherm bestudeerde, was Riley het meest getroffen door de foto’s van Hatcher zelf. Ze herkende hem amper. Alhoewel de man die ze kende intimiderend kon zijn, maakte hij toch een fatsoenlijke, zelfs geleerde indruk, met zijn leesbril die altijd op zijn neus stond. De jonge Afro-Amerikaan op de arrestatiefoto’s uit 1986 had een mager, hard gezicht en een wrede, lege blik. Riley kon bijna niet geloven dat dit dezelfde persoon was.

      Ondanks de compleetheid en de mate van detail in de tentoonstelling, voelde Riley zich toch ontevreden. Ze dacht dat ze Shane Hatcher zo goed kende als wie dan ook. Maar ze kende deze Shane Hatcher niet, het wrede jonge bendelid genaamd “Shane the Chain.”

      Ik moet hem leren kennen, dacht ze.

      Anders maakte ze geen enkele kans om hem te pakken te krijgen.

      Op een of andere manier had

Скачать книгу