Eens gejaagd. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Eens gejaagd - Блейк Пирс страница 4
Joel jankte van de pijn en doodsangst.
Riley duwde haar voet naar beneden.
“Wie zei dat?” eiste ze.
“Uw dochter... Zij zei het.”
“Zei wat?”
“‘Nee, nee, nee...’”
Riley zette iets minder druk.
“En waarom zei mijn dochter dat?” vroeg ze.
Joel kon bijna niet praten tussen zijn hevige snikken door.
“Omdat... ze hulpeloos was... en pijn had. Ik snap het. Ik begrijp het.”
Riley haalde haar voet weg. Ze dacht dat hij de boodschap nu wel begrepen had – voor nu tenminste, vast niet voor altijd. Maar dit was het beste, of slechtste, wat ze op dit moment kon doen. Hij verdiende de dood, of nog erger. Maar ze kon het niet over haar hart verkrijgen om hem te doden. In ieder geval zou hij die hand nooit meer fatsoenlijk kunnen gebruiken.
Riley liet Joel geboeid en ineengekrompen liggen en haastte zich naar haar dochter. Aprils pupillen waren wijd en Riley wist dat ze moeite had om haar te zien.
“Mam?” zei April zacht jammerend.
Het geluid van dat woord maakte enorm veel kwelling in Riley los. Ze barstte in tranen uit terwijl ze April weer aan begon te kleden.
“Ik haal je hier weg,” zei ze tussen haar snikken door. “Het komt allemaal goed.”
Maar terwijl ze de woorden zei, hoopte Riley maar dat ze waar waren.
HOOFDSTUK EEN
Riley kroop over de grond in een vochtige kruipruimte onder een huis. Ze werd omringd door volledige duisternis. Ze vroeg zich af waarom ze geen zaklamp had meegenomen. Ze was immers al eerder op deze vreselijke plek geweest.
Ze hoorde Aprils stem weer vanuit het donker roepen.
“Mam, waar ben je?”
Riley voelde een steek van wanhoop in haar hart. Ze wist dat April ergens in deze duivelse duisternis in een kooi zat. Ze werd gemarteld door een meedogenloos monster.
“Ik ben hier,” riep Riley als antwoord. “Ik kom eraan. Blijf praten zodat ik je kan vinden.”
“Ik ben hier,” riep April.
Riley kroop die richting in, maar een ogenblik later hoorde ze haar dochters stem vanuit een andere richting komen.
“Ik ben hier.”
Toen echode de stem door de duisternis.
“Ik ben hier... Ik ben hier... Ik ben hier...”
Het was niet slechts één stem, en het was niet slechts één meisje. Veel meisjes riepen om haar hulp. En ze had geen idee hoe ze bij ze kon komen.
Riley werd uit haar nachtmerrie ontwaakt door een kneepje in haar hand. Ze was in slaap gevallen terwijl ze Aprils hand vasthield, en April begon nu wakker te worden. Riley ging rechter zitten en keek naar haar dochter die in het bed lag.
Aprils gezicht was nog steeds enigszins grauw en bleek, maar haar hand was sterker en niet koud meer. Ze zag er een stuk beter uit dan gisteren. De nacht in de kliniek had haar goed gedaan. Het lukte April om haar ogen op Riley te focussen. Toen kwamen de tranen, zoals Riley al verwacht had.
“Mam, wat als je niet gekomen was?” zei April met stokkende stem.
Riley voelde haar eigen ogen branden. April had diezelfde vraag al talloze keren gesteld. Riley kon het niet verdragen om zich het antwoord in te beelden, laat staan het hardop te zeggen.
Riley’s mobiel ging. Ze zag dat het Mike Nevins was, een forensisch psychiater die ook een goede vriend van haar was. Hij had Riley vaak bijgestaan in tijden van crisis, en had haar met alle liefde ook met deze geholpen.
“Ik wilde gewoon even weten hoe het ging,” zei Mike. “Ik hoop dat ik niet ongelegen bel.”
Riley was blij om Mike’s vriendelijke stem te horen.
“Helemaal niet, Mike. Bedankt dat je belt.”
“Hoe gaat het met haar?”
“Beter, denk ik.”
Riley wist niet wat ze gedaan zou hebben zonder Mike’s hulp. Nadat Riley April weg had gehaald bij Joel, was gisteren een grote chaos van noodhulp, medische behandelingen en politieverslagen geweest. Gisteravond had Mike geregeld dat April hier in de Corcoran Hill ontwenningskliniek opgenomen kon worden.
Het was veel fijner dan het ziekenhuis. Zelfs met alle benodigde apparatuur was de kamer mooi en comfortabel. Door het raam zag Riley bomen op het goed bijgehouden terrein staan.
Op dat moment kwam Aprils dokter de kamer binnen. Ze hing de telefoon op terwijl Dr. Ellis Spears binnenkwam. Het was een aardig uitziende man met een jeugdig gezicht, maar een paar grijze haren verraadden zijn echte leeftijd.
Hij raakte Aprils hand aan en vroeg, “Hoe voel je je?”
“Niet geweldig,” zei ze.
“Nou, geef het wat tijd,” zei hij. “Het komt helemaal goed met je. Mevrouw Paige, kan ik u even spreken?”
Riley knikte en volgde hem de gang in. Dr. Spears nam wat informatie op zijn klembord door.
“De heroïne is bijna helemaal uit haar systeem,” zei hij. “De jongen had haar een gevaarlijk hoge dosis gegeven. Gelukkig verlaat het snel de bloedbaan. Ze zal waarschijnlijk geen fysieke ontwenningsverschijnselen krijgen. De narigheid die ze nu doormaakt is meer emotioneel dan fysiek.”
“Zal ze...?” Het lukte Riley niet om de vraag af te maken.
Gelukkig begreep de dokter wat ze wilde weten.
“Terugvallen of verlangen naar meer heroïne? Dat is moeilijk om te zeggen. De eerste keer heroïne gebruiken kan fantastisch voelen, als het beste gevoel van de wereld. Ze is op dit moment geen verslaafde, maar ze zal dat gevoel zeer waarschijnlijk niet vergeten. Er is altijd het risico dat ze in de verleiding komt om dat stralende gevoel weer op te zoeken.”
Riley begreep wat de dokter wilde zeggen. Het was vanaf nu van levensbelang om April uit de buurt te houden van iedere mogelijkheid tot drugsgebruik. Het was een angstaanjagend vooruitzicht. April had nu toegeven dat ze wiet rookte en pillen gebruikte. Sommige pillen waren blijkbaar pijnstillers op recept, erg gevaarlijke opioïden.
“Dr. Spears, ik...”
Riley had er even moeite mee om de vraag in haar hoofd te vormen.
“Ik begrijp niet wat er gebeurd is,” zei ze. “Waarom zou ze zoiets doen?”
De dokter glimlachte meelevend naar haar. Riley vermoedde dat hij