Een Requiem Voor Prinsen. Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Een Requiem Voor Prinsen - Морган Райс страница 5

Een Requiem Voor Prinsen - Морган Райс

Скачать книгу

      Op dat moment viel Sebastian zijn broer aan. Hij beukte tegen Rupert aan en ze vielen met zijn tweeën tegen de houten latten van de steigers. Sebastian eindigde bovenop, greep zijn broer vast en sloeg hem.

      “Waag het niet om zo over Sophia te praten! Is het niet erg genoeg dat ze dood is?”

      Rupert spartelde en kronkelde onder hem, kwam even boven en wist zelf ook een stoot uit te delen. Het gevecht ging maar door en door, en Sebastian voelde de rand van de steiger tegen zijn rug, een seconde voordat hij en Rupert in het water vielen.

      Het sloot zich over hen heen terwijl ze vochten, en hun handen sloten zich bijna instinctief rond elkaars keel. Het kon Sebastian niet schelen. Hij had niets meer om voor te leven, niet nu Sophia er niet meer was. Misschien, als hij net zo koud en dood was als zij, zouden ze weer herenigd worden in wat er aan de andere kant van het masker des doods lag. Hij voelde Rupert naar hem schoppen, maar Sebastian kon dat kleine beetje pijn nauwelijks nog voelen.

      Toen voelde hij handen naar hen graaien, en ze trokken hem uit het water. Hij had moeten weten dat Ruperts mannen tussenbeide zouden komen om hun prins te redden. Ze trokken Sebastian en Rupert aan hun armen en kleren uit het water en hesen hen het droge op, terwijl het koude water langs op de steigers druppelde.

      “Laat me los,” eiste Rupert. “Nee, hou hem vast.”

      Sebastian voelde handen rond zijn armen die hem vasthielden. Zijn broer sloeg hem hard in zijn maag, zo hard dat Sebastian dubbel zou zijn geklapt als de soldaten hem niet hadden vastgehouden. Hij zag het moment waarop zijn broer een mes trok, gekromd en vlijmscherp: een jachtmes; een vilmes.

      Hij voelde de scherpte van de rand toen Rupert het tegen zijn gezicht drukte.

      “Dacht je dat je me zomaar kon aanvallen? Ik ben het halve koninkrijk door gereden vanwege jou. Ik heb het koud, ik ben nat, en mijn kleren zijn geruïneerd. Misschien moet je gezicht dat ook maar zijn.”

      Sebastian voelde dat zich een druppeltje bloed vormde onder de druk van het mes. Tot zijn verbazing stapte een van de soldaten naar voren.

      “Uwe hoogheid,” zei hij, met een duidelijke toon van respect. “Ik heb het vermoeden dat de Weduwe wil dat haar zoons allebéí veilig thuiskomen.”

      Sebastian voelde Rupert gevaarlijk stil worden, en even dacht hij dat hij het alsnog zou doen. In plaats daarvan trok hij het mes weg, en zijn woede verdween weer achter het masker van beleefdheid dat hij altijd droeg.

      “Ja, je hebt gelijk, soldaat. Ik zou niet willen dat Moeder kwaad werd omdat ik een… misstap had begaan.”

      Het was een onschuldige term om te gebruiken gezien hij enkele seconden eerder Sebastians gezicht aan stukken had willen snijden. Het feit dat hij zo snel kon wisselen bevestigde vrijwel alles dat Sebastian over hem had gehoord. Hij had altijd geprobeerd om de verhalen te negeren, maar het was alsof hij hier, en eerder, toen hij de tuinman bij het verlaten huis had gemarteld, de echte Rupert had gezien.

      “Ik wil dat Moeder al haar woede voor jou bewaard, broertje,” zei Rupert. Hij sloeg Sebastian deze keer niet. Hij klopte hem alleen om zijn schouder, op een broederlijke manier die ongetwijfeld een act was. “Er zomaar vandoor gaan, tegen soldaten vechten. Een van hen vermoorden.”

      Bijna te snel om te volgen draaide Rupert zich om en stak de soldaat die bezwaar had gemaakt door zijn keel. De man viel en greep naar de wond, zijn ogen net zo geschokt als die van de anderen.

      “Laten we dit even duidelijk stellen,” zei Rupert met een dreigende stem. “Ik ben de kroonprins, en we zijn ver verwijdert van het Assemblee van Aristocraten met hun regeltjes en hun pogingen om hun meerderen in bedwang te houden. Hier worden mijn bevelen niet in twijfel getrokken! Is dat begrepen?”

      Als hij iemand anders was geweest, was hij al snel door de andere soldaten uitgeschakeld. Maar de mannen mompelden instemmend. Ze wisten allemaal dat degene die het lef had een prins van het bloed aan te vallen, verantwoordelijk zou zijn voor het opnieuw aanwakkeren van de burgeroorlogen.

      “Maak je geen zorgen,” zei Rupert terwijl hij het mes afveegde. “Ik maakte een grapje toen ik zei dat ik je gezicht aan flarden wilde snijden. Ik zal niet eens vertellen dat je die man hebt vermoord. Hij stierf in het gevecht bij het schip. Nu, bedank me.”

      “Dank je,” zei Sebastian vlak, maar alleen omdat hij het vermoeden had dat het de beste manier was om nog meer geweld te voorkomen.

      “Bovendien denk ik dat Moeder een verhaal over je nutteloosheid eerder zou geloven dan een verhaal over je moordlustigheid,” zei Rupert. “De zoon die wegliep, niet op tijd was, zijn liefje verloor en door een meisje in elkaar werd geslagen.”

      Sebastian had hem nog een keer aangevallen als de soldaten hem niet nog steeds zo stevig vasthielden. Het was alsof ze het hadden verwacht. Misschien deden ze het wel om hem te beschermen.

      “Ja,” zei Rupert, “je bent veel beter als tragisch figuur dan als hatelijk figuur. Je ziet er nu uit alsof je het verdriet zelve bent.”

      Sebastian wist dat zijn broer het nooit zou begrijpen. Hij zou nooit begrijpen hoe het voelde om de pijn door zijn hart te voelen vreten, of dat het nog vele malen erger was dan de pijn van zijn verwondingen. Hij zou nooit verdriet voelen omdat hij iemand waarvan hij hield had verloren, want Sebastian wist zeker dat Rupert om niemand iets gaf behalve om zichzelf.

      Sebastian had van Sophia gehouden, en pas nu ze er niet meer was begon hij te beseffen hoe veel. In de seconden dat hij haar zo stil en levenloos had zien liggen, zelfs in de dood beeldschoon, had hij gevoeld hoe groot het deel van zijn wereld was dat hem was afgenomen. Hij voelde zich als een geest uit een van de oude verhalen, leeg op de huls van vlees na die zijn verdriet omgaf.

      De enige reden dat hij niet huilde was omdat hij zich zelfs daar te hol voor voelde. Wel, dat en omdat hij het zijn broer niet gunde om hem zo te zien.

      Op dat moment zou hij de dood hebben verwelkomd als Rupert had doorgezet. Dat zou in elk geval een einde hebben gemaakt aan de oneindige pijn die zich om hem heen uit leek te strekken.

      “Het is tijd dat je naar huis komt,” zei Rupert. “Je mag erbij zijn als ik verslag uitbreng van alles dat er is gebeurd. Moeder heeft me gestuurd om je terug te halen, dus dat is wat ik ga doen. Ik bind je vast aan een paard als het moet.”

      “Dat hoeft niet,” zei Sebastian. “Ik ga wel.”

      Hij zei het zachtjes, en toch was het genoeg om een triomfantelijke glimlach op het gezicht van zijn broer te toveren. Rupert dacht dat hij gewonnen had. De waarheid was dat het Sebastian gewoon niet kon schelen. Het was niet belangrijk meer. Hij wachtte tot een van de soldaten hem een paard bracht. Hij steeg op en dreef het dier met loodzware ledematen voorwaarts.

      Hij zou naar Ashton gaan, en hij zou de prins zijn die zijn familie wilde dat hij was. Het maakte allemaal niets meer uit.

      Niets deed er nog toe nu Sophia dood was.

      HOOFDSTUK DRIE

      Cora was nog nooit ergens zo dankbaar voor geweest toen de grond weer vlak begon te worden. Het voelde alsof zij en Emeline een eeuwigheid hadden gelopen, hoewel het haar vriendin weinig leek te doen.

      “Hoe kun je gewoon blijven lopen alsof je niet moe bent?” vroeg Cora, terwijl Emeline stevig door beende. “Is het een soort magie?”

Скачать книгу