Wachten. Блейк Пирс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Wachten - Блейк Пирс страница 10

Wachten - Блейк Пирс

Скачать книгу

kon nu zien dat het huis, en kennelijk de andere erom heen, groter was dan het er van buiten uitzag. Hoewel het nauw was, was het ook diep, met flink veel kamers langs de gangen. Naast de twee verdiepingen die zo te zien waren, verwachtte Riley dat het huis ook een zolder en kelder had.

      Bovenaan de trap botsten vier agenten bijna op Crivaro terwijl ze een van de kamers uit kwamen.

      “Hier niks,” zei een van de agenten.

      “Weet je dat zeker?” vroeg Crivaro.

      “We hebben hem uit en te treuren doorzocht,” zei de andere agent.

      Toen riep een stem vanuit de kamer direct aan de andere kant van de gang…

      “He, ik denk dat we hier een goede vondst hebben!”

      Riley liep achter Crivaro en McCune de gang door. Voor ze hen de kamer in kon volgen, stak Crivaro zijn hand uit en hield haar tegen.

      “Ho ho,” zei hij tegen haar. “Jij kan precies hier in de hal blijven kijken.”

      Riley stond net buiten de deur en zag vijf mannen de kamer doorzoeken. Degene die Jake had geroepen stond naast een rechthoekige vorm aan de muur.

      Hij zei, “Het lijkt erop dat dit ooit een dienstlift was. Wil je een gokje wagen dat we er iets in vinden?”

      “Breek het open,” zei Crivaro.

      Riley nam een stop naar voren om te zien wat ze aan het doen waren.

      Jake keek haar aan en riep…

      “He, Sweeney. Wat heb ik je net nou gezegd?”

      Riley zou net gaan uitleggen dat ze niet van plan was naar binnen te komen toen Jake een agent beval…

      “Doe die klotedeur dicht/”

      De deur sloeg dicht in Riley’s gezicht. Riley daar stond in de gang en was geschokt en vernederd.

      Waarom is Agent Crivaro toch zo boos op me? vroeg ze zich af.

      Er kwam nu een hoop lawaai vanuit de kamer. Het klonk alsof iemand de plek waar de dienstlift in de muur had gezeten met breekijzer aan het bewerken was. Riley had graag gezien wat er gebeurde, maar het was uitgesloten dat ze de deur weer zou openen.

      Ze liep de gang door en naar de kamer aan de andere kant, de kamer waarvan de agenten gezegd hadden dat die al doorzocht was. Stoelen en meubels lagen op hun kant, en een tapijtje dat kennelijk was opgetild en weer neergekwakt lag in kreukels.

      In haar eentje liep Riley naar het raam dat op de straat uitkeek.

      Buiten zag ze wat enkelingen die met een stevige pas voortbewogen alsof ze haast hadden om hun bestemming te bereiken.

      Ze voelen zich niet veilig daarbuiten, realiseerde ze zich. Ze vond het een intens treurige gedachte.

      Ze vroeg zich af hoe lang geleden het in deze buurt voor het laatst prettig wonen was geweest.

      Ze vroeg zich ook af…

      Maakt het echt iets uit wat we doen?

      Riley probeerde zich een voorstelling te maken van hoe het leven hier kon zijn nadat het “ministation” waar Agent McCune het over had geïnstalleerd was. Zouden de buurtbewoners zich echt veiliger voelen met een paar agenten aan een picknicktafel?

      Riley zuchtte terwijl de schaarse mensen op straat zich voorthaastten naar hun respectievelijke bestemmingen.

      Ze besefte dat ze zichzelf de verkeerde vraag stelde.

      Er is geen “we” – tenminste, nog niet.

      Ze nam helemaal geen deel aan deze operatie. En Agent Crivaro liet bepaald niet blijken dat hij enig vertrouwen in haar had.

      Ze keerde zich af van het raam en ging naar de deur. Terwijl ze over het gekreukte tapijt passeerde, hoorde ze een vreemd geluid onder haar voeten. Ze stopte en bleef er een tijdje staan. Toen tikte ze met haar hiel tegen de vloer.

      Waar ze stond klonk het vreemd en hol.

      Ze liep over de rand van het tapijt en trok het van dat deel van de vloer.

      Ze zag niks bijzonders, gewoon een simpele vloer van hout.

      Ik heb het me gewoon ingebeeld, dacht ze.

      Ze herinnerde zich wat een van de agenten had gezegd terwijl hij de kamer verliet.

      “We hebben hem uit en te treuren doorzocht.”

      Dan ging zij niet even iets vinden dat vier FBI agenten over het hoofd hadden gezien.

      En toch wist ze zeker dat ze iets raars had gehoord. Ze zou het niet hebben opgemerkt als iemand anders zich door de kamer had bewogen. Ze merkte het alleen op omdat het hier stil was.

      Ze maakte een paar passen naar de zijkant en tikte met haar hiel tegen de vloer. Daar klonk de vloer weer als een stuk. Toen hurkte ze en klopte met haar knokkels op de plek die ze eerder had opgemerkt.

      En ja hoor, het klonk hier inderdaad hol. Ze kon nog steeds niets van een opening zien, maar…

      Ik vraag het me af.

      Ze kon zien dat een van de planken korter was dan de andere. Aan een uiteinde had het een donker vlekje dat eruit zag als een gewone knoest.

      Riley drukte met haar vinger op de knoest.

      Ze sprong bijna een meter in de lucht toen de plank aan dat eind een stukje omhoog sprong.

      Ik heb iets gevonden! dacht ze.

      Ik heb echt iets gevonden!

      HOOFDSTUK VIER

      Riley trok aan het uiteinde van de plank dat wat omhoog was gesprongen.

      De hele plank kwam los. Ze plaatste het aan een kant.

      En jawel, er zat een opening die leidde naar gat onder de vloer.

      Riley bekeek het van dichtbij. Verscholen onder de planken, net buiten zicht, waren stapels papiergeld.

      Ze schreeuwde luid, “Agent Crivaro! Ik heb iets gevonden!”

      Terwijl ze wachtte op antwoord, spiedde Riley iets anders tussen de bundeltjes. Het was e rand van een plastic voorwerp.

      Riley reikte naar het voorwerp en pakte het op.

      Het was een mobiele telefoon – een eenvoudiger model dan welke zij eerder gekregen had. Ze besefte dat dit zo’n prepaid type moest zijn, die je niet aan een eigenaar kon koppelen.

      Een burnertelefoon, dacht ze. Dat moet lekker handig geweest zijn voor een drugsoperatie.

      Plotseling hoorde ze een stem brullen vanuit de deuropening…

      “Sweeney!

Скачать книгу