het gelegen?
Stoor ik?
Je hebt gelijk!
Afgesproken
Ik hoor het graag
Klopt dat?
Wat is er aan de hand?
Daar word ik niet blij van
Daar zitten wij niet op te wachten
Dat is koffiedik kijken
Tabellenverzeichnis
1 Kapitel 1Tabelle 1.1: Aussprache einiger Vokale und DiphthongeTabelle 1.2: Aussprache der niederländischen Konsonanten
2 Kapitel 4Tabelle 4.1: Kennen Sie diese europäischen Länder und Städte?
Illustrationsverzeichnis
1 Kapitel 3Abbildung 3.1: Die Einteilung der Uhr
Orientierungspunkte
1 Cover
2 Inhaltsverzeichnis
Seitenliste
1 1
2 2
3 5
4 6
5 15
6 17
7 18
8 19
9 21
10 22
11 23
12 24
13 25
14 26
15 27
16 28
17 29
18 30
19 31
20 32
21 33
22 34
23 35
24 36
25 37
26 38
27 39
28 40
29 41
30 42
31 43
32 44
33 45
34 46
35 47
36 48
37 49
38 50
39 51
40 52
41 53
42 54
43 55
44 57
45 58
46 59
47 60
48 61
49
