Raji Boek Vier. Charley Brindley
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Raji Boek Vier - Charley Brindley страница 12
De kinderen stoven weg in alle richtingen en stopten achter de hutten. Ik keek even naar Marie en ze glimlachte lief naar me.
"Daar is het huis van tante Thuy." Suu-Kyi wees naar een hut een klein beetje verder.
De hut was niet meer dan een paar roestige golfplaten die aan elkaar genageld waren. Het dak bestond uit palmbladeren met een groot gat in het midden om de rook van het kookvuur te laten ontsnappen.
De voordeur bestond uit een paar kromme planken die aan elkaar bevestigd waren. Een stuk touw deed dienst als grendel.
Mijn kinderen hebben op deze afschuwelijke plek gewoond.
Ik klopte zacht, want ik was bang dat de deur uiteen zou vallen; geen antwoord. Ik klopte nog eens; niets.
"Tante Thuy is er niet," zei een klein stemmetje vlakbij.
Ik zag een jongetje van achter een andere hut aan de overkant van de weg piepen. Het was het jongetje naar wie Marie geschopt had.
"Waar is tante Thuy heengegaan?" vroeg ik in het Birmaans.
"Naar de hoofdman voor kippenpoten." De jongen dook weg.
"Waar..." Mijn stem brak. Ik slikte en probeerde het opnieuw. "Waar woonden jullie met je moeder voor je hier kwam wonen met tante Thuy?"
“Verderop op deze weg.” Marie wees in de steeg.
Verderop liep de open riool in het midden van de straat naar een rij vervallen hutten die tegen elkaar leunden alsof ze elkaar ondersteunden. Mocht een van de hutten afgebroken worden, zouden ze beslist allemaal instorten. De hutten stonden op de modderige oever van een mistroostige poel. Op het stilstaande water lag een laag vies slijm.
Ik pakte de meisjes bij de hand en begon terug te keren. Ik kon het niet meer aan, te weten dat ze onder zulke rottige omstandigheden geleefd hadden.
Mijn kinderen hadden nooit zo'n leven mogen doorstaan.
Toen we bij de eerste geplaveide straat kwamen, hield ik een riksja tegen en vroeg aan de man om ons naar het stadhuis te brengen. Ik wilde de geboorteaktes van de meisjes bekijken om te zien of ik informatie over Kayin kon vinden.
De rit naar de Myingyanwijk, waar de overheidsgebouwen waren, duurde een half uur. Te voet zouden we er twee uur of langer over gedaan hebben.
In het stadhuis duurde het bijna twintig minuten voor de gebogen, oude klerk het juiste register vond. Hij legde het zware boek op de balie en doorbladerde het, op zoek naar de namen van de meisjes. Uiteindelijk vond hij de juiste bladzijde en draaide hij het boek om zodat ik het zou kunnen lezen.
Ze waren geboren op 11 juli 1934. Kayin Mycin Yankiz was de naam van hun moeder. In het vakje waar de naam van de hun vader had moeten staan, was een groot, zwart vierkant dat bedekte wat er voordien geschreven had gestaan.
"Wat betekent dit?" vroeg ik aan de oude man. Mijn Birmaans was traag en ik had een zwaar Engels accent.
"Wat is u zegt?" vroeg hij, terwijl hij zijn grijs, vezelig haar van voor zijn oor veegde en er zijn hand rond legde.
Ik herhaalde de vraag en wees naar het zwarte vierkant.
Hij trok het boek naar zijn kant van de balie, verplaatste zijn minuscule, ronde bril van het topje van zijn neus naar zijn waterige ogen. Met zijn lange vingernagel volgde hij elke regel terwijl hij alles las tot hij bij het zwarte vakje kwam. Hij krabde met zijn vingernagel op het vakje en trok dan grote ogen als hij zag wat tevoorschijn kwam. De oude man keek naar mij en dan weer naar het vakje.
Er stond een soort van officiële stempel of zegel op. Het had een lichtrode kleur, was achthoekig en had een donkere cirkel in het midden. In de cirkel waren Birmaanse woorden geschreven en helemaal in het midden stond er een stempel die leek op een kroon. De onderste rand van de stempel overlapte het zwarte vierkant zoals een poststempel over een postzegel wordt gezet. In de cirkel stond er een handtekening.
De klerk keek over zijn schouder naar een jonge man die met zijn rug naar ons stond.
"Wat is dat?" vroeg ik.
Hij keek naar me met wijd open ogen. Ik wees naar de rode stempel en stelde mijn vraag opnieuw.
"Koninklijk zegel," fluisterde hij. "Mag niet kijken. Koninklijk zegel geheim. Het is verboden te zien." Hij sloot het boek en bracht het snel weg.
"Wacht even," riep ik hem achterna. "Ik wil dat bekijken."
Maar de oude man haastte zich naar de achterste kamer en sloeg de deur dicht.
De jongere man kwam naar de balie. "Wat is het voor u, alstublieft?" vroeg hij.
"Die oude man liet me het geboorteregister van mijn kinderen zien." Ik sprak Engels, want ik wilde geen tijd verspillen met zoeken naar de juiste woorden in het Birmaans. "En toen ik hem uitleg vroeg over een rood zegel op het document sloot hij het boek en bracht het weg."
"Een ogenblik min of meer u wacht." De jongeman sprak ook in het Engels. "Hij zal aan mij laten weten wat er aan de hand is."
Hij ging de achterste kamer binnen en sloot de deur achter zich. Maar hij keerde snel terug en liep met een sombere, bezorgde blik naar de balie.
“Wat zal uw naam zijn, alstublieft?”
Ik gaf hem mijn naam. Hij vroeg waar ik woonde en ik gaf hem het adres van het hotel en mijn kamernummer.
"En dit kinderen, het zijn uw kinderen? Ik mag hun namen ook hebben."
Hij noteerde alles wat ik hem vertelde, waarna hij abrupt aankondigde: "Dit ding nu gesloten, trouwens."
Hij trok het matte venster neer en ik hoorde de grendel in het slot vallen met een luide, metalige klik.
Конец ознакомительного фрагмента.
Текст предоставлен ООО «ЛитРес».
Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.
Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.