style="font-size:15px;"> Bediening: Wat een mooie dag vandaag, nietwaar? (Какой сегодня прекрасный день, не правда ли?; wat een mooie dag – какой прекрасный день; vandaag – сегодня; nietwaar – не правда ли).
Klant: Ja, het is heerlijk weer. Eindelijk zon na al die regen. (Да, погода прекрасная. Наконец-то солнце после всех этих дождей; het is heerlijk weer – погода прекрасная; eindelijk zon – наконец-то солнце; na al die regen – после всех этих дождей).
Bediening: Inderdaad, het is een verademing. Heeft u plannen voor de rest van de dag? (Действительно, это облегчение. У вас есть планы на оставшуюся часть дня?; inderdaad – действительно; het is een verademing – это облегчение; heeft u plannen – у вас есть планы; voor de rest van de dag – на оставшуюся часть дня).
Klant: Ja, ik ga later met vrienden naar het park. En u? (Да, я позже пойду в парк с друзьями. А вы?; ik ga later – я пойду позже; met vrienden – с друзьями; naar het park – в парк; en u – а вы).
Bediening: Ik werk tot zes uur, daarna misschien een wandeling maken. (Я работаю до шести, потом, возможно, пойду на прогулку; ik werk tot zes uur – я работаю до шести; daarna misschien – потом, возможно; een wandeling maken – пойти на прогулку).
Klant: Dat klinkt leuk. Geniet van uw dag! (Звучит здорово. Приятного вам дня!; dat klinkt leuk – это звучит здорово; geniet van uw dag – приятного вам дня).
Bediening: Dank u wel! Tot ziens. (Спасибо! До свидания; dank u wel – спасибо; tot ziens – до свидания).
Диалог 13: Заказ еды и обсуждение хобби
Klant: Mag ik de menukaart, alstublieft? (Можно мне меню, пожалуйста?; mag ik – можно мне; de menukaart – меню; alstublieft – пожалуйста).
Bediening: Natuurlijk. Hier is de menukaart. (Конечно. Вот меню; natuurlijk – конечно; hier is – вот; de menukaart – меню).
Klant: Dank u wel. Ik wil graag een sandwich bestellen. (Спасибо. Я хотел бы заказать сэндвич; dank u wel – спасибо; ik wil graag – я хотел бы; een sandwich – сэндвич; bestellen – заказывать).
Bediening: Welke sandwich wilt u? (Какой сэндвич вы хотите?; welke sandwich – какой сэндвич; wilt u – вы хотите).
Klant: Een kip-sandwich, alstublieft. (Куриный сэндвич, пожалуйста; een kip-sandwich – куриный сэндвич; alstublieft – пожалуйста).
Bediening: Heeft u nog andere wensen? (У вас есть другие пожелания?; heeft u nog andere wensen – у вас есть другие пожелания).
Klant: Nee, dat is alles. Dank u. (Нет, это все. Спасибо; nee – нет; dat is alles – это все; dank u – спасибо).
Bediening: Wat doet u graag in uw vrije tijd? (Что вам нравится делать в свободное время?; wat doet u graag – что вам нравится делать; in uw vrije tijd – в ваше свободное время).
Klant: Ik houd van lezen en wandelen. En u? (Я люблю читать и гулять. А вы?; ik houd van – я люблю; lezen en wandelen – читать и гулять; en u – а вы).
Bediening: Ik ben dol op muziek. Ik speel gitaar in mijn vrije tijd. (Я обожаю музыку. Я играю на гитаре в свободное время; ik ben dol op muziek – я обожаю музыку; ik speel gitaar – я играю на гитаре; in mijn vrije tijd – в мое свободное время).
Klant: Dat klinkt interessant! Welke soort muziek speelt u? (Звучит интересно! Какую музыку вы играете?; dat klinkt interessant – это звучит интересно; welke soort muziek speelt u – какую музыку вы играете).
Bediening: Ik speel meestal rock en blues. (Я в основном играю рок и блюз; ik speel meestal – я играю в основном; rock en blues – рок и блюз).
Klant: Dat is geweldig! Misschien kom ik een keer luisteren. (Это замечательно! Возможно, я приду послушать как-нибудь; dat is geweldig – это замечательно; misschien kom ik een keer luisteren – возможно, я приду послушать как-нибудь).
Bediening: U bent altijd welkom. (Вы всегда добро пожаловать; u bent altijd welkom – вы всегда добро пожаловать).
Диалог 14: Заказ десерта и обсуждение поездок
Klant: Heeft u een dessertmenu? (У вас есть меню десертов?; heeft u – у вас есть; een dessertmenu – меню десертов).
Bediening: Ja, hier is het dessertmenu. (Да,
