Een Schreeuw Van Eer . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Schreeuw Van Eer - Морган Райс страница 16
Thor haalde zijn schouder op. Hij was trots, maar hij weigerde om dit alles naar zijn hoofd te laten stijgen. Hij wist dat hij menselijk was, fragiel, kwetsbaar, net als de anderen. En dat het tij van de strijd ook de andere kant op had kunnen gaan.
“Ik deed slechts waarvoor ik getraind was,” antwoordde Thor. “Waarvoor we allemaal getraind zijn. Ik ben niet beter dan een ander. Ik heb gewoon geluk gehad.”
“Ik zou zeggen dat het meer was dan geluk,” zei Reece.
Ze draafden rustig over de weg die naar het Koninklijk Hof leidde, en er verschenen steeds meer mensen, juichend, zwaaiend met spandoeken in het Koninklijke blauw en geel van de MacGils. Thor besefte dat dit een parade werd. Het hele hof kwam hierheen om feest te vieren, en hij kon de opluchting en de vreugde van hun gezichten aflezen. Hij begreep wel waarom: als het McCloud leger nog dichterbij had weten te komen, zouden ze dit allemaal verwoest hebben.
Thor reed met de anderen tussen de mensen door, over de houten ophaalbrug heen. Ze passeerden door de gewelfde stenen poort, waar de lucht eventjes donker werd, en reden toen aan de andere zijde weer naar buiten, het Koninklijk Hof in—waar ze werden begroet door een juichende massa. Ze zwaaiden met vlaggen en gooien met snoep, er begon een band te spelen en de mensen begonnen op straat te dansen.
De mensenmassa werd te dik om doorheen te rijden, dus Thor en de anderen stegen af en Thor tilde Krohn van het paard. Hij keek hoe Krohn een beetje mank liep; hij leek nu in ieder geval wel in staat om te lopen, en Thor voelde zich opgelucht. Krohn likte aan zijn handpalm.
De groep liep met de paarden aan de hand over het Koningsplein, en Thor werd van alle kanten omhelsd en geknuffeld door mensen die hij niet kende.
“Je hebt ons gered!” riep een oudere man uit. “Je hebt ons koninkrijk bevrijd!”
Thor wilde antwoorden, maar zijn stem werd verzwolgen door de muziek en het lawaai van de honderden mensen die om hen heen stonden te juichen en te schreeuwen. Er werden grote fusten het veld opgerold, en mensen begonnen te drinken, te lachen en te zingen.
Maar Thor kon slechts aan één ding denken: Gwendolyn. Hij moest haar zien. Hij liet zijn blik over de gezichten glijden, wanhopig om een glimp van haar op te vangen, zeker dat ze hier moest zijn—maar hij zag haar nergens.
Toen voelde hij dat hij op zijn schouder getikt werd.
“Ik geloof dat de vrouw die je zoekt daar is,” zei Reece, die de andere kant op wees.
Thor draaide zich om en zijn ogen lichtten op. Daar, met een brede, opgeluchte glimlach, was Gwendolyn. Ze zag eruit alsof ze de hele nacht niet had geslapen.
Ze leek nog mooier dan ooit, en ze haastte zich naar hem toe en rende in zijn armen. Ze sprong op en omhelsde hem, en hij knuffelde haar stevig en draaide haar rond in de menigte. Ze hield zich vast en wilde hem niet loslaten, en hij voelde haar tranen over zijn nek lopen. Hij kon haar liefde voelen, en het was wederzijds.
“Goddank dat je nog leeft,” zei ze dolblij.
“Ik heb aan niets anders gedacht dan jou,” zei Thor, die haar stevig vast hield. Terwijl hij haar in zijn armen hield, voelde alles weer goed.
Langzaam liet hij haar los, en ze staarde naar hem en ze kusten. Ze kusten een lange tijd, terwijl de massa’s mensen om hen heen feestten.
“Gwendolyn!” riep Reece verrukt uit.
Ze draaide zich om en omhelsde hem, en toen verscheen Godfrey die eerst Thor omhelsde, en toen zijn broer Reece. Het was een grote familie reünie, en Thor had het gevoel alsof hij er deel van uitmaakte, alsof ze al zijn familie waren. Ze werden verenigd door hun liefde voor MacGil—en hun haat voor Gareth.
Krohn sprong tegen Gwendolyn op, en lachend knuffelde ze hem terwijl hij haar gezicht likte.
“Je wordt elke dag groter!” riep ze uit. “Hoe kan ik je bedanken dat je Thor hebt beschermd?”
Krohn bleef tegen haar opspringen, tot ze hem uiteindelijk breed lachend tot kalmte maande.
“Laten we hier weggaan,” zei Gwen tegen Thor, terwijl ze haast geplet leken te worden door de mensen. Ze strekte haar hand uit en pakte de zijne beet.
Thor pakte haar hand en stond op het punt om haar te volgen—toen plotseling enkele krijgers van de Zilveren achter hem verschenen en hem in de lucht tilden, en hij bij iemand op zijn schouders werd gezet. Er klonk een gejuich van de menigte.
“THORGRIN!” juichten ze.
Thor werd in de rondte gedraaid, en er werd een pul met bier in zijn handen gedrukt. Hij dronk, en de menigte juichte wild.
Thor werd ruw neergelaten, en hij struikelde, lachend.
“We gaan nu naar het overwinningsfeestmaal,” zei een krijger die Thor niet kende, een lid van de Zilveren, die hem met een vlezige hand op zijn rug sloeg. “Het is een feestmaal voor krijgers. Voor mannen. Je zult met ons meedoen. Er is een plek aan de tafel voor je gereserveerd. En jij en jij,” zei hij, terwijl hij naar Thors vrienden gebaarde. “Jullie zijn nu mannen. En jullie moeten erbij zijn.”
Er rees een gejuich op terwijl ze door de Zilveren werden vastgegrepen en werden meegesleept; Thor wist zich op het laatste moment los te werken en rende terug naar Gwen. Hij voelde zich schuldig en wilde haar niet teleurstellen.
“Ga met ze mee,” zei ze onbaatzuchtig. “Het is belangrijk. Feest met je broeders. Vier de overwinning met ze. Het is een traditie van de Zilveren. Je mag het niet missen. Ontmoet me later vanavond bij de Wapenzaal. Dan kunnen we samen zijn.”
Thor kuste haar nogmaals, en hield de kus zo lang als hij kon, tot hij door zijn broeders werd meegesleurd.
“Ik hou van je,” zei ze tegen hem.
“Ik hou ook van jou,” zei hij. Hij meende het, meer dan ze ooit zou weten.
Het enige waar hij aan kon denken, terwijl hij weg werd gesleept, terwijl hij keek naar die prachtige ogen die gevuld waren met liefde voor hem, was dat hij haar ten huwelijk wilde vragen, zodat ze voor altijd de zijne zou zijn. Nu was niet het juiste moment, maar spoedig, zei hij tegen zichzelf. Misschien zelfs wel vanavond.
HOOFDSTUK TWAALF
Gareth stond in zijn kamer. Hij keek vanuit zijn raam toe hoe het ochtendlicht over het Koninklijk Hof viel, en hoe de mensenmassa’s zich beneden verzamelden—en het maakte hem misselijk. Aan de horizon verscheen zijn grootste angst, het beeld van wat hij het meest vreesde: het leger van de koning dat terugkeerde van hun overwinning op de McClouds. Kendrick en Thor reden vooraan, vrij, levend—helden. Zijn spionnen hadden hem reeds geïnformeerd over alles dat er gebeurd was, over dat Thor de hinderlaag had overleefd, dat hij veilig en wel was. Nu waren de mannen bemoedigd, en keerden ze als een versterkte macht terug naar het Koninklijk Hof. Zijn plannen waren mislukt, en hij voelde zijn maag samentrekken. Hij voelde hoe het koninkrijk zich langzaam tegen hem keerde.
Gareth hoorde een krakend geluid in zijn kamer. Hij draaide zich met een ruk om en sloot angstig zijn ogen voor wat hij voor zich zag.
“Open je ogen, zoon!” klonk een bulderende stem.
Trillend