Wet inkomstenbelasting – IB (Wet IB 2001). Nederland

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Wet inkomstenbelasting – IB (Wet IB 2001) - Nederland страница 4

Wet inkomstenbelasting – IB (Wet IB 2001) - Nederland

Скачать книгу

zou hebben gewoond ten tijde van de vervreemding.

      Artikel 2.9. Verschuldigde belasting op conserverende aanslag

      1. De over te conserveren inkomen verschuldigde belasting is het volgens artikel 2.7 bepaalde bedrag aan belasting verminderd met het volgens artikel 2.8 bepaalde bedrag aan belasting, met dien verstande dat de belasting ten minste wordt gesteld op het bedrag aan belasting dat verschuldigd zou zijn indien het te conserveren inkomen het enige inkomen zou zijn.

      2. Indien een met toepassing van artikel 2.8 vastgestelde belastingaanslag wordt verminderd, anders dan ingevolge verliesverrekening, en deze vermindering gevolgen heeft voor de over te conserveren inkomen verschuldigde belasting, brengt de inspecteur de desbetreffende belastingaanslag daarmee in overeenstemming bij voor bezwaar vatbare beschikking.

      Artikel 2.10. Tarief belastbaar inkomen uit werk en woning

      De belasting op het belastbare inkomen uit werk en woning (afdeling 3.1 respectievelijk afdeling 7.2) wordt bepaald aan de hand van de volgende tabel.

      Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan maar niet meer dan bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

      I

      II

      III

      IV

      € 18 945

      –

      1,95%

      € 18 945

      € 33 863

      € 369

      10,80%

      € 33 863

      € 56 491

      € 1 980

      42%

      € 56 491

      –

      € 11 483

      52%

      Artikel 2.10a. Tarief belastbaar inkomen uit werk en woning voor belastingplichtigen geboren vóór 1 januari 1946

      In afwijking van artikel 2.10 wordt voor de belastingplichtige die geboren is vóór 1 januari 1946 de belasting op het belastbare inkomen uit werk en woning (afdeling 3.1 respectievelijk afdeling 7.2) bepaald aan de hand van de volgende tabel.

      Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan maar niet meer dan bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

      I

      II

      III

      IV

      –

      € 18 945

      –

      1,95%

      € 18 945

      € 34 055

      € 369

      10,80%

      € 34 055

      € 56 491

      € 2 000

      42%

      € 56 491

      –

      € 11 423

      52%

      Artikel 2.11. Overschrijding pensioenmaximum

      Voor de belastingplichtige die geen premie voor de algemene ouderdomsverzekering verschuldigd is ingevolge artikel 10 van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt de verschuldigde belasting over uitkeringen of bedragen die zouden moeten worden uitgekeerd als bedoeld in artikel 18a, negende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, gesteld op de som van de belasting en de premie voor de algemene ouderdomsverzekering die daarover ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen verschuldigd zou zijn door een persoon die wel de premie voor de algemene ouderdomsverzekering verschuldigd is en overigens in dezelfde omstandigheden verkeert als de belastingplichtige.

      Artikel 2.11a. Verrekening belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang

      1. De belasting op het belastbare inkomen uit werk en woning nadat de regelingen ter voorkoming van dubbele belasting zijn toegepast, wordt verminderd op de voet van artikel 4.53 met een nog niet in aanmerking genomen belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang. De in de eerste volzin bedoelde belasting op het belastbare inkomen uit werk en woning wordt bepaald zonder rekening te houden met te conserveren inkomen.

      2. Voor de toepassing van dit artikel wordt, indien ingevolge artikel 9.1, derde lid, de heffing van de belasting en de premie voor de volksverzekeringen geschiedt bij wege van één aanslag, onder belasting mede verstaan de in die aanslag te begrijpen premie voor de volksverzekeringen.

      3. De vermindering van de belasting op het belastbare inkomen uit werk en woning vindt plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur.

      4. De inspecteur geeft de beschikking gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag over het jaar waarbij de belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang wordt verrekend.

      5. Het bedrag van de verrekende belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang wordt op het aanslagbiljet afzonderlijk vermeld.

      6. Rechtsmiddelen tegen de beschikking kunnen uitsluitend betrekking hebben op de toepassing van artikel 4.53, alsmede, indien geen belasting is verschuldigd, tegen de grootte van het verrekende bedrag.

      Artikel 2.12. Tarief belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

      De belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang (afdeling 4.1 respectievelijk afdeling 7.3) bedraagt 25 %.

      Artikel 2.13. Tarief belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

      De belasting op het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (afdeling 5.1 respectievelijk afdeling 7.4) bedraagt 30 %.

Afdeling 2.4. Toerekeningsregels

      Artikel 2.14. Toerekening tussen en binnen de belastbare inkomens

      1. Indien een voordeel op grond van meer dan een hoofdstuk, afdeling of paragraaf

Скачать книгу