Een Rite Van Zwaarden . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Rite Van Zwaarden - Морган Райс страница 4
Gwendolyn reikte naar het amulet dat Thor haar had gegeven, het amulet dat haar leven had gered. Ze wist dat haar enige kans verbruikt was. Nu waren er geen kansen meer.
Gwendolyn keek weer over de rand en zag haar vaders gezicht. Hij was omgeven door wit licht en lachte naar haar.
Ze leunde naar voren en liet één voet over de rand hangen. Ze sloot haar ogen en voelde de wind op haar huid. Daar hing ze, tussen twee werelden, tussen de levenden en de doden. Ze was nu nog in balans, maar ze wist dat de volgende windvlaag voor haar zou beslissen in welke richting ze zou gaan.
Thor, dacht ze. Vergeef me.
HOOFDSTUK DRIE
Kendrick reed voor het uitgestrekte en steeds groter wordende leger van MacGils, Silesianen en bevrijde boeren uit de Ring terwijl ze door de stadspoorten van Silesia barstten, de open weg op, richting het oosten, richting Andronicus’ leger. Naast hem reden Srog, Brom, Atme en Godfrey, en achter hen Reece, O’Connor, Conven, Elden, en Indra. Ze reden langs de verkoolde lichamen van duizenden soldaten van het Rijk, zwart en verstijfd door de adem van de draak; anderen waren gedood door het Zwaard van het Lot. Thor had golven van verwoesting losgelaten, als een eenmansleger. Kendrick bekeek vol verwondering de schade die hij had aangericht, verbijsterd over de omvang van Thors verwoesting, de kracht van Mycoples en het Zwaard van het Lot.
Kendrick verwonderde zich ook over de wending van gebeurtenissen. Slechts enkele dagen geleden waren ze allemaal gevangen geweest, gedwongen om hun nederlaag te accepteren; Thor was nog in het Rijk geweest, het Zwaard van het Lot niets meer dan een verloren droom, en ze hadden nauwelijks nog hoop gehad op hun terugkeer. Kendrick en de anderen waren gekruisigd, niet ver van de dood, en het had geleken alsof alles verloren was.
Maar nu reden ze als vrije mannen, als soldaten en ridders, aangemoedigd door Thors terugkeer. Het tij was gekeerd. Mycoples was een godsgeschenk geweest, een golf van verwoesting die uit de hemel was gekomen; Silesia was weer een vrije stad, en het platteland van de Ring was niet langer vergeven van soldaten van het Rijk, maar slechts met hun levenloze lichamen. De weg naar het oosten was bezaaid met lijken, zover het oog reikte.
Hoe bemoedigend dit alles ook was, Kendrick wist dat er aan de andere kant van de Hooglanden een half miljoen van Andronicus’ mannen op hen wachtten. Ze hadden hen tijdelijk terug weten te drijven, maar ze hadden hen nog niet verslagen. En Kendrick en de anderen waren niet van plan om in Silesia af te wachten tot Andronicus’ leger zou hergroeperen en weer zou aanvallen—en ze wilden hen ook geen kans geven om te ontsnappen en zich terug te trekken naar het Rijk. Het Schild was weer ingeschakeld, en ondanks het feit dat Kendrick en de anderen nog steeds in de minderheid waren, hadden ze nu in elk geval een kans. Nu was Andronicus’ leger op de vlucht, en Kendrick en de anderen waren vastberaden om de sliert aan overwinningen die Thor was begonnen voort te zetten.
Kendrick wierp een blik over zijn schouder naar de duizenden soldaten en vrije mannen die achter hem reden en zag de vastberadenheid op hun gezichten. Ze hadden allemaal geproefd van slavernij, van onderwerping, en nu kon hij zien hoe zeer ze het waardeerden om weer vrij te zijn. Niet alleen voor zichzelf, maar voor hun vrouwen en families. Ze waren allemaal verbitterd, vastberaden om Andronicus te laten boeten en ervoor te zorgen dat hij niet nog een keer zou aanvallen. Dit was een leger van mannen die bereid waren om tot de dood te vechten. Ze hadden steeds meer mannen bevrijd en absorbeerden een steeds groter groeiend leger.
Kendrick zelf was nog steeds herstellende van zijn tijd aan het kruis. Zijn lichaam was niet zo sterk als voorheen, en hij was zich nog steeds bewust van de pijn in zijn polsen en enkels, waar de ruwe touwen in zijn huid hadden gesneden. Hij keek naar Srog en Brom en Atme, en zag dat ook zij niet zo sterk waren als ze ooit waren geweest. De kruisiging had van hen allemaal zijn tol geëist. Toch reden ze trots. Er ging niets boven een kans om te vechten voor wraak om je verwondingen even te vergeten.
Kendrick was dolblij dat zijn jongere broer Reece en de andere broeders van de Krijgsmacht waren teruggekeerd van hun missie, en weer aan zijn zijde reden. De afslachting van de Krijgsmacht in Silesia had hem verscheurd, en hun terugkeer bood hem troost. Hij was altijd al close geweest met Reece, en erg beschermend geweest. Hij had de rol van een tweede vader op zich genomen gedurende de tijden dat Koning MacGil het te druk had gehad. Op een bepaalde manier had het feit dat Kendrick Reece zijn halfbroer was hen alleen maar dichter tot elkaar gebracht; er was geen druk om close te zijn, ze waren naar elkaar toe gegroeid omdat ze daarvoor hadden gekozen. Kendrick was nooit zo close geweest met zijn andere jongere broers—Godfrey had zijn tijd in de taverne doorgebracht, en Gareth—wel, Gareth was Gareth. Reece was de enige van zijn broers geweest die de strijd had omarmd, die het leven wilde dat Kendrick had gekozen. Kendrick was trots op hem.
In het verleden was Kendrick altijd erg beschermend geweest als hij samen met Reece reed; maar sinds zijn terugkeer kon Kendrick zien dat Reece zelf een ware, geharde krijger was geworden. Hij voelde niet langer de noodzaak om hem in de gaten te houden. Hij vroeg zich af wat voor gevaren Reece in het Rijk moest hebben doorstaan om hem te transformeren in de geharde en vaardige krijger die hij nu was. Hij keek er naar uit om zijn verhalen aan te horen.
Kendrick was dolblij dat ook Thor weer terug was, en niet alleen omdat Thor hem had bevrijd, maar ook omdat hij Thor ontzettend graag mocht en hem respecteerde. Hij gaf om hem als een broer. Het beeld van Thors terugkeer met het Zwaard bleef door Kendricks hoofd malen. Hij kon het nog steeds niet bevatten. Het was iets waarvan hij nooit had gedacht dat hij het zou mogen aanschouwen; hij had nooit verwacht ook maar iemand het Zwaard van het Lot te zien optillen, laat staan Thor, zijn eigen schildknaap, een kleine, nederige jongen uit een boerendorpje aan de rand van de Ring. Een buitenstaander. En hij was niet eens een MacGil.
Of wel?
Kendrick vroeg het zich af. Hij bleef denken aan de legende: alleen een MacGil kon het Zwaard hanteren. Diep van binnen moest Kendrick toegeven dat hij altijd had gehoopt dat hij zelf degene zou zijn om het Zwaard op te tillen. Hij had gehoopt dat het de ultieme stempel op zijn rechtmatigheid als een ware MacGil zou zijn, als de eerst geboren zoon. Hij had altijd gedroomd dat op de één of andere manier, op een dag, de omstandigheden hem de kans zouden bieden om het te proberen.
Maar die kans was hem nooit gegund, en hij misgunde het Thor niet. Kendrick was niet hebzuchtig; integendeel, hij bewonderde Thor. Hij begreep het alleen niet. Klopte de legende niet? Of was Thor een MacGil? Hoe kon dat? Tenzij Thor ook een zoon van MacGil was. Zijn vader had erom bekend gestaan buiten zijn huwelijk met vele vrouwen te hebben geslapen—hij zelf was daar het levende bewijs van.
Was dat soms de reden dat Thor zo snel Silesia was ontvlucht, nadat hij met zijn moeder had gesproken? Waar hadden ze het precies over gehad? Zijn moeder wilde er niets over loslaten. Het was de eerste keer dat zijn moeder iets voor hem geheim hield. Waarom uitgerekend nu? Wat was het geheim dat ze achterhield? Wat kon ze hebben gezegd dat ervoor had gezorgd dat Thor was weggerend, zonder een woord tegen hen te zeggen?
Het deed Kendrick denken aan zijn eigen vader, aan zijn eigen afkomst. Hoe graag hij ook wilde dat het anders was, hij brandde bij het idee dat hij onrechtmatig was, en voor de miljoenste keer vroeg hij zich af wie zijn ware moeder was. Hij had gedurende zijn leven verschillende geruchten gehoord over de vrouwen waar zijn vader mee had geslapen, maar hij had het nooit zeker geweten. Als de rust in de Ring weer was teruggekeerd—als die ooit zou terugkeren—zou Kendrick erachter komen wie zijn moeder was, nam hij zich voor. Hij zou haar confronteren. Hij zou haar vragen waarom ze hem had laten gaan, waarom ze nooit een deel van zijn leven was geweest. Hoe ze zijn vader had ontmoet. Hij wilde haar gewoon ontmoeten, haar gezicht zien; om te zien of hij op haar leek; en zodat ze hem kon vertellen dat hij wel rechtmatig was, net zo rechtmatig als iedereen.
Kendrick