Een Hof Voor Dieven . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Hof Voor Dieven - Морган Райс страница 5
Toen zag Kate Sophia. Ze zag er veel te jong uit, maar ook klaar om in discussie te gaan. Kate kende die blik maar al te goed.
“Nee,” zei hun moeder. “Jullie moeten gaan, jullie allebei. Er is geen tijd. Rennen, mijn lievelingen.” Er klonk een klap ergens in het huis. “Rennen.”
Kate rende, haar hand stevig in die van Sophia. Ze hoorde nog een klap, maar ze keek niet achterom. Ze bleef rennen door de gangpaden, en stopte alleen om zich te verbergen wanneer er figuren door de schaduwen bewogen. Ze renden tot ze open ramen vonden en klommen het huis uit, de duisternis in…
Kate knipperde met haar ogen en kwam weer tot zichzelf. Het ochtendlicht leek veel te fel, de glinstering duizelingwekkend. Ze probeerde de droom weer te grijpen toen ze ontwaakte, probeerde te zien wat er daarna gebeurde, maar ze kon er geen grip meer op krijgen. Kate kreunde, want ze wist dat het laatste gedeelte geen droom was geweest. Het was een herinnering, een herinnering die Kate liever wilde zien dan wat dan ook.
Toch had ze nu de gezichten van haar ouders in haar hoofd. Ze hield ze daar vast en dwong zichzelf om ze niet te vergeten. Langzaam ging ze rechtop zitten, en haar hoofd tolde van alles wat ze had gezien.
“Je moet het rustig aan doen,” zei Siobhan. “Het water van de fontein kan nawerkingen hebben.”
Ze zat op de rand van de fontein, die er nu weer geruïneerd uitzag, niet mooi en nieuw zoals hij was geweest toen Siobhan er water had uitgehaald voor Kate om te drinken. Ze zag er precies zo uit als de nacht ervoor. Zelfs de bloemen die met haar haren vervlochten waren leken onaangeraakt, alsof ze de hele tijd niet had bewogen. Ze bekeek Kate met een uitdrukking die niets zei over wat ze dacht, en de muren om haar geest heen betekende dat zelfs Kate haar niet kon peilen.
Kate probeerde op te staan, ze wilde zich niet door deze vrouw laten commanderen. Het bos om haar heen begon te draaien, en Kate zag een waas van kleuren om de randen van de bomen, takken en stenen heen. Kate wankelde, en ze moest haar hand op een gebroken zuil leggen om zichzelf staande te houden.
“Als mijn leerling moet je naar me leren luisteren,” zei Siobhan. “Je kunt niet verwachten dat je zomaar op kunt staan na zoveel veranderingen in je lichaam.”
Kate knarste met haar tanden en wachtte tot de duizeligheid wegtrok. Het duurde niet lang. Afgaande op haar uitdrukking was zelfs Siobhan verrast toen Kate bij de zuil weg stapte.
“Niet slecht,” zei ze. “Je past je sneller aan dan ik gedacht had. Hoe voel je je?”
Kate schudde haar hoofd. “Ik weet het niet.”
“Dan moet je de tijd nemen om na te denken,” snauwde Siobhan enigszins geïrriteerd. “Ik wil een studente die nadenkt over de wereld, in plaats van dat ze er alleen op reageert. Ik denk dat jij zo bent. Wil je me het tegendeel bewijzen?”
Kate schudde haar hoofd weer. “Ik word… de wereld lijkt anders als ik om me heen kijk.”
“Je begint het te zien zoals het is, met de stromingen van het leven,” zei Siobhan. “Je raakt er wel aan gewend. Probeer eens te bewegen.”
Kate nam nog een wankelende stap, en toen nog één.
“Je kunt wel beter dan dat,” zei Siobhan. “Rennen!”
Dat was iets te veel gevraagd voor Kate, en ze vroeg zich af hoeveel Siobhan van haar dromen had gezien. Ze had gezegd dat zij en Kate niet hetzelfde waren, maar als de vrouw ze genoeg op elkaar vond lijken om haar als leerling te nemen, dan kon Siobhan misschien wel in haar dromen kijken.
Er was echter geen tijd om daarover na te denken, want Kate had het te druk met rennen. Ze sprintte door de bossen over het mos en de modderige grond, de gevallen bladeren en de gebroken takken. Pas toen ze de bomen voorbij zag zoeven besefte ze hoe snel ze bewoog.
Kate zette zich af, en ineens sprong ze op één van de lagere takken van een boom, zo makkelijk alsof ze vanaf een boot op een steiger was gestapt. Kate balanceerde op de tak en leek elke windvlaag aan te voelen komen, voor hij haar eraf kon blazen. Ze sprong weer op de grond en liep impulsief naar een zware gevallen tak toe die ze voorheen nooit had kunnen optillen. Kate voelde de ruwe schors tegen haar handen toen ze de tak vastpakte. Ze tilde hem moeiteloos op en hield hem boven haar hoofd, zoals de sterke mannen op de kermis in Ashton deden. Ze gooide de tak van zich af en zag hem tussen de bomen verdwijnen.
Kate hoorde de tak op de grond vallen, en even hoorde ze elk ander geluid om zich heen. Ze hoorde het geritsel van bladeren terwijl er kleine beestjes onderdoor kropen, het getjilp van vogels hoog in de takken. Ze hoorde het geschuifel van kleine pootjes over de grond, en wist nog voordat hij was verschenen waar er een haas zou opduiken. Het arsenaal aan geluiden was te veel in het begin. Kate zette haar handen tegen haar oren om niet overweldigd te worden door de waterdruppels die van de bladeren vielen, de bewegingen van insecten langs boomschors. Ze sloot zich ervoor af, zoals ze dat had geleerd met haar gave om gedachten te horen.
Ze liep weer terug naar de plek waar de geruïneerde fontein stond, en Siobhan zat daar, glimlachend met iets dat leek op een vleugje trots.
“Wat gebeurt er met me?” vroeg Kate.
“Alleen datgeen waar je om hebt gevraagd,” zei Siobhan. “Je wilde sterk genoeg zijn om je vijanden te verslaan.”
“Maar dit alles…” begon Kate. De waarheid was dat ze nooit had geloofd dat ze zoveel kon doen.
“Magie kan vele vormen aannemen,” zei Siobhan. “Jij zult je vijanden niet vervloeken, of vanaf een afstand naar hen pendelen. Je zult geen bliksem oproepen, of de geesten van de rusteloze doden ontwaken. Die wegen zijn voor anderen bestemd.”
Kate fronste een wenkbrauw. “Is dat echt mogelijk?”
Ze zag Siobhan haar schouders ophalen. “Dat doet er niet toe. De kracht van de fontein stroomt nu door je heen. Je bent sneller en sterker, je zintuigen worden steeds scherper. Je zult dingen zien die de meeste mensen niet kunnen zien. Als je dat weet te combineren met je eigen talenten zal je formidabel zijn. Ik zal je leren om toe te slaan, in de strijd of vanuit de schaduwen. Ik zal je dodelijk maken.”
Kate had altijd al sterk willen zijn, maar toch maakte het haar allemaal een beetje bang. Siobhan had haar al verteld dat er een prijs zou zijn voor dit alles, en hoe geweldiger het leek, hoe groter ze vermoedde dat deze prijs zou zijn. Ze dacht terug aan wat ze gedroomd had, en hoopte dat het geen waarschuwing was.
“Ik heb iets gezien,” zei Kate. “Ik droomde het, maar het voelde niet als een droom.”
“Hoe voelde het?” vroeg Siobhan.
Kate stond op het punt om te zeggen dat ze het niet wist, maar bedacht zich toen ze Siobhans blik zag. “Het voelde als de waarheid. Maar ik hoop dat dat het niet is. In mijn droom werd Ashton geplunderd. Het stond in brand, en de mensen werden afgeslacht.”
Ze verwachtte half dat Siobhan haar zou uitlachen, of misschien hoopte ze dat. Maar Siobhan zag er bedachtzaam uit, en knikte.
“Dat had ik kunnen verwachten,” zei de vrouw. “Het gaat sneller dan ik dacht, maar tijd is iets waar zelfs ik niets aan kan veranderen. In ieder geval niet permanent.”
“Weet jij wat er gaande is?” vroeg Kate.
Dat leverde haar een glimlach