De Opkomst Van De Draken . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу De Opkomst Van De Draken - Морган Райс страница 4
Brandon en Braxton sleepten hem hardhandig over de landweg in de richting van het bos, en ze zag hen een speer in zijn handen duwen, een die veel te groot voor hem was. Aidan was een gemakkelijk doelwit voor hen; Brandon en Braxton waren pestkoppen. Ze waren sterk en ook best moedig, maar ze hadden meer bravoure dan vaardigheden, en ze leken altijd in problemen terecht te komen waar ze zichzelf niet uit konden redden. Het was om gek van te worden.
Kyra besefte wat er aan de hand was: Brandon en Braxton wilden Aidan mee op jacht nemen. Ze zag de wijnzak in hun handen en wist dat ze hadden gedronken, en ze brandde van woede. Alsof het nog niet genoeg was om een onschuldig dier te doden, sleepten ze nu hun broertje ook nog eens mee, ondanks zijn protesten.
Kyra’s instincten namen over en ze rende de heuvel af om hen te confronteren, met Leo aan haar zijde.
“Je bent nu oud genoeg,” zei Brandon tegen Aidan.
“Het is hoog tijd dat je een man wordt,” zei Braxton.
Het duurde niet lang voor Kyra hen had ingehaald. Ze rende de weg op en versperde hen de doorgang, Leo naast haar, en haar broers hielden abrupt halt terwijl ze haar verbaasd aankeken.
Aidan keek opgelucht, zag ze.
“Ben je verdwaald?” spotte Braxton.
“Je staat in de weg,” zei Brandon. “Ga spelen met je pijlen en je stokken.”
De twee lachten spottend. Ze fronste onverschrokken, terwijl Leo naast haar begon te grommen.
“Hou dat beest bij ons vandaan,” zei Braxton. Hij probeerde moedig te klinken, maar er zat duidelijk angst in zijn stem terwijl hij zijn greep op zijn speer verstevigde.
“En waar dachten jullie Aidan mee naar toe te nemen?” vroeg ze. Ze was bloedserieus en keek hen aan zonder ook maar een spier te vertrekken.
Hun gezichten vertrokken.
“We nemen hem mee waar we maar willen,” zei Brandon.
“Hij gaat mee op jacht om een mán te worden,” zei Braxton, terwijl hij het woord ‘man’ benadrukte om haar te sarren.
Maar ze gaf er niet aan toe. “Hij is te jong,” antwoordde ze stellig.
Brandon fronste. “Wie zegt dat?” vroeg hij.
“Ik.”
“En jij bent zijn moeder?” vroeg Braxton.
Kyra werd overspoeld door woede en wenste meer dan ooit dat hun moeder hier nu was. “Net zo goed als dat jij zijn vader bent,” antwoordde ze.
Er hing een gespannen stilte, en Kyra keek naar Aidan, die haar met bange ogen aankeek.
“Aidan,” vroeg ze aan hem, “is dit iets wat je wil doen?”
Aidan keek beschaamd naar de grond. Hij zweeg en ontweek haar blik, en Kyra wist dat hij bang was om iets te zeggen omdat hij de afkeuring van zijn oudere broers niet wilde uitlokken.
“Nou, zie je,” zei Brandon. “Hij heeft er geen bezwaar tegen.”
Kyra brandde van frustratie. Ze wilde dat Aidan voor zichzelf opkwam, maar ze kon hem niet forceren om iets te zeggen. “Het is niet slim om hem mee te nemen op jacht,” zei ze. “Er is storm op komst. Het zal spoedig donker zijn. De bossen zijn gevaarlijk. Als je hem wil leren jagen, neem hem dan mee als hij wat ouder is.”
Ze keken haar geïrriteerd aan.
“En wat weet jij van jagen?” vroeg Braxton. “Waar heb jij op gejaagd behalve die bomen van je?”
“Hebben ze je onlangs nog gebeten?” voegde Brandon eraan toe.
Ze lachten, en Kyra wist niet wat ze moest doen. Zolang Aidan niets zei, kon ze niet veel.
“Je maakt je te veel zorgen, zusje,” zei Brandon uiteindelijk. “Er zal Aidan niets overkomen als hij bij ons is. We willen hem alleen wat harder maken, we zullen hem heus niet doden. Denk je echt dat jij de enige bent die om hem geeft?”
“Trouwens, vader kijkt toe,” zei Braxton. “Wil je hem teleurstellen?”
Kyra keek onmiddellijk naar boven, en zag haar vader vanuit het gewelfde open raam in de toren op hen neerkijken. Ze was enorm teleurgesteld door het feit dat hij dit toeliet.
Ze wilden doorlopen, maar Kyra bleef koppig staan. Even leek het erop dat ze haar uit de weg wilden duwen, maar Leo kwam grommend tussenbeide, en ze bedachten zich.
“Aidan, het is nog niet te laat,” zei ze tegen hem. “Je hoeft dit niet te doen. Wil je met mij mee terug naar het fort?”
Ze zag de tranen in zijn ogen, maar ze zag ook zijn kwelling. Er viel een lange stilte, die door niets werd onderbroken behalve de huilende wind en de vallende sneeuw.
Hij schuifelde ongemakkelijk heen en weer. “Ik wil jagen,” mompelde hij halfslachtig.
Haar broers duwden haar hardhandig opzij, terwijl ze Aidan met zich meesleurden. Terwijl ze zich over de weg haastten keek Kyra hen na, en het maakte haar misselijk.
Ze keek weer op naar de toren, maar haar vader was alweer verdwenen.
Kyra keek haar broers na tot ze uit het zicht waren verdwenen. Ze zag de naderende storm boven het Doornwoud en voelde een knoop in haar maag. Ze dacht erover na om Aidan terug te halen, maar ze wilde hem ook niet voor schut zetten.
Ze wist dat ze het moest laten gaan, maar dat kon ze niet. Iets diep vanbinnen kon dat gewoon niet toelaten. Ze voelde gevaar op deze avond van de Wintermaan. Ze vertrouwde haar oudere broers niet; ze wist dat ze Aidan geen kwaad zouden doen, maar ze waren roekeloos en hardhandig. Bovendien overschatten ze hun eigen vaardigheden. En dat was een slechte combinatie.
Kyra kon het niet langer verdragen. Als haar vader niets wilde doen, dan zou ze het zelf wel oplossen. Ze was nu oud genoeg; ze hoefde aan niemand verantwoording af te leggen behalve aan zichzelf.
Kyra begon te rennen, de verlaten weg over, met Leo aan haar zijde, in de richting van het Doornwoud.
HOOFDSTUK TWEE
Kyra liep het sombere Doornwoud in, een bos dat zo dik was dat ze nauwelijks een hand voor ogen kon zien. Terwijl ze langzaam door het bos liep en de sneeuw onder haar voeten kraakte, keek ze op. De doornige bomen leken eindeloos boven haar uit te torenen. Het waren eeuwenoude zwarte bomen met knoestige rakken en dikke, zwarte bladeren. Het was een vervloekte plek; er kwam nooit iets goed vandaan. Haar vaders mannen keerden altijd gewond terug als ze hier hadden gejaagd, en het was al meer dan eens voorgekomen dat een trol, die door De Vlammen was gebroken, in het Doornbos toevlucht had gezocht en dorpelingen had aangevallen.
Kyra voelde een rilling over haar rug lopen. Het was hier donkerder, kouder. De lucht was vochtig en de geur van de doornbomen hing zwaar in de lucht. Het rook naar rottende aarde, en de enorme bomen lieten nauwelijks daglicht door.