De Opkomst Van De Draken . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу De Opkomst Van De Draken - Морган Райс страница 6
Aidan bleef alleen achter, verstijfd van angst. Zijn speer viel uit zijn hand op de grond. Kyra wist dat het weinig verschil maakte; Aidan zou zichzelf toch niet verdedigd kunnen hebben. Een volwassen man kon dat niet eens. Het zwijn leek het te voelen, en zette zijn zinnen op Aidan.
Kyra’s hart ging hevig tekeer. Ze wist dat ze maar één kans had. Zonder na te denken stormde ze naar voren, tussen de bomen door. Ze had haar boog al voor zich, wetende dat ze maar één schot had en dat het perfect moest zijn. Het zou een lastig schot zijn, in haar paniekerige staat—maar het zou perfect moeten zijn als ze dit wilden overleven.
“AIDAN, GA LIGGEN!” schreeuwde ze.
Hij bewoog niet. Aidan stond in haar weg. Ze kon zo niet vuren. Terwijl Kyra rende, besefte ze dat als Aidan niet zou bewegen, ze geen kans zou hebben om te vuren. Ze struikelde door het bos, haar voeten glibberig in de sneeuw en natte aarde, en had even het gevoel dat alles verloren was.
“AIDAN!” schreeuwde ze weer.
Deze keer luisterde hij. Hij dook op het laatste moment omlaag, waardoor Kyra eindelijk een open schot had.
Terwijl het zwijn op Aidan af denderde, vertraagde de tijd ineens voor Kyra. Ze voelde hoe ze een andere wereld betrad, hoe er iets in haar omhoog kwam dat ze nog nooit eerder had gevoeld. De wereld kwam in focus. Ze kon het geluid van haar eigen hartslag horen, haar ademhaling, het ritselen van de bladeren, het gekraai van een vogel hoog in de lucht. Ze had zich nog nooit zo in harmonie met haar omgeving gevoeld. Het was alsof ze een werkelijkheid had betreden waar zij en het universum één waren.
Kyra voelde hoe haar handpalmen begonnen te tintelen. Het was een warme, prikkelende energie, als een onbekend iets dat haar lichaam binnenging. Het was alsof ze iets groters werd dan zichzelf, iets dat veel krachtiger was.
Kyra liet zich leiden door haar instinct en de nieuwe energie die door haar heen stroomde. Ze zette zich schrap, spande haar boog, en liet los.
Op het moment dat ze de pijl losliet, wist ze dat het een speciaal schot was. Ze hoefde niet te kijken om te weten waar de pijl het beest zou raken: in zijn rechteroog. Ze had met zoveel kracht gevuurd dat de pijl bijna dertig centimeter door zijn kop ging.
Het beest gromde terwijl zijn poten onder hem vandaan gleden en het voorover in de sneeuw viel. Het gleed met laatste stukje van de open plek over, nog steeds in leven, en kwam slechts dertig centimeter voor Aidan tot stilstand.
Het beest lag te stuiptrekken op de grond, en Kyra, die al een andere pijl in haar boog had gelegd, schoot hem door de achterkant van zijn schedel. Eindelijk bewoog het niet meer.
Kyra stond in de stilte, haar hart bonzend. Ze voelde de tinteling in haar handen langzaam wegtrekken. De energie vervaagde, en ze vroeg zich af wat er zojuist was gebeurd. Had ze echt dat schot genomen?
Ze herinnerde zich Aidan, draaide zich met een ruk om en greep hem vast. Hij keek naar haar op zoals hij naar zijn moeder zou hebben opgekeken, zijn ogen gevuld met angst, maar ongedeerd. Kyra werd overspoeld door opluchting. Hij was in orde.
Kyra draaide zich om en zag haar twee oudere broers, die op de open plek lagen, naar haar staren met een blik vol schok en bewondering. Maar er was nog iets anders in hun ogen, iets waardoor ze zich ongemakkelijk voelde: achterdocht. Alsof ze anders dan zij was. Een buitenstaander. Het was een blik die Kyra eerder had gezien. Niet vaak, maar vaak genoeg om aan zichzelf te gaan twijfelen. Ze draaide zich om en keek neer op het enorme dode beest aan haar voeten en vroeg zich af hoe zij, een meisje van vijftien jaar oud, dit gedaan kon hebben. Het ging haar vaardigheden te boven, wist ze. Dit kon geen gelukstreffer zijn.
Er was altijd al iets aan haar geweest dat haar anders maakte dan de anderen. Ze stond daar, verdoofd, niet in staat om te bewegen. Want wat haar nog het meest had geschokt vandaag was niet dit beest, maar de manier waarop haar broers naar haar hadden gekeken. En ze verwonderde zich voor de zoveelste keer over de vraag die ze haar hele leven had ontweken:
Wie was ze?
HOOFDSTUK DRIE
Kyra liep achter haar broers aan terug naar het fort, en zag hen worstelen onder het gewicht van het zwijn. Aidan liep naast haar, en Leo, die intussen was teruggekeerd, op haar hielen. Brandon en Braxton hadden het dode beest aan hun twee speren vastgebonden en over hun schouders gedrapeerd. Hun sombere stemming was drastisch veranderd sinds ze uit het bos waren gekomen, zeker nu hun vaders fort in het zicht kwam. Ze waren alweer bijna hun oude, arrogante zelf, en lachten zelfs terwijl ze opschepten over hun kill.
“Het was mijn speer die hem schampte,” zei Brandon tegen Braxton.
“Maar,” kaatste Braxton terug, “het was mijn speer die zorgde dat hij richting Kyra’s pijl rende.”
Kyra’s gezicht kleurde rood bij het horen van hun leugens; haar hardleerse broers hadden zichzelf nu al overtuigd van hun eigen verhaal. Ze wist al dat ze bij thuiskomst iedereen zouden vertellen van hun kill.
Het was om gek van te worden. Maar ze wilde hen niet corrigeren. Ze geloofde heilig in rechtvaardigheid, en ze wist dat de waarheid uiteindelijk altijd boven water kwam.
“Jullie zijn leugenaars,” zei Aidan, die naast haar liep en duidelijk nog ondersteboven was van de gebeurtenissen. “Jullie weten dat Kyra het zwijn heeft gedood.”
Brandon wierp een spottende blik over zijn schouder, alsof Aidan een insect was.
“Wat weet jij ervan?” vroeg hij aan Aidan. “Jij was te druk met in je broek pissen.”
Ze lachten.”
“En jullie waren zeker helemaal niet bang?” vroeg Kyra, die het niet langer kon verdragen.
Ze zwegen. Kyra had hen de wind van voren kunnen geven—maar ze hoefde haar stem niet te verheffen. Ze liep blij en voelde zich goed, wetende dat ze het leven van haar broertje had gered; dat was alle bevrediging die ze nodig had.
Kyra voelde een kleine hand op haar schouder, en ze zag Aidan glimlachend naar haar opkijken, dankbaar dat hij nog leefde. Kyra vroeg zich af of haar oudere broers ook waardering hadden voor wat ze voor hen had gedaan; tenslotte zouden ze, als zij niet was verschenen, ook zijn gedood.
Kyra keek naar het zwijn, en ze grijnsde; ze wilde dat haar broers het op de open plek hadden achtergelaten, waar het hoorde. Het was een vervloekt dier. Het was oorspronkelijk niet uit Volis afkomstig, en het hoorde hier niet. Het was een slecht voorteken, zeker omdat het uit het Doornwoud kwam, en nog wel op de avond van de Wintermaan. Ze herinnerde zich een oud spreekwoord dat ze ooit had gelezen: zie af van grootspraak nadat je aan de dood bent ontsnapt. Haar broers tartten het lot en brachten duisternis naar huis. Ze kon het niet helpen; ze had het gevoel dat het ongeluk zou brengen.
Ze bereikten de top van een heuvel, en hadden een schitterend uitzicht over het fort en het omliggende landschap. Ondanks de stevige wind en de sneeuw, was Kyra opgelucht om weer thuis te zijn. Er rees rook uit de schoorstenen van de huisjes en haar vaders fort straalde een zacht licht uit in de schemering. De weg werd geleidelijk aan breder terwijl ze de brug naderden, en ze versnelden hun pas. Ondanks de schemering en het weer was het druk met mensen, die zich opgewonden voorbereidden voor het festival.
Het veraste Kyra niet. Het festival van de Wintermaan was één van de belangrijkste feestdagen van het jaar. Een grote menigte verdrong zich op de ophaalbrug