Een Lied Voor Wezen. Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Lied Voor Wezen - Морган Райс страница 4
Wat zou er gebeuren als ze het deed? Zou Siobhan haar zelfs maar toestaan om een vreemde te doden? Misschien was dat wel het spelletje dat ze speelde. Misschien was ze van plan om Kate tot het randje van moord aan te zetten, en vervolgens haar beproeving stop te zetten. Kate hoopte dat dat het geval was, en toch vond ze het niet prettig dat haar op deze manier werd verteld wat ze moest doen.
Dat was echter niet de juiste term voor wat Kate op dat moment voelde. Ze haatte dit. Ze haatte Siobhans constante spelletjes, haar constante verlangen om haar in een soort van gereedschap te veranderen. Door het bos rennen en door spoken worden opgejaagd was al erg genoeg geweest. Dit was erger.
“En als ik nee zeg?” zei Kate.
Siobhans gezicht betrok.
“Denk je dat je een keus krijgt?” vroeg ze. “Je bent mijn leerling, je hebt mij een belofte gedaan. Ik kan met je doen wat ik wil.”
Planten rezen rondom Kate uit de grond, en scherpe doorns veranderden ze in wapens. Ze raakten haar niet aan, maar de dreiging was voelbaar. Het leek erop dat Siobhan nog niet klaar met haar was. Ze gebaarde weer naar het water van de fontein, en het beeld veranderde.
“Ik zou je over kunnen leveren aan een van de pleziertuinen van Zuid-Issetia,” zei Siobhan. “Er is daar een koning die misschien mee wil werken in ruil voor de gave.”
Kate ving een korte glimp op van in zijde geklede meisjes. Ze renden uit voor een man die twee keer zo oud was als zij zelf.
“Ik zou je in de slavenlinies van de Nabijgelegen Koloniën kunnen zetten,” vervolgde Siobhan. Ze gebaarde, en Kate zag lange rijen van werklui met pikhouwelen en schoppen in een opengebroken mijn. “Misschien vertel ik je wel waar je de beste stenen kunt vinden voor kooplieden die doen wat ik wil.”
Het beeld veranderde en liet iets zien wat duidelijk een martelkamer was. Mannen en vrouwen schreeuwden het uit terwijl ze door gemaskerde figuren met hete ijzers werden bewerkt.
“Of misschien lever ik je wel uit aan de priesters van de Gemaskerde Godin, om tot bekering te komen.”
“Dat doe je niet,” zei Kate.
Siobhan reikte naar haar en greep haar zo snel vast dat Kate nauwelijks tijd had om na te denken voordat de vrouw haar hoofd in het water van de fontein duwde. Ze schreeuwde het uit, maar dat betekende dat ze geen tijd had om adem te halen voor ze kopje onder ging. Ze werd omgeven door koud water, en hoewel Kate zich verzette voelde het alsof haar kracht haar ineens had verlaten.
“Je weet niet wat ik wel en niet zou doen,” zei Siobhan, en haar stem leek van heel ver weg te komen. “Je denkt dat ik het leven zie zoals jij het ziet. Je denkt dat ik je tegen zal houden, of aardig zal zijn, of je belédigingen zal negeren. Ik kan je alles laten doen dat ik wil, en dan zou je nog altijd van mij zijn. Van mij, om mee te doen wat ik wil.”
Kate zag dingen in het water. Ze zag schreeuwende figuren die geteisterd werden. Ze zag een ruimte die gevuld was met pijn en geweld, angst en hulpeloosheid. Ze herkende een aantal van hen, omdat ze hen had vermoord. Hun geesten, in elk geval. Ze had ze gezien toen ze haar door het bos hadden opgejaagd. Het waren krijgers die een eed hadden gezworen aan Siobhan.
“Zij hebben me verraden,” zei Siobhan, “en ze hebben boete gedaan voor hun verraad. Jij zult je aan je woord houden, of ik verander je in iets wat nuttiger is. Doe wat ik wil, of je voegt je bij hen, en dient mij zoals zij doen.”
Ze liet Kate los, en Kate kwam snakkend naar adem boven. De fontein was verdwenen, en ze stonden weer in de tuin van de smederij. Siobhan stond op een afstandje bij haar vandaan, alsof er niets was gebeurd.
“Ik wil je vriendin zijn, Kate,” zei ze. “Je wilt mij niet als vijand hebben. Maar ik doe wat ik moet doen.”
“Wat je moet doen?” kaatste Kate terug. “Je denkt dat je me moet bedreigen, of mensen moet laten vermoorden?”
Siobhan spreidde haar handen. “Zoals ik al zei, het is de vloek van macht. Je hebt de potentie om heel goed van pas te komen bij wat er komen gaat, en ik zál daar gebruik van maken.”
“Ik doe het niet,” zei Kate. “Ik kan niet zonder reden een meisje vermoorden.”
Kate viel aan. Niet fysiek, maar met haar krachten. Ze schraapte haar kracht bij elkaar en wierp het als een steen tegen de muren rondom Siobhans geest. Het stuiterde ervan af.
“Je hebt de kracht niet om tegen me te vechten,” zei Siobhan, “en je hebt geen keus. Ik zal het simpeler voor je maken.”
Ze gebaarde, en de fontein verscheen weer. Toen er weer een beeld in het water verscheen, hoefde ze niet te vragen wie het was.
“Sophia?” zei Kate. “Laat haar met rust, Siobhan, ik waarschuw je…”
Siobhan greep haar weer vast en dwong naar met haar afschuwelijke kracht te kijken naar dat beeld.
“Er gaat iemand dood,” zei Siobhan. “Jij kiest wie, simpelweg door te besluiten of je Gertrude Illiard gaat vermoorden. Je kunt haar doden, of je zus gaat dood. Het is jouw keus.”
Kate staarde haar aan. Ze wist dat ze geen keus had, niet echt. Niet als het om haar zus ging. “Goed dan,” zei ze. “Ik doe het. Ik doe wat je wilt.”
Ze draaide zich om en liep in de richting van Ashton. Ze nam geen afscheid van Will, Thomas of Winifred, deels omdat ze het niet wilde riskeren om Siobhan bij hen in de buurt te brengen, en deels omdat ze het gevoel had dat iemand zou zien wat ze moest doen, en dan zouden ze zich voor haar schamen.
Kate schaamde zich. Ze haatte de gedachte aan wat ze op het punt stond te doen, en het feit dat ze zo weinig keus had. Ze kon alleen maar hopen dat het allemaal een test was, en dat Siobhan haar op tijd tegen zou houden.
“Ik moet dit doen,” zei ze tegen zichzelf. “Ik moet wel.”
Ja, fluisterde Siobhans stem, dat klopt.
HOOFDSTUK TWEE
Sophia liep terug naar het kamp dat ze met de anderen had gebouwd, niet wetend wat ze moest doen, wat ze moest denken, wat ze moest voelen. Ze moest zich focussen op elke stap in het donker, maar in werkelijkheid kon ze zich niet concentreren. Niet na wat ze zojuist ontdekt had. Ze struikelde over boomwortels, hield zich aan bomen vast terwijl ze het nieuws probeerde te bevatten. Ze voelde hoe takken met bladeren in haar lange rode haar verstrikt raakten, en hoe boomschors strepen van mos op haar jurk schilderde.
Siennes aanwezigheid kalmeerde haar. De boskat streek met haar lichaam langs haar benen en leidde haar terug naar de plek waar de wagen stond. De cirkel van licht die afkomstig was van het kampvuur leek de enige veilige plek in een wereld die ineens geen fundering meer leek te hebben. Cora en Emeline zaten bij het vuur; het voormalige dienstmeisje van het paleis en het straatmeisje met de gave om gedachten te lezen, en ze keken Sophia aan alsof ze in een geest was veranderd.
Op dat moment wist Sophia niet zeker of dat niet zo was. Ze voelde zich niet substantieel; ze voelde zich onwerkelijk, alsof het minste zuchtje van de wind haar in tien verschillende richtingen kon blazen, en ze zichzelf nooit meer terug zou kunnen vinden. Sophia wist dat ze eruitzag als een wilde, na haar wandeling tussen de bomen door. Ze