Agent Nul. Джек Марс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Agent Nul - Джек Марс страница 3
“Vroeg me af of ik u om een gunst kan vragen. Ik wil me aanmelden voor een stageplek bij het Natuurhistorisch Museum, enne, ik zou een aanbevelingsbrief kunnen gebruiken.”
“Ja hoor, kan geregeld. Maar is jouw hoofdrichting niet antropologie?”
“Dat klopt. Maarre, ik dacht dat een brief van u misschien wat meer indruk zou maken, snapt u? En, eh…” De jongen keek naar zijn schoenen. “Dit zijn mijn lievelingscolleges.”
“Je lievelingscolleges tot nu toe.” Lawson glimlachte. “Ik doe het met plezier. Je krijgt morgen iets van me – o, wacht even, ik heb vanavond een belangrijke afspraak die ik niet kan missen. Wat dacht je van vrijdag?”
“Geen haast. Vrijdag is prima. Bedankt Professor. Doei!” Garner haastte zich de hal uit en liet Lawson alleen achter.
Hij keek rond in de lege hoorzaal. Dit was zijn favoriete moment van de dag, tussen de colleges – de huidige voldoening van de vorige vermengd met het vooruitzicht van de volgende.
Een belletje rinkelde op zijn telefoon. Het was een sms’je van Maya. Vandaag om 5:30 thuis?
Ja, antwoordde hij. Zou het voor geen goud missen. De “belangrijke afspraak” vanavond was spelletjesavond ten huize Lawson. Hij koesterde zijn quality time met zijn twee meiden.
Mooi, sms’te zijn dochter terug. Ik heb nieuws.
Welk nieuws?
Later was haar antwoord. Hij fronste bij het vage bericht. Ineens zou de dag heel lang gaan lijken.
*
Lawson pakte zijn koerierstas op, deed zijn donzige winterjas aan, en haastte zich naar de parkeerplaats toen zijn werkdag ten einde kwam. Februari in New York was gewoonlijk bitter koud, en recentelijk was het nog erger geworden. Het kleinste zuchtje wind sneed door je heen.
Hij startte de auto en liet het een paar minuten opwarmen. Hij vouwde zijn handen over zijn mond en blies warme adem op zijn bevroren vingers. Dit was zijn tweede winter in New York, en het leek er niet op dat hij aan het koudere klimaat begon te wennen. In Virginia had hij 4 graden in februari ijskoud geacht. In ieder geval sneeuwt het niet, dacht hij. De zon achter de wolken.
De reis van de campus van Columbia naar huis was maar 11 kilometer, maar er was op dit moment van de dag veel verkeer en mede-forensen waren over het algemeen irritant. Reid verzachtte het met audioboeken, hem recentelijk aangeraden door zijn oudste dochter. Zijn huidig luistermateriaal was De Naam van de Roos van Umberto Eco, maar vandaag hoorde hij de woorden nauwelijks. Hij dacht aan Maya’s geheimzinnig bericht.
Het huis van de Lawsons was een bungalow van bruin baksteen met twee verdiepingen. Het lag in Riverdale, aan het noordelijke uiteinde van de Bronx. Hij hield van de landelijke, voorstedelijke buurt – de korte afstand tot de stad en de universiteit, de kronkelwegen die meer naar het zuiden plaats maakten voor brede boulevards. De meiden waren er ook dol op, en als Maya toegelaten werd tot Columbia, of zelfs haar veilige keus van NYU, zou ze niet uit huis hoeven te gaan.
Reid wist direct dat iets anders was toen hij het huis betrad. Hij kon het ruiken in de lucht, en hij hoorde gedempte stemmen uit de keuken aan het einde van de gang komen. Hij zette zijn tas neer en glipte stilletjes uit zijn jasje. Toen sloop hij op zijn tenen naar de hal.
“Wat is hier in ’s hemelsnaam aan de gang?” vroeg hij bij wijze van begroeting.
“Hoi papa!” Sara, zijn dochter van veertien, sprong op en neer op de bal van haar voeten terwijl ze toekeek hoe Maya, haar oudere zus, een verdacht ritueel uitvoerde boven een Pyrex bakplaat. “We zijn het avondeten aan het bereiden!”
“Ik ben het avondeten aan het bereiden,” zei Maya binnensmonds zonder op te kijken. “Zij is een toeschouwer.”
Reid knipperde verrast met zijn ogen. “Oké. Ik heb vragen.” Hij keek over Maya’s schouder terwijl ze een paarsachtige glazuur over een ordelijk rijtje varkenskoteletjes spreidde. “Om te beginnen…huh?”
Maya keek nog altijd niet op. “Kijk me niet zo aan,” zei ze. “Als ze van huishoudkunde een verplicht vak willen maken, dan ga ik het op een of andere manier benutten.” Eindelijk keek ze naar hem op en gaf hem een dun lachje. “En wen er maar niet aan.”
Reid hief zijn handen verdedigend op. “Zeker weten van niet.”
Maya was zestien, en gevaarlijk slim. Ze had duidelijk de intelligentie van haar moeder geërfd; het volgend schooljaar zou haar laatste zijn omdat ze de achtste klas had overgeslagen. Ze had Reids donker haar, bedachtzame glimlach, en dramatische flair. Sara leek daarentegen uitsluitend op Kate. Nu ze tot tiener was gegroeid deed het Reid soms pijn om naar haar gezicht te kijken, maar hij liet daar nooit iets van merken. Ze had ook Kate’s vurig temperament geërfd. Het grootste deel van de tijd was Sara een schattebout, maar af en toe kwam ze tot ontploffing, met soms vernietigende gevolgen.
Reid keek verbijsterd toe terwijl de meisjes de tafel dekten en het avondeten serveerden. “Dat ziet er fantastisch uit, Maya,” merkte hij op.
“O, wacht even. Nog één ding.” Ze pakte iets uit de ijskast – een bruin flesje. “Je drinkt het liefste Belgisch, toch?”
Reid vernauwde zijn ogen. “Hoe heb je…?”
“Maak je maar niet druk, ik heb tante Linda gevraag om het te kopen.” Ze haalde de dop eraf en schonk het bier in een glas.
“Zo. Nu kunnen we gaan eten.”
Reid was er bijzonder dankbaar voor dat Kate’s zus Linda maar een paar minuten bij hen vandaan woonde. Zonder haar zou het onmogelijk zijn geweest om een leerstoel te verwerven terwijl hij twee meisjes tot tiener opvoedde. Het was een van de voornaamste redenen geweest om naar New York te verhuizen, zodat de meisjes positieve vrouwelijke invloed in de buurt hadden. (Hoewel hij moest toegeven dat hij niet er niet al te wild over was dat Linda bier voor zijn tienerdochter had gekocht, ongeacht voor wie het was.)
“Maya, dit is heerlijk,” zei hij vol lof na de eerste hap.
“Bedankt. Het is chipotleglazuur.”
Hij veegde zijn mond af, deed zijn servet op tafel, en vroeg, “Oké, ik ben wantrouw de zaak. Wat heb je gedaan?”
“Wat? Niets!” drong ze aan.
“Wat heb je kapotgemaakt?”
“Ik heb niets…”
“Ben je van school gestuurd?”
“Pa, doe niet zo…”
Reid greep melodramatisch de tafel vast met beide handen. “O God, vertel me niet dat je zwanger bent. Ik heb niet eens een jachtgeweer.”
Sara giechelde.
“Ben je klaar?” vroeg Maya gepikeerd. “Ik mag best wel eens een keer aardig zij, weet je.” Een minuut lang aten ze in stilte voor ze er achteloos aan toevoegde, “Maar nu je er toch over begint…”
“O jee. Hier komt het.”
Ze schraapte haar keel en zei, “Ik heb een soort afspraakje. Voor Valentijnsdag.”