Reden om te redden. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Reden om te redden - Блейк Пирс страница 3
Dat alles was ingeperkt door het andere vreselijke nieuws dat ze slechts twintig minuten na een gesprek met de dokter had gekregen.
Het nieuws dat Howard Randall op de een of andere manier uit de gevangenis was ontsnapt. En nu, twee weken later, was hij nog steeds niet opgepakt. En als ze een herinnering nodig had aan dat vreselijke feit (wat ze echt niet nodig had), kon ze het op de televisie zien als ze hem aan wilde zetten. Ze zat daar als een zombie in de kamer van Ramirez en keek naar het nieuws. Zelfs als Howard’s ontsnapping niet het voornaamste nieuwsbericht was, was het nog steeds aanwezig in de banner die onderaan het scherm voorbij rolde.
Howard Randall nog steeds spoorloos. Autoriteiten weten nog niets.
Heel Boston was nerveus. Het was alsof de stad op het punt van oorlog stond met een onbekend land en gewoon wachtte tot de bommen begonnen te vallen. Finley had haar verschillende keren geprobeerd te bellen en O’Malley had zelfs twee keer zijn hoofd in de kamer gestoken. Zelfs Connelly leek bezorgd om haar. Hij stuurde haar een eenvoudig berichtje waar ze nog steeds in een wazige soort van waardering naar keek.
Neem je tijd. Bel als je iets nodig hebt.
Ze lieten haar achter om te rouwen. Ze wist dat en het voelde een beetje dom, gezien Ramirez nog niet dood was. Maar het was ook om haar de kans te geven het trauma te verwerken van wat haar in die laatste zaak was overkomen. Ze voelde nog steeds de kou als ze erover nadacht en herinnerde zich het gevoel van bijna doodvriezen bij twee verschillende gelegenheden: in een industriële vriezer en door in ijskoud water te vallen.
Maar boven alles was het door het feit dat Howard Randall op vrije voeten was. Hij was op de een of andere manier ontsnapt, wat zijn toch al slechte imago niet ten goede kwam. Ze had op het nieuws gezien waar niet zo gerenommeerde mensen op sociale media Howard loofden voor zijn Houdini-achtige vaardigheden om uit de gevangenis te ontsnappen en geen sporen achter te laten.
Avery dacht aan dit alles terwijl ze in een relaxfauteuil zat die een vriendelijke verpleegster haar vorige week in de kamer had gebracht, omdat ze wist dat ze niet snel ergens heen zou gaan. Haar gedachten werden onderbroken door een ding van haar telefoon. Het was het enige geluid dat ze deze dagen toestond, een teken dat Rose contact met haar opnam.
Avery keek op haar telefoon en zag dat haar dochter een berichtje had achtergelaten. Ik ben het, stond er. Nog steeds in het ziekenhuis? Hou ermee op. Ga eens naar buiten en ga eens uit met je dochter.
Avery reageerde direct. Je bent geen 21.
Het antwoord kwam meteen en er stond: Oh mam, dat is schattig. Er is veel dat je niet over me weet. En je zou sommige van deze geheimen te weten kunnen komen als je met me mee zou gaan. Een nachtje maar. Het komt wel goed zonder jou daar...
Avery legde haar telefoon opzij. Ze wist dat Rose gelijk had, hoewel ze niet kon helpen te denken dat de mogelijkheid bestond dat Ramirez eindelijk zou wakker worden terwijl ze weg was. En er zou niemand zijn om hem te verwelkomen, zijn hand te nemen en hem te laten weten wat er was gebeurd.
Ze stapte uit de fauteuil en liep naar hem toe. Ze was eroverheen van het feit dat hij er zwak uitzag, aan machines lag en er een dunne slang door zijn keel ging. Als ze zich herinnerde waarom hij hier was, dat hij een kogel had gekregen die misschien wel voor haar was bedoeld, zag hij er sterker uit dan ooit. Ze haalde haar handen door zijn haar en kuste zijn voorhoofd.
Ze nam toen zijn hand in die van haar en ging op de rand van het bed zitten. Hoewel ze het nooit aan iemand zou vertellen, had ze hem verschillende keren gesproken in de hoop dat hij haar kon horen. Ze deed het nu ook. Ook al voelde ze zich er in het begin een beetje dom over, zoals gewoonlijk, maar ze werd het wel gewoon.
“Dus het volgende,” vertelde ze hem. “Ik ben al bijna drie dagen niet uit het ziekenhuis geweest. Ik moet nodig eens douchen. Ik wil graag eens fatsoenlijk eten en een goede kop koffie drinken. Ik ga eens even weg, oké?”
Ze kneep in zijn hand en haar hart brak een beetje toen ze besefte dat ze naïef wachtte tot hij terug zou knijpen. Ze wierp hem een smekende blik toe, zuchtte en pakte toen haar telefoon. Voordat ze de kamer uitstapte, keek ze op naar de tv. Ze greep de afstandsbediening om hem uit te zetten en werd begroet met een gezicht dat ze de afgelopen twee weken zo hard had geprobeerd uit haar hoofd te zetten.
Howard Randall staarde haar aan, zijn gevangenisfoto stond op de helft van het scherm, terwijl een serieus ogend nieuwsanker iets las van de autocue. Avery zette de televisie vol walging uit en liep snel de kamer uit, alsof Howard’s beeld op het scherm een geest was geweest die nu naar haar reikte.
***
Het was een sombere ervaring om alleen terug te gaan naar haar appartement, nu Ramirez er pas was ingetrokken (en haar zou vragen om met hem te trouwen, gezien de ring die in zijn zak was ontdekt nadat hij was neergeschoten). Toen ze er binnenliep, keek ze afwezig rond. De plaats voelde dood aan. Het voelde alsof er in eeuwen niemand had gewoond, een plek die wachtte om te worden leeggehaald, opnieuw geschilderd en verhuurd aan iemand anders.
Ze dacht erover Rose te bellen. Ze zouden kunnen weggaan en een pizza eten. Maar ze wist dat Rose zou willen praten over wat er aan de hand was en Avery was daar nog niet klaar voor. Meestal verwerkte ze dingen vrij snel, maar dit was anders. Ramirez die zo in levensgevaar was en Howard Randall die op de vlucht was... Het was allemaal te veel.
Hoewel de plek niet meer als thuis aanvoelde, verlangde ze er toch naar om zich uit te strekken op de bank. En haar bed riep haar naam.
Natuurlijk is dit nog steeds mijn thuis, dacht ze. Alleen omdat Ramirez het misschien niet haalt en hier bij jou komt, is het nog steeds jouw thuis. Wees niet zo verdomd dramatisch.
En daar was het, zo duidelijk als de dag. Ze was er tot nog toe in geslaagd haar gedachten te beschermen tegen die realiteit, maar nu het in een gedachtevorm was gedumpt, was het een beetje meer onthutsend dan ze had aangenomen.
Met gebogen schouders ging ze naar de badkamer. Ze kleedde zich uit, stapte in het bad, trok het gordijn dicht en draaide de warmwaterkraan volledig open. Ze bleef daar enkele minuten staan voordat ze begon met inzepen of de haren wassen tot het water haar spieren zou losmaken. Toen ze klaar was met zichzelf te wassen, draaide ze de douchekraan dicht, duwde de stop naar beneden en liet heet water in het bad lopen. Ze ging zitten terwijl het vol liep en ontspande.
Toen het water op de rand stond en bijna over de kant van het bad ging, draaide ze de kraan dicht met haar teen. Ze sloot haar ogen en weekte zich.
Het enige geluid in het appartement was het trage en ritmische drup drup uit de kraan in het water en haar eigen ademhaling.
En kort daarna een derde geluid: Avery die weent.
Ze had het grotendeels onder controle gehouden. Ze wilde die kant van zichzelf in het ziekenhuis niet laten zien en wilde ook niet dat Ramirez het zou horen, als hij haar wel kon horen. Ze was een paar keer de badkamer van zijn kamer binnengeslopen en had een beetje gehuild, maar ze had het nog nooit zo vrijuit laten gaan.