De Magische Fabriek. Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу De Magische Fabriek - Морган Райс страница 4
Trouwens, als hij het positief bekeek – iets wat Oliver altijd heel hard probeerde – hij zat hier vlak naast een groot raam, wat betekende dat hij voldoende licht had en lekker naar buiten kon kijken. Hij leunde met zijn ellebogen op de vensterbank en staarde naar buiten. Het was een grijze, stormachtige oktoberdag en het afval waaide door de straten. Tegenover zijn huis stond een beschadigde auto en een roestige wasmachine die daar gedumpt leek te zijn. Het was beslist een arme buurt, besloot Oliver. Een van de slechtste buurten waar ze ooit hadden gewoond.
De wind raasde en deed het glas in de ramen trillen en er kwam tocht door een kier in het houtwerk. Oliver huiverde. Deze oktober was veel kouder dan het normaal gesproken was in New Jersey. Hij had zelfs op de radio gehoord dat er een grote storm naderde. Maar Oliver was dol op storm, zeker wanneer die gepaard ging met donder en bliksem.
Hij snoof toen hij de geur van eten rook. Hij draaide zich weg van het raam en liep de hoek om naar de keuken. Zijn moeder stond voor het aanrecht in een grote pan te roeren.
“Wat eten we?” vroeg hij.
“Vlees,” zei ze. “En aardappelen. En erwten.”
Olivers maag knorde bij het vooruitzicht. Zijn familie at altijd eenvoudige maaltijden, maar dat vond Oliver niet zo erg. Hij had een eenvoudige smaak.
“Ga jullie handen wassen, jongens,” zei pap vanaf waar hij aan tafel zat.
Vanuit zijn ooghoek zag Oliver Chris’ gemene grijs. Hij wist nu al dat zijn broer weer een wreed plannetje voor hem in petto had. Het laatste dat hij wilde was vast komen te zitten in de badkamer met Chris, maar pap keek weer op en fronste.
“Moet ik alles twee keer zeggen?” klaagde hij.
Hij kon er niet onderuit. Oliver verliet de keuken met Chris op zijn hielen. Hij haastte zich de trap op en sprintte naar de badkamer in een poging zijn handen te wassen en er zo snel mogelijk weer weg te zijn. Maar Chris zat vlak achter hem en zodra ze buiten gehoorbereik van hun ouders waren, greep hij Oliver vast en duwde hem tegen de muur.
“Raad eens, snotneus,” zei hij.
“Wat?” zei Oliver, die zich schrap zette.
“Ik heb heel, heel veel honger vanavond,” zei Chris.
“Dus?” antwoordde Oliver.
“Dus, ik mag jouw avondeten, toch? Je gaat tegen mam en pap zeggen dat je geen honger hebt.”
Oliver schudde zijn hoofd. “Ik heb je de slaapkamer al gegeven!” sprak hij Chris tegen. “Laat me op zijn minst mijn aardappelen eten.”
Chris lachte. “Echt niet. We beginnen op een nieuwe school morgen. Ik moest sterk zijn voor het geval dat er andere onderdeurtjes zoals jij zijn die ik moest pesten.”
Het idee van school veroorzaakte een nieuwe golf van ongerustheid voor Oliver. Hij was in zijn leven al op zoveel nieuwe scholen begonnen en het leek elke keer erger te worden. Er was altijd een Chris Blue-achtig type dat hem te vinden wist, iemand die hem, wat hij ook deed, wilde pesten. En er waren nooit bondgenoten. Oliver had zijn pogingen om vrienden te maken al lang geleden opgegeven. Wat had het voor zin als hij een paar maanden later toch weer moest verhuizen?
Chris’ gezicht leek te verzachten. “Weet je wat, Oliver, ik zal aardig zijn. Alleen deze ene keer.” Toen grijnsde hij en barstte in een maniakaal gelach uit. “Je krijgt een broodje vuist voor het avondeten!”
Hij hief zijn vuist. Oliver dook weg en miste zijn vuist op enkele millimeters. Hij rende de trap af, de woonkamer in.
“Kom terug, onderkruipsel!” schreeuwde Chris.
Hij zat Oliver op zijn hielen, maar Oliver was snel en haastte zich naar de eettafel. Pap keek naar hem op terwijl daar stond te hijgen na zijn sprint.
“Zijn jullie weer aan het vechten?” Hij zuchtte. “Waar gaat het deze keer over?”
Chris kwam slippend tot stilstand naast Oliver. “Niets,” zei hij snel.
Ineens voelde Oliver een scherpe pijn in zijn zij. Chris had zijn nagels in hem gezet. Oliver keek naar hem, naar de triomfantelijke blik op zijn gezicht.
Pap keek argwanend. “Ik geloof je niet. Wat is er aan de hand?”
Chris kneep harder en de pijn verspreidde zich door Olivers zij. Hij wist wat hij moest doen. Hij had geen keus. “Ik zei net,” zei hij huiverend, “dat ik niet zoveel honger heb.”
Pap keek hem vermoeid aan. “Mam heeft erg haar best gedaan op het eten en nu zeg je dat je het niet wilt?”
Mam, die bij het aanrecht stond, keek met een gekwetste blik in haar ogen over haar schouder. “Wat is het probleem? Hou je niet meer van vlees? Of zijn het de aardappels?”
Oliver voelde Chris nog harder knijpen en er ging een scherpe pijn door hem heen.
“Sorry, mam,” zei hij met tranende ogen. “Ik bén dankbaar. Ik heb alleen geen honger.”
“Wat moet ik nu met hem?” riep mam uit. “Eerst de slaapkamer en nu dit! Mijn zenuwen kunnen dit niet aan.”
“Ik neem zijn portie wel,” zei Chris snel. Toen voegde hij er met een suikerzoete stem aan toe: “Ik wil niet dat je al die moeite voor niets hebt gedaan, mam.”
Mam en pap keken allebei naar Chris. Hij was dik en hij werd steeds dikker, maar dat leek hen geen zorgen te baren. Dat, óf ze durfden niet in te gaan tegen de pestkop van een zoon die ze hadden grootgebracht.
“Best,” zei mam zuchtend. “Maar je moet dat hoofd van je op orde krijgen, Oliver. Ik wil dit niet elke avond te horen krijgen.”
Oliver voelde Chris loslaten. Hij wreef over zijn pijnlijke zij. “Oké, mam,” zei hij verdrietig. “Sorry, mam.”
Hij liet het geluid van bestek en servies achter zich en wendde zich met een knorrende maag af van de eettafel. Toen liep hij terug naar zijn alkoof. Om zichzelf af te leiden van de etensgeuren die zijn honger alleen maar verergerden, deed hij zijn koffer open. Hij pakte zijn enige bezit eruit, een boek over uitvinders. Een vriendelijke bibliothecaris had het boek hem een paar jaar geleden gegeven toen hij had gemerkt dat Oliver steeds was binnengekomen om het te lezen. Nu zat het vol ezelsoren, versleten van de miljoenen keren dat hij erdoorheen gebladerd had. Maar hoe vaak hij het ook las, het verveelde hem nooit. Hij was gefascineerd door uitvinders en uitvindingen. Sterker nog, een van de redenen dat Oliver het niet zo erg vond om naar deze buurt in New Jersey te verhuizen was omdat hij had gelezen over een nabijgelegen fabriek. Daar had een uitvinder genaamd Armando Illstrom een van zijn beste creaties gebouwd. Het maakte voor Oliver niet uit dat Armando Illstrom in het gedeelte Absurde Uitvinders van het boek stond, of dat de meeste van zijn uitvindsels faalden. Oliver vond hem nog steeds erg inspirerend, vooral zijn booby trap die was ontworpen om wasberen weg te jagen. Oliver probeerde zijn eigen versie te creëren om Chris op afstand te houden.
Op dat moment hoorde hij het geluid van kletterend bestek uit de keuken komen. Hij keek op en zag zijn familie