De bol van Kandra. Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу De bol van Kandra - Морган Райс страница 4
Bij de volgende plotselinge bliksemschicht keek de oude man met een ruk om. Oliver zag Lucas’ verweerde gezicht in al zijn glorie. Zijn kwaadaardige blauwe ogen keken Oliver recht aan. Er zat een verontrustende schittering in.
“Oliver Blue,” gromde hij.
Oliver slikte. Het voelde alsof zijn keel dichtzat. Hij stond oog in oog met de man die hem dood wilde. Het was angstaanjagend. Verlammend.
Op dat moment sprong Horatio de hond uit de duisternis tevoorschijn. Hij wikkelde zijn lichaam rond Lucas’ enkels, waardoor de oude man struikelde.
“Die verdomde hond!” schreeuwde Lucas terwijl hij zijn best deed om zijn evenwicht te behouden.
Oliver was nog nooit zo blij geweest om de oude bloedhond te zien. Hij maakte onmiddellijk gebruik van de kans die Horatio hem had gegeven en rende in de richting die Armando was opgegaan. Hij bereikte de gang net op tijd om Armando in zijn kantoor te zien verdwijnen.
Hij hoorde het geluid van zware voetstappen achter zich. Oliver wierp een blik over zijn schouder, net toen Lucas’ gestoorde gezicht door een bliksemschicht werd verlicht. Struikelend bereikte Oliver de deur van Armando’s kantoor en hij stormde naar binnen.
Het kantoor van Armando was zoals altijd een chaos. Er stonden meerdere bureaus, bedekt met stapels papieren. Computers uit verschillende tijdperken. Planken die krom stonden onder het gewicht van boeken.
En te midden van dat alles stond Armando zelf.
Hij draaide zich om en staarde Oliver verbijstert aan. “Kan ik je helpen?”
Oliver staarde terug en vroeg zich af of Armando hem herkende. Hij wist het niet. En er was geen tijd om er bij stil te staan. Hij moest de dreiging vinden.
Oliver keek verwoed om zich heen. Er leek niets mis te zijn. Er was geen teken van een val. Niets dat suggereerde dat Armando’s leven direct gevaar liep. Hij begon aan zichzelf te twijfelen. Was deze hele reis een fout geweest? Had hij zijn geliefde school voor niets opgeofferd?
Ineens stormde Lucas het kantoor binnen. “De bewakers komen eraan, kleine lastpost!”
Hij dook naar Oliver, maar die sprong opzij. Wanhopig zocht hij naar de dreiging. Hij had niet veel tijd meer om Armando’s leven te redden. Wat kon het zijn?
“Kom hier!” snauwde Lucas.
Armando deisde achteruit toen Oliver langs hem rende, onder zijn bureau doorgleed en aan de andere kant tevoorschijn kwam. Lucas kwam achter hem aan, maar het brede bureau was een goede barrière. Lucas haalde naar Oliver uit en stootte het bureau om in zijn wanhopige pogingen om hem te pakken te krijgen.
Op dat moment zag Oliver het. Een koffiebeker op de zijkant van het bureau ging om. En Armando reikte ernaar om te voorkomen dat alles onder zou komen te zitten. Maar het oppervlak glinsterde merkwaardig.
Vergif!
Oliver sprong op het bureau en schopte tegen de koffiebeker, die uit Armando’s handen vloog. De beker viel op de grond en er stroomde een plasje bruine vloeistof uit.
“Wat is hier aan de hand?” riep Armando uit.
Lucas kreeg Olivers benen te pakken en trok. Oliver klapte hard tegen het tafelblad van het bureau.
“Het is VERGIF!” probeerde hij te schreeuwen, maar Lucas’ handen sloten zich om zijn mond.
Oliver worstelde met de oude man in een poging zichzelf te bevrijden.
Op dat moment draafden de bewakers de ruimte binnen.
“Haal deze jongen hier weg,” zei Lucas.
Oliver beet in zijn hand.
Lucas liet hem los en schreeuwde het uit van de pijn. Oliver sprong van het bureau en bewoog van links naar rechts in een poging de bewakers te ontwijken. Maar het had geen zin. Ze grepen hem vast en draaiden zijn armen hardhandig achter zijn rug. Ze duwden hem richting de deur.
“Armando, alsjeblieft, luister naar me!” riep Oliver, die zich schrap zette. “Lucas probeert je te vermoorden!”
Lucas was bezig zijn pijnlijke hand te verzorgen. Hij kneep zijn ogen samen terwijl de bewakers Oliver naar de deur sleurden.
“Belachelijk,” sneerde hij.
Op dat moment zag Oliver een kleine muis, die vanuit de schaduw in de hoek van de kamer tevoorschijn was gekomen. Het diertje snuffelde aan de geknoeide koffie op de grond.
“Kijk!” riep Oliver.
Armando zag de muis, die aan de koffie begon te likken. Toen, in een fractie van een seconde, werd zijn hele lijfje stijf en bewegingsloos.
Iedereen verstijfde. De bewakers ook.
Ze wendden zich allemaal tot Armando.
Armando staarde naar Lucas. Langzaam veranderde de blik in zijn ogen. Het werd een gekwetste blik. Hij voelde zich verraden.
“Lucas?” vroeg hij. Zijn stem klonk gebroken, ongelovig.
Lucas’ gezicht liep rood aan van schaamte.
Armando’s gezicht werd hard, en langzaam wees hij met een vinger naar Lucas.
“Haal hem hier weg,” beval hij de bewakers.
Onmiddellijk lieten de bewakers Oliver los, en omsingelden Lucas.
“Dit is waanzin!” schreeuwde Lucas, terwijl ze hardhandig zijn armen achter zijn rug drukten. “Armando! Je gelooft dat schriele jochie eerder dan mij?”
Armando zei niets toen de bewakers Lucas meenamen.
Het gezicht van de oude Lucas was vertrokken van woede. Hij schreeuwde en zag er net zo gestoord uit als Hitler toen Oliver zijn bom kapot had gemaakt.
“Dit is nog niet voorbij, Oliver Blue!” schreeuwde hij. “Ik krijg jou nog wel te pakken!”
Toen werd hij het kantoor uit gesleurd en verdween hij uit het zicht.
Oliver slaakte een zucht van opluchting. Het was hem gelukt. Het was hem echt gelukt. Hij had Armando’s leven gered.
Hij keek op naar de oude uitvinder, die geschokt en verbijsterd in zijn chaotische kantoor stond. Een lange tijd hielden ze elkaars blik vast.
Toen verscheen er een glimlach op Armando’s gezicht.
“Ik heb lang gewacht om jou weer te zien.”
HOOFDSTUK TWEE
Malcolm Malice spande zijn kruisboog. Hij zette zich schrap. Toen liet hij los.
De pijl zoefde met de snelheid van het licht door de lucht en boorde zich door de roos. Een perfect schot. Malcolm grijnsde.
“Goed