De bol van Kandra. Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу De bol van Kandra - Морган Райс страница 5
Gevuld met trots gaf Malcolm hem de kruisboog terug. Hij ging weer naast de rest van zijn klasgenoten staan, die hem met jaloerse ogen aankeken.
“Beste leerling,” mompelde iemand spottend.
Er werd gegrinnikt.
Malcolm negeerde hen. Hij had belangrijkere zaken aan zijn hoofd. Hij zat nog maar een paar maanden op Obsidians maar hij had al een grote voorsprong op de kinderen die er al jaren zaten. Hij was een machtige ziener. Atomisch—de sterkste, met een zeldzame mix van kobalt en broom.
Wat maakte het uit als de andere kinderen niet met hem om wilden gaan? Voordat hij hierheen was gekomen had hij ook geen vrienden gehad. Het maakte Malcolm niet veel uit als het zo bleef. Hij was hier niet om vrienden te maken. Hij was hier om uit te blinken, om de beste ziener te worden die hij kon zijn, zodat als de tijd kwam hij die Amethyst losers kon verpletteren.
Ineens voelde hij iets tegen de achterkant van zijn hoofd prikken. Instinctief bracht hij zijn hand er naartoe. Toen hij keek, zag hij een dode bij in zijn handpalm liggen.
Iemand had zijn krachten op hem gebruikt. Hij draaide zich met een ruk om, zoekend naar de schuldige. Candice deed nauwelijks moeite om haar grijns te verbergen.
Malcolm kneep zijn ogen samen. “Dat was jij.”
“Het was maar een bijenprikje,” antwoordde ze lieflijk.
“Ik weet dat jij het was. Jij hebt een biologisch specialisme. Als iemand het gedaan heeft, was jij het.”
Candice haalde onschuldig haar schouders op.
Coach Royce klapte hard in zijn handen. “Malcolm Malice. Ogen naar voren. Dat het jou zo makkelijk afgaat betekent niet dat je kan lopen kloten terwijl je medeleerlingen een poging wagen. Toon wat respect.”
Malcolm beet op zijn wang. Het onrecht stak net zo hard als de bij had gedaan.
Malcolm probeerde zich op zijn klasgenoten te focussen terwijl ze om de beurt oefenden met richten. Het was een normale, sombere dag op Obsidians. Er hing een lichte mist in de lucht. Het grote speelveld strekte zich uit tot aan het imposante landhuis waar Meesteres Obsidians School voor Zieners was gevestigd.
Candice was aan de beurt. De pijl vloog over het doelwit heen en Malcolm kon het niet helpen dat hij moest glimlachen.
“Dit is precies het soort vaardigheid dat je moet perfectioneren,” riep Coach Royce. “Als het aankomt op het vechten tegen de Amethyst zieners, is het dit soort meesterschap dat hen kan verslaan. Ze zijn zo gefocust op hun ziener specialismen dat ze traditionele wapens vergeten.”
Malcolms glimlach werd breder. Alleen al de gedachte aan het verslaan van de onnozele zieners op de school van Professor Amethyst verheugde hem. Hij kon niet wachten tot de dag dat hij eindelijk oog-in-oog stond met die losers. Dan zou hij hen eens laten zien wie er de baas was. Hen laten zien waarom Obsidians de betere school was. Waarom zij de enige echte school voor zieners waren.
Op dat moment zag Malcolm een aantal tweedejaars het speelveld op lopen, hockeysticks in hun hand. Natasha Armstrong was er ook bij. Ze zat net als hij altijd bij de privé studiesessies in de bibliotheek, de lessen voor hoogbegaafde leerlingen zoals hij. Hoewel hij met zijn twaalf jaar de jongste was, waren de anderen aardig tegen hem. Vooral Natasha. Zij pestte hem niet omdat hij slim was. En ze deelde zijn haat jegens Professor Amethyst.
Natasha zag hem en zwaaide. Ze kreeg die mooie kuiltjes in haar wangen. Malcolm zwaaide terug en voelde zijn eigen wangen warm worden.
Toen hoorde Malcolm de fluwelen stem van Candice in zijn oor fluisteren. “Aw, kijk. Malcolm is verliefd.”
Malcolm bleef voor zich uit kijken en negeerde haar opmerking. Candice was alleen maar gemeen tegen hem omdat hij haar avances had afgewezen. Haar wrevel kwam voort uit jaloezie—dat een ouder meisje, een meisje zo mooi en getalenteerd als Natasha Armstrong, in hem geïnteresseerd kon zijn.
Terwijl de andere klas begon met hun hockeytraining, ging Malcolms blik naar het torentje op het enorme, indrukwekkende Victoriaanse landhuis van Obsidians School. Hij kon nog net het silhouet van Meesteres Obsidian onderscheiden, die bij het raam stond. Ze keek neer op haar studenten. Toen fixeerde ze haar blik op hem.
Hij glimlachte. Hij wist dat ze hem in de gaten hield. Ze had hém persoonlijk uitgekozen voor een speciale missie. Morgen had hij een bespreking met Meesteres Obsidian zelf. Morgen zou ze hem alle details van zijn speciale missie vertellen. Tot die tijd kon hij de pestkoppen en het getreiter wel tolereren. Want spoedig zou hij hun held zijn. Spoedig zou iedere ziener in elke tijdlijn de naam Malcolm Malice kennen. Hij zou in alle geschiedenisboeken komen te staan.
Spoedig zou hij in het hele universum bekend staan als degene die de School voor Zieners voor eens en altijd vernietigd had.
HOOFDSTUK DRIE
Opluchting stroomde door Olivers lichaam. Armando kon zich hem toch nog herinneren. Ondanks alles dat hij had gedaan om deze tijdlijn te veranderen, was zijn held toch niet vergeten wie hij was.
“Je… je herinnert je mij?” stamelde Oliver.
Armando liep naar hem toe. Zijn rug was rechter, zijn kin hoger. Hij was beter gekleed; hij straalde zelfverzekerdheid uit in zijn donkere broek en shirt. Dit was niet dezelfde Armando die Oliver onderdak had geboden tijdens de nacht van de storm; de in elkaar gedoken, versleten, geheimzinnige man die tientallen jaren als pias geleefd. Dit was een man die zijn hoofd trots hoog hield.
Hij klopte op Olivers schouder. “Ik herinner me dat je mij jaren geleden, in 1944, vertelde dat alles over zeventig jaar op zijn plek zou vallen. En dat doet het nu. Lucas doet al jaren dingen achter mijn rug om.” Hij keek weg met een gepijnigde blik in zijn ogen. “Ik kan niet geloven dat hij mij dood wilde.”
Oliver voelde een steek van verdriet. Armando had Lucas vertrouwd en Lucas had hem op de meest afschuwelijke manier verraden.
“Maar dat ligt nu in het verleden,” zei Armando. “Dankzij jou.”
Oliver werd overspoeld door trots. Toen herinnerde hij zich zijn gesprek met Professor Amethyst. Het was nog niet voorbij. Er was nog meer te doen. Het werk van een ziener ging altijd door. En zijn lotsbestemming was verweven met die van Armando. Hij wist alleen niet op wat voor manier.
De gedachte aan Professor Amethyst deed Oliver pijn. Zijn vingers gingen naar het amulet. Het was ijskoud. Teruggaan naar de School voor Zieners was nu geen optie. Hij zou waarschijnlijk nooit meer terugkeren. Hij zou zijn vrienden nooit meer zien: Walter, Simon, Hazel, Ralph en Ester. Hij zou nooit meer switchit spelen of door de gangen lopen die door de kapokboom werden ondersteund.
Armando glimlachte vriendelijk naar hem. “Aangezien we elkaar technisch gezien nooit hebben ontmoet, moet ik mezelf misschien maar voorstellen. Ik ben Armando Illstrom, van Illstroms Uitvindingen.”
Oliver schrok op uit zijn sombere gemijmer. Hij schudde Armando’s hand en voelde een warmte door zijn hele lichaam gaan.
“Ik ben Oliver Blue. Van…”
Hij zweeg. Waar hoorde hij nu bij? Niet de School voor Zieners. En ook niet de fabriek in deze nieuwe realiteit waar hij en Armando elkaar nooit hadden ontmoet. En zeker niet thuis in New Jersey bij de Blues, waarvan