Wachten. Блейк Пирс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Wachten - Блейк Пирс страница 17

Wachten - Блейк Пирс

Скачать книгу

      “Het gaat prima met me,” hield Riley vol.

      Crivaro zei, “Ik neem aan dat je net een en ander aanvoelde over de moordenaar.”

      Riley knikte in stilte.

      “Is er verder nog iets dat ik moet weten – buiten de mogelijkheid dat hij het slachtoffer zo bang maakte dat die eraan overleed?”

      “Niet veel,” zei Riley. “Hij is alleen…”

      Ze weifelde en vond toen het woord dat ze zocht. “Sadistisch.”

      Ze reden verder in stilte en Riley begon zich de aanblik van het lichaam uitgespreid op de draagbaar voor de geest te halen. Ze voelde weer het afgrijzen dat het slachtoffer zelfs na haar dood zoveel vernedering en onwaardigheid moest ervaren.

      Ze vroeg zivh af wat voor monster dit iemand zou willen aandoen.

      Zo dicht als ze zich tijdelijk tot de moordenaar voelde, wist ze dat ze niet eens een klein beetje zou kunnen begrijpen hoe zijn gestoorde brein werkte.

      En ze wist wel zeker dat ze dat ook niet wilde.

      Maar wat stond haar te wachten voordat de case opgelost was?

      En daarna?

      Is dit hoe mijn leven eruit gaat zien?

      HOOFDSTUK ACHT

      Terwijl Riley en Crivaro het schone, ge-airconditionde J. Edgar Hoovergebouwinliepen, voelde ze nog altijd de grofheid van het plaats delict aan haar kleven. Het was alsof de gruwelijkheid zich in haar porien had gedrongen. Hoe zou ze dit ooit van zich afschudden – vooral de geur?

      Tijdens de rit hiernaartoe, had Crivaro Riley ervan verzekerd dat de geur die ze in het veld had geroken niet van het lichaam kwam. Zoals Riley al had geraden, was het maar van het afval dat verspreid lag na de kermis. Janet Davis’s lichaam was niet lang genoeg dood om veel geur te verspreiden – en de lichamen van Riley’s vermoorde vriendinnen die ze toen in Lanton gevonden had ook niet.

      Riley had de stank van een ontbindend lijk nog niet ervaren.

      Crivaro had tijdens de rit gezegd…

      “Als je het ruikt zal je weten wat het is.”

      Dat was niet iets waar Riley naar uitkeek.

      Wederom vroeg ze zich af…

      Wat doe ik hier in godsnaam?

      Zij en Crivaro namen de lift naar een verdieping die in beslag genomen werd door tientallen forensische laboratoria. Ze volgde Crivaro de gang door tot ze bij een kamer kwamen met een bordje “DONKERE KAMER”. Een slungelige, langharige jonge man leunde naast de deur.

      Crivaro stelde zichzelf en Riley voor aan de man, die knikte en zei, “Ik ben Charlie Barrett, forensisch technicus. Je bent hier net op tijd. Ik ben even pauze aan het houden van het ontwikkelen van de negatieven van de camera die ze in het Lady Bird Johnson park hebben gevonden. Ik ging juist terug om wat afdrukken te maken. Kom binnen.”

      Charlie leidde Riley en Crivaro naar een kleine hal die gevuld werd door oranje-bruin licht.Toen liepen ze door een tweede deur een kamer in die overspoeld werd met hetzelfde vreemde licht.

      Het eerste dat Riley opviel was de doordringende, bijtende geur van chemicalien.

      Vreemd genoeg vond ze het geen vervelende geur.

      In plaats daarvan leek het haast…

      Louterend, besefte Riley.

      Voor het eerst sinds ze het veld waar ze het lichaam hadden gevonden had verlaten, was de klevende, zure stank van afval weg.

      Zelfs de afschuw vervloog een beetje, en Riley’s misselijkheid verdween.

      Dat was een fikse opluchting.

      Riley spiedde door het gedempte, onaardse licht, gefascineerd door de complexe apparatuur.

      Charlie hield een velletje papier omhoog met rijen plaatjes, en inspecteerde het in het gedempte licht.

      “Hier zijn de proefdrukken,” zei hij. “Zo te zien was ze een verdomd goeie fotograaf. Triest wat haar is overkomen.”

      Terwijl Charlie zijn filmstrookjes op een tafel legde, realiseerde Riley zich dat ze nooit eerder in een donkere kamer geweest was. Ze had haar eigen filmrolletjes altijd naar een drogisterij gebracht om die te laten afdrukken. Ryan en enkele van haar vrienden hadden recentelijk digitale camera’s gekocht, die uberhaupt geen film gebruikten.

      Janet Davis’ echtgenoot had McCune verteld dat zijn vrouw voor haar fotografie beide soorten camera’s had gebruikt. Voor haar professionele werk gebruikte ze meestal een digitale camera. Maar de plaatjes die ze in het part ging schieten beschouwde ze als kunst, en daarvoor gaf ze de voorkeur aan filmcamera’s.

      Riley bedacht dat Charlie ook een kunstenaar leek te zijn, een ware meester in wat hij deed. Dat deed haar denken…

      Is dit een aflopend ambacht?

      Zou ooit dit ambachtswerk van film, papier, instrumenten, thermometers, timers, ventielen en chemicalien ooit dezelfde richting op gaan als hoefsmederij?

      Zo ja, dan leek dat een nogal treurig iets.

      Charlie begon een voor een de afdrukken te maken – eerst vergrootte hij het negatief op een stuk fotografisch papier, toen weekte hij het papier langzaam in een bak met ontwikkelvloeistof, gevolgd door wat Charlie een “stopbad” en een “fixeerbad” noemde. Daarna volgde een lang afspoelen boven een stalen wasbak onder kraanwater. Tenslotte hing Charlie de foto’s aan knijpers boven een draaibaar statief.

      De procedure was traag, en stil. De stilte werd uitsluitend doorbroken door de druppelgeluiden van de vloeistof, het schuifelen van voeten, en een paar woorden af en toe uitgesproken op bijna plechtige fluistertoon. Het voelde gewoon verkeerd om hier hardop te praten.

      Riley vond de stilte en traagheid haast griezelig ontspannend na de rumoerige wanorde bij de plaats delict, toen de politie de journalisten met moeite op afstand wisten te houden.

      Riley keek gefascineerd toe hoe de beelden gedurende een lange minuten onthuld werden – eerst spookachtig en onduidelijk, toen eindelijk met scherpe helderheid en contrast toen ze druipend aan het statief hingen.

      De zwart-witte foto’s gaven een beeld van een rustige, gemoedelijke avond in het park. Eentje liet een houten voetgangersbrug zien die over een smal stroompje water strekte. Een andere leek in eerste instantie een zwerm zeemeeuwen in volle vlucht te zijn, maar toen het beeld scherper begon te worden besefte Riley dat de vogels onderdeel van een groter standbeeld waren.

      Een andere foto toonde een obelisk van ruw steen waarover het Washington Monument in de verte torende. Andere beelden waren van fiets-en wandelpaden die door de beboste gebieden leidden.

      De foto’s waren duidelijk tegen zonsondergang, hetgeen zachte grijze schaduwen, gloeiende aureolen en silhouetten gecreeerd had. Riley kon meekomen in Charlies mening dat Janet Davis een verdomd goede fotograaf was geweest.

      Riley

Скачать книгу