Het perfecte huis. Блейк Пирс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het perfecte huis - Блейк Пирс страница 9

Het perfecte huis - Блейк Пирс Een Jessie Hunt Psychologische Thriller

Скачать книгу

Ernster?" herhaalde Jessie, niet in staat zich van gegiechel te weerhouden.

      "Wat nou?" zei hij onschuldig. "Het is een bijnaam."

      "Het spijt me, Ernster, maar ik weet vrij zeker dat ik dit weekend plannen heb. Maar veel plezier op het jai alai-circuit. Koop wat Chiclets voor me, oké?"

      "Au," antwoordde hij, terwijl hij naar zijn borst greep alsof ze een pijl in zijn hart had geschoten. "Weet je, grote jongens hebben ook gevoel. Wij zijn daarbij ook, weetjewel…grote jongens."

      "Oké, Cortez," kwam Kat tussenbeide, "zo kan die wel weer. Je laat me een beetje in mijn mond overgeven. En Jessie moet aan de slag."

      "Wat gemeen," mompelde Ernie zachtjes terwijl hij zijn aandacht weer op de monitor voor hem richtte. Zijn woorden ten spijt, suggereerde zijn toon dat hij er ook weer niet zo kapot van was. Kat gebaarde Jessie haar te volgen naar de spaak die leidde naar Crutchfields cel.

      "Ik denk dat je deze wel kan gebruiken," zei ze, terwijl ze de kleine sleutelhanger met de rode knop in het midden omhooghield. Het was het "in geval van nood, breek glas"-apparaat. Voor Jessie was het een soort digitale houvast.

      Als Crutchfield spelletjes met haar zat te spelen en ze de kamer wilde verlaten zonder hem te laten merken dat hij haar geraakt had, moest ze op de knop drukken die in haar hand verborgen lag. Dat zou Kat waarschuwen, die dan haar om een of andere officiële, verzonnen reden uit de kamer kon verwijderen. Jessie was er vrij zeker van dat Crutchfield op de hoogte was van het apparaat, maar toch was ze blij dat ze het bij zich had.

      Ze pakte de sleutelhanger, knikte naar Kat dat ze er klaar voor was om naar binnen te gaan, en haalde diep adem. Kat deed de deur open en Jessie stapte naar binnen.

      Blijkbaar had Crutchfield haar komst verwacht. Hij stond slechts enkele centimeters van de glazen wand die de kamer in tweeën verdeelde, en glimlachte haar breed toe.

      HOOFDSTUK ZES

      Het kostte Jessie een seconde om haar blik van zijn scheve tanden te verwijderen en een evaluatie van de situatie te maken.

      Op het eerste gezicht zag hij er niet zo anders uit dan ze zich herinnerde. Hij had nog steeds het blonde, kortgeschoren haar. Hij droeg nog steeds dezelfde verplichte zeeblauwe gevangeniskleding. Hij had nog steeds een molliger gezicht dan je zou verwachten van een man van ongeveer een meter zeventig lang en zeventig kilo zwaar. Daardoor leek hij eerder vijfentwintig dan vijfendertig, zijn ware leeftijd.

      En hij had nog steeds dezelfde indringende bruine ogen die je bijna belaagden. Ze waren de enige aanwijzing dat de man tegenover haar minstens negentien mensen had vermoord, en misschien zelfs wel twee keer zoveel.

      De cel was ook niet veranderd. Het was klein, met een smal bed zonder laken dat aan de achterwand was vastgeschroefd. In de rechterachterhoek stond een klein bureautje met een stoel eraan vast, naast een kleine metalen wasbak. Daarachter was een toilet, achterin de cel, met een plastic schuifdeur voor wat privacy.

      "Miss Jessie," spinde hij zachtjes. "Wat een onverwachte verrassing om jou hier tegen het lijf te lopen."

      "En toch staat u erbij alsof u mijn komst verwachtte," wierp Jessie tegen, die Crutchfield geen moment voordeel wilde geven. Ze liep naar hem toe en nam plaats in de stoel achter een bureautje aan de andere kant van het glas. Kat nam haar gebruikelijke positie in, op scherp in de hoek van de kamer.

      "Ik voelde een verandering in de energie van dit gebouw," antwoordde hij. Zijn Louisiana-accent was even uitgesproken als altijd. "De lucht leek zoeter en ik dacht dat ik buiten een vogel kon horen fluiten."

      "U bent gewoonlijk niet zo'n vleier," merkte Jessie op. "Mag ik weten wat u in zo'n complimenteuze bui heeft gebracht?"

      "Niets bijzonders, Miss Jessie. Mag iemand niet het klein geluk van een onverwachte bezoeker waarderen?"

      Iets aan de manier waarop hij die laatste zin uitsprak deed Jessie’s kruin tintelen, alsof er meer aan de hand was. Ze bleef even stil zitten en liet haar gedachten aan het werk gaan, zonder zich druk te maken over eventuele tijdslimieten. Ze wist dat Kat haar het interview zou laten afhandelen op welke manier ze ook wilde.

      Terwijl ze Crutchfields woorden op een weegschaal legde, besefte ze dat die misschien meer dan één betekenis hadden.

      "Als u over onverwachte bezoekers praat, bedoelt u daar mij mee, meneer Crutchfield?"

      Hij staarde haar een paar seconden aan zonder iets te zeggen. Eindelijk, langzaam, veranderde de brede, geforceerde glimlach op zijn gezicht in een meer kwaardaardige – en geloofwaardige – grijns.

      "We hebben de regels voor dit bezoek nog niet vastgesteld," zei hij, haar plotseling de rug toe draaiend.

      "Ik denk eigenlijk dat de tijden van regels allang voorbij zijn, nietwaar meneer Crutchfield?" vroeg ze. "We kennen elkaar lang genoeg om gewoon normaal te kunnen praten, toch?"

      Hij liep terug naar het bed dat aan de achterwand van de cel was bevestigd en ging zitten, zijn uitdrukking nu meer verborgen in de schaduw.

      "Maar hoe kan ik mij ervan verzekeren dat jij zoveel tegenover mij loslaat als ik zou willen?" vroeg hij.

      "Nadat u één van uw handlangers in de flat van mijn vriendin hebt laten inbreken en haar dusdanig de stuipen op het lijf heeft laten jagen dat ze nu nog steeds moeite heeft met slapen, weet ik niet zeker of u werkelijk mijn vertrouwen of bereidheid om u tegemoet te komen verdiend heeft."

      "Je brengt dat incident ter sprake," zei hij, "maar je verzuimt te vermelden dat ik je meerdere keren heb bijgestaan in zowel professionele als persoonlijke zaken. Voor elke zogenaamde onbezonnenheid van mijn kant heb ik tegenwicht geboden met informatie die voor jou van onschatbare waarde is gebleken. Ik vraag alleen om zekerheid dat dit geen eenrichtingsverkeer wordt."

      Jessie keek hem aandachtig aan en probeerde in te schatten hoe meegaand ze kon zijn zonder haar professionele afstand te verliezen.

      "Waar aast u precies op?"

      "Nu op dit moment? Alleen maar op je tijd, Miss Jessie. Ik zou veel liever hebben dat je hier wat vaker kwam. Het is zesenzeventig dagen geleden dat je me voor het laatst hebt vereerd met je aanwezigheid. Een minder zelfverzekerde man dan ik zou aanstoot kunnen nemen aan de lange afwezigheid."

      "Oké," zei Jessie. “Ik beloof u vaker te bezoeken. Sterker nog, ik kom deze week zeker nog een keer langs. Wat vindt u daarvan?"

      "Het is een begin," antwoordde hij vrijblijvend.

      "Mooi. Laten we dan terugkomen op mijn vraag. U zei eerder dat u het geluk waardeert van een onverwachte bezoeker. Bedoelde u mij daarmee?"

      "Miss Jessie, hoewel het altijd een genot is om van je gezelschap te genieten, moet ik bekennen dat mijn opmerking inderdaad betrekking had op een andere bezoeker."

      Jessie voelde Kat verstijven in de hoek achter haar.

      "Op wie heeft het dan betrekking?" vroeg ze, terwijl ze haar toon gelijkmatig hield.

      "Ik denk dat je dat wel weet."

      "Ik zou graag willen dat u het mij vertelt," drong Jessie aan.

      Bolton Crutchfield stond weer op, nu beter zichtbaar in het volle licht, en Jessie kon zien dat hij zijn tong in zijn mond rolde, alsof het een vis aan een lijn was waar hij mee speelde.

      "Zoals ik je al verzekerd had,

Скачать книгу