Raji: Boek Twee. Charley Brindley
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Raji: Boek Twee - Charley Brindley страница 2
Chapter Twenty-Four
Chapter Twenty-Five
Chapter Twenty-Six
Chapter Twenty-Seven
Chapter Twenty-Eight
Chapter Twenty-Nine
Chapter Thirty
Hoofdstuk een
Ik stond op het podium met de andere negenenveertig studenten en veegde met bibberende vingers langs mijn wangen terwijl ik naar Fuse keek. Hij stond op de derde rij in het publiek, naast zijn moeder. Iedereen in het auditorium applaudisseerde voor de nieuwe eerstejaars.
Ik mag hier niet staan. Ik heb zijn plaats op de academie ingenomen en daar had ik het recht niet toe.
Ik gluurde om me heen naar mijn medestudenten en ik zag dat er achtenveertig jongens en een ander meisje was: Elizabeth Keesler. Ze stond naast me en hield mijn hand stevig vast.
Onder de 250 studenten die aanwezig waren op de eerste dag van de wedstrijd, waren er acht meisjes, maar tegen het einde van de week waren het alleen Liz en ik die de top vijftig gehaald hadden. Vincent Fusilier - of 'Fuse' zoals zijn vrienden hem noemden - had ook deelgenomen aan de wedstrijd, maar hij had niet genoeg gescoord om naar de nieuwe klas te mogen.
Fuse heeft de afgelopen negen jaar op school gezeten en ik heb nog nooit een uur in een klaslokaal doorgebracht. Hoe oneerlijk is dat? Ik zal vragen aan dr. Pompeii om me te schrappen en mijn plaats aan...
Mijn gedachten werden onderbroken toen dr. Octavia Pompeii weer naar het midden van het podium liep. Het publiek werd stil en ging zitten, waarna dr. Pompeii naar voren leunde en haar handen op de katheder plaatste.
"Mag ik u voorstellen: de eerstejaars van de Octavia Pompeii Academy voor het jaar 1926." Haar stem klonk verbazend krachtig voor een tengere vrouw van drieënveertig. Ze wachtte tot het applaus stilviel en ging dan verder. "Ouders, familieleden en vrienden, neem afscheid van uw kind voor de volgende vier maanden, want ze zullen hard aan het werk zijn tot de kerstvakantie."
Doorheen het gemompel en gefluister van het publiek hoorde ik een laag gefluit en ik wist dat het Fuse was. Ik zwaaide naar hem en glimlachte, en hoopte dat hij de tranen niet kon zien die over mijn wangen stroomden.
"De stad Richmond heeft in 1917 land geschonken voor deze academie," zei dr. Pompeii. "In de negen jaar die daarop volgden, heeft hier geen enkel meisje gestudeerd. Het is dan ook met veel genoegen dat ik Elizabeth Keesler en Rajiani Devaki verwelkom vandaag." Ze stopte even om naar mij en Liz te kijken en wendde zich dan weer naar het publiek. "De eerste vrouwen die aan de academie studeren."
"Heb je dat gehoord, Raji?" fluisterde Liz. "Ze noemde ons 'vrouwen'."
Ik knikte.
"Jullie lijken eerder twee bange meisjes," zei iemand stil achter ons.
We keken om, maar het enige wat we zagen waren een dozijn grijnzende gezichten met ogen die strak voor zich uit keken.
"Ze halen het einde van de eerste week niet," fluisterde een andere jongen links van ons.
Liz en ik keken met een ruk naar links, maar we konden de schuldige niet betrappen.
"Wedden dat ze tegen woensdagavond huilend naar hun mama lopen?" zei nog een andere jongen. "Een van de twee is nu al aan het janken."
Ik hoorde een ingehouden gegiechel en wilde kijken wie het was, maar Liz hield me tegen. "Dat zullen we nog wel zien," fluisterde ze, "is het niet?"
"Ja," zei ik, maar ik was vastbesloten om tegen dr. Pompeii te zeggen dat ik mijn plaats aan Fuse wilde afstaan. Elizabeth zou dan wel het enige meisje zijn om het gepest en getreiter van de jongens te doorstaan. Ik keek naar Liz.
Ze is sterk genoeg. Ze zal ze wel alleen aankunnen.
Dr. Pompeii ging verder. "Wil iedereen nu rechtstaan voor het doorgeven van de vlaggen?"
Ze stapte achteruit en drie laatstejaars in gala-uniform marcheerden het podium op met de vlaggen van de academie. De cadetten marcheerden op een rij met vooraan de Amerikaanse vlag, gevolgd door de vlag van Virginia en dan de vlag van de Octavia Pompeii Academy. Toen ze in het midden van het podium waren, tegenover de nieuwe eerstejaars, stapten ze links uit de flank, waarna ze alle drie naast elkaar in de houding stonden met hun gezicht naar het publiek. De drie studenten voerden elke beweging met prefecte militaire precisie uit. Na een paar tellen, alsof er een stil commando gegeven werd, lieten ze de uiteinden van de vlaggenstokken op de grond vallen. Hun bewegingen waren zo synchroon dat de drie bonzen van de vlaggenstokken op de vloer van het podium als een enkele bons klonken. Dan hielden ze de vlaggenstokken schuin naar voor en gingen ze in de rusthouding staan. De twee cadetten met de Amerikaanse en de Virginiaanse vlag droegen elk een houten doos met een glazen deksel in hun linkerarm.
Achter me hoorde ik goedkeurend gefluister van een paar eerstejaars, maar een scherpe blik van dr. Pompeii legde hen het zwijgen op.
Een andere cadet uit het laatste jaar kwam het podium opgemarcheerd, passeerde voor de vlaggendragers en ging dan voor de katheder staan.
“Ga zitten, alstublieft," zei de cadet en wachtte dan tot iedereen neerzat. "Ik ben cadet-sergeant Benjamin Smith. Onze vlaggendragers bekleden een verheven en erg gewaardeerde positie binnen de groep laatstejaars. Hun taken bestaan niet alleen uit het bewaken en beschermen van onze vlaggen, maar ook uit elke dag de vlaggen op de campus hijsen en strijken." Hij was even stil voor hij verderging. "De Amerikaanse vlag..."
Cadet Wilson, die de Amerikaanse vlag droeg, draaide naar rechts, nam zes passen en liet dan de vlaggenstok zakken tot een hoek van vijfenveertig graden zodat de vlag neerhing van de stok. Er klonken een paar stille opmerkingen uit het publiek toen bleek dat de vlag versleten was en er vlekken op zaten. Hij was ook gescheurd en er zaten verschillende kleine, ronde gaten in.
"De vlag die u hier ziet, is een replica van de vlag die cadet Wilson in de houten doos draagt."
Cadet Wilson hield de houten doos met het glazen deksel naar het publiek. Iedereen kon de opgevouwen Amerikaanse vlag erin zien liggen.
"De reden waarom we een replica laten zien, is omdat de originele vlag in de doos te waardevol en kwetsbaar is om dagelijks te gebruiken." Cadet Smith keek naar de linkerkant van het podium. "Het is een eer dat we vandaag een soldaat in ons midden hebben die rechtstreeks kennis heeft over de geschiedenis van deze vlag."
Een soldaat in een blauw gala-uniform van de marine en een witte pet stapte het podium op vanuit de coulissen. Hij liep langzaam en gebruikte een wandelstok ter ondersteuning, maar zijn houding was nog altijd recht. Het duurde even voor hij de katheder bereikt had.
"Sergeant William Jensen," zei cadet Smith, "Amerikaans marinierskorps."
Sergeant Jensen kreeg een luid applaus en dan salueerde cadet Smith snel. De marinier stopte, nam zijn wandelstok in zijn linkerhand en salueerde ook. Toen hij zijn hand liet zakken, stak hij hem uit voor een handdruk.
Cadet Smith liet sergeant Jensen alleen bij de katheder en ging naast dr. Pompeii staan. Sergeant Jensen nam zijn pet af en plaatste hem onder zijn arm.
"Teufel