Raji: Boek Twee. Charley Brindley
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Raji: Boek Twee - Charley Brindley страница 5
"Wat is betekenis van ding je zei, miss Pepper?" vroeg ik.
"Slim zijn, zeker?" zei Pepper.
Liz glimlachte breed naar me.
"Trek je rok aan, Devaki," zei Pepper, "zodat ik de zoom kan inleggen."
"Maar waarom de moeite? Ik zal niet uniform nodig hebben."
"Ik voer alleen bevelen uit. 'Leg de zoom van hun uniform in voor de naaister,' zei dr. Pompeii tegen me, dus leg ik de zoom van jullie uniform in. Als jouw uniform nog een jaar ongebruikt in de kast blijft hangen, wat dan nog? Trouwens, je kan je plaats aan niemand afstaan."
"Het is mijn plaats. Waarom kan ik niet hem geven?"
"Als jij stopt, zal dr. Pompeii je vervangen door een van de plaatsvervangers."
“Is Fuse een van die plaatsvervangers?”
"Dat is vertrouwelijke informatie."
"Wat is wat je zegt?"
"Het is een geheim," zei Liz. Ze trok haar jas voorzichtig uit om zich niet aan de spelden te prikken.
“Maar jij weten dit geheim, miss Pepper?"
Pepper knikte.
"Waarom jij zegt het niet?"
"Wel, dan zou het geen geheim meer zijn, hé. Haast je wat met je rok, ik moet nog zeker vijftig rapporten typen."
Ik trok mijn rood-groene sari uit, legde hem op het bed, trok mijn slip recht en stapte in de lange rok. Ik hield hem vast rond mijn middel zodat hij niet van mijn heupen zou vallen.
"Wat ben je een klein, mager ding," zei Pepper terwijl ze de rok flink inpakte rond mijn middel.
* * * * *
Ik zat aan mijn bureau in de meisjesslaapzaal en staarde door het raam naar de vroege ochtendmist. Ik had een erg onbehaaglijk gevoel, alsof ik ergens anders moest zijn.
Die morgen toen Fuse en ik bovenop de silo klommen om naar de zonsopgang boven de Caroline Bellheuvel te kijken...
Een zuchtje wind roerde de mist buiten mijn raam tot piekerige slierten, maar dan viel hij neer als een dikke, natte deken.
Het was maar een herinnering... zo veraf, maar oh, zo mooi...
"Hé, dromer," zei Liz vanop haar bed, waar ze haar kousen aan zat te trekken. "Je hebt die blik weer."
Ik keek naar mijn kamergenote. "Ik weet het."
"Haast je maar wat als je pannenkoeken wil voor de jongens ze allemaal binnen schrokken."
"Ik niet veel honger."
"Maar ik wel, en je weet hoe erg ik het zou vinden om alleen met achtennegentig jongetjes te moeten eten."
De studentenpopulatie van de academie bestond uit honderd tieners - vijftig eerstejaars en vijftig laatstejaars.
"Jongetjes?"
"Ze zijn toch suf, klef, idioot, onnozel..."
"Vind je Fuse ook jongetje?"
Liz zuchtte en ging staan om haar jurk over haar hoofd te trekken. Ze streek het lichtblauwe linnen glad en trok dan het lijfje recht. "Nee, Raji. Ik vind dat Fuse een prins is." Ze draaide haar rug naar me toe terwijl ze de uiteinden van de stoffen riem achter zich uitstak. Onze schooluniformen waren nog niet terug van de naaister.
Ik nam de riem aan, trok hem strak en knoopte hem dan dicht in een grote strik.
"Hij is lief, schattig, intelligent," zei Liz, "en... even denken... wat heb je me nog verteld?"
"Slim, knap..."
"Ja, dat allemaal." Liz haalde nog een jurk uit haar kast en gooide hem naar me. "Ik heb een vraag voor je: als hij zo geniaal is, waarom heeft hij dan de top vijftig niet gehaald in de wedstrijd?"
"Rodger Kavanagh heeft Fuse verslaan met tennis." Ik hield de op maat gemaakte jurk omhoog bij de schouders en bewonderde hem. “En met schaak ook."
"Kavanagh heeft de plaats van Fuse niet afgepakt. Kavanagh versloeg iedereen met vlag en wimpel - behalve jou - met schaak."
"Mag ik je mooie jurk dragen deze dag?" Ik ging staan om hem tegen mijn lichaam te houden terwijl ik mijn rechtervoet vooruitzette om de kleurrijke stof te bewonderen.
"Ja, hoor, als je hem draagt om naar de kantine te gaan en te kijken hoe ik een stapel pannenkoeken verorber."
Ik glimlachte en tilde de boord van mijn roze nachtjapon omhoog om hem over mijn hoofd te trekken. Dan gooide ik de nachtjapon op mijn bed en stapte in de jurk. "Sorry, Liz, maar ik mis hem zo erg." Ik trok mijn haar, dat tot mijn middel reikte, uit de kraag en begon dan de jurk dicht te knopen in mijn nek.
"Ik mis mijn hondje ook, maar er komt een moment waarop je moet loslaten." Liz nam haar borstel van de commode.
"Waarom?"
Ze begon haar haar te borstelen. "Omdat ik liever de geheimen van de anatomie zou leren kennen dan de hele dag bij de haard te liggen terwijl een stinkende hond in mijn gezicht likt." Ze keek even naar mijn haar." Jouw haar is erg lang. Is het al ooit geknipt?"
"Ik vraag het me soms af."
"Of je haar al eens geknipt is of gaat het over die stinkende hond?"
Ik lachte.
"Dat is beter." Ze liet de borstel op haar onopgemaakte bed vallen. "Zo, laten we nu naar de kantine gaan en uitvinden hoeveel flauwe grappen we kunnen verdragen voor we moord en brand schreeuwen."
* * * * *
Ik zag Liz op een erg onelegante manier over een bank stappen in de kantine terwijl ik rondkeek op zoek naar een lege plaats aan de lange tafel.
"Appleby," zei ze en ze plaatste haar dienblad op de tafel, "moet je echt schaken terwijl we eten?"
Clayton Appleby, een eerstejaars, keek naar Liz die naast hem zat. “Hé, Keesler.” Hij likte ahornstroop van zijn vingers en pakte zijn zwarte paard vast. "Moet je echt eten terwijl we schaken?"
Ik ging tegenover Liz zitten en hield mijn knieën samen als ik op de bank schoof. Ik glimlachte naar Clayton en keek dan naar het schaakbord. Ik schudde heel lichtjes mijn hoofd terwijl ik mijn mes en vork vastnam.
Clayton zette zijn paard terug waar het stond. Andrew Hobbs keek van Clayton naar mij en weer terug. "Komaan zeg, Devaki. Ik had hem kunnen schaakmat zetten in drie zetten."
Liz onderdrukte een giechel en pakte het boterschaaltje. "Hobbs," zei ze terwijl ze boter