Het Urantia Boek. Urantia Foundation

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation страница 114

Автор:
Серия:
Издательство:
Het Urantia Boek - Urantia Foundation

Скачать книгу

ontstaan, de universele broederschap.

      12:7.9 (138.4) De liefde van de Vader individualiseert iedere persoonlijkheid op absolute wijze als een uniek kind van de Universele Vader, een kind waarvan tot in de oneindigheid geen duplicaat bestaat, een wilsschepsel dat in alle eeuwigheid onvervangbaar is. De liefde van de Vader verheerlijkt ieder kind van God, verlicht ieder lid van de hemelse familie, tekent de unieke natuur van ieder persoonlijk wezen scherp af tegen de onpersoonlijke niveaus die buiten het broederlijke circuit liggen van de Vader van allen. De liefde van God geeft een treffend beeld van de transcendente waarde van ieder wilsschepsel, openbaart onmiskenbaar de hoge waarde die de Universele Vader aan een ieder van zijn kinderen heeft toegekend, vanaf de hoogste schepper-persoonlijkheid met Paradijs-status tot en met de laagste persoonlijkheid met de waardigheid van wil onder de primitieve stammen in de dageraad van de menselijke soort op een evolutionaire wereld in tijd en ruimte.

      12:7.10 (138.5) Het is deze liefde van God voor het individu die de goddelijke familie van alle individuele wezens doet ontstaan, de universele broederschap van de vrijwillige kinderen van de Paradijs-Vader. En omdat deze broederschap universeel is, is zij een verwantschap van het geheel. Broederschap onthult, wanneer zij universeel is, niet de betrekking daartoe van elk apart, maar de verwantschap van allen. Broederschap is een werkelijkheid van het totaal en onthult daarom kwaliteiten van het geheel, in tegenstelling tot kwaliteiten van het deel.

      12:7.11 (138.6) Broederschap vormt een feit van betrekking tussen alle persoonlijkheden die in het universum bestaan. Geen enkele persoon kan de weldaden of straffen ontgaan die het gevolg kunnen zijn van zijn betrekking tot andere personen. Het deel gedijt of lijdt in de maat met het geheel. De goede inspanning van ieder mens strekt alle mensen ten voordeel; de dwaling of het kwaad van ieder mens vermeerdert de ellende van alle mensen. Zoals het deel zich beweegt, zo beweegt zich het geheel. Zoals het geheel vorderingen maakt, zo maakt ook het deel vorderingen. De betrekkelijke snelheden van het deel en van het geheel bepalen of het deel wordt vertraagd door de traagheid van het geheel, of wordt voortgestuwd door de vaart van de kosmische broederschap.

      12:7.12 (139.1) Het is een mysterie dat God een zeer persoonlijk, zichzelf bewust wezen is, met een hoofdkwartier waar hij resideert, en tegelijkertijd persoonlijk tegenwoordig is in zulk een ontzaglijk uitgestrekt universum en persoonlijk in contact staat met zulk een welhaast oneindig aantal wezens. Dat zo’n verschijnsel een mysterie is dat uw menselijke bevatting te boven gaat, dient uw geloof niet in het minst te verzwakken. Laat u door de grootheid van de oneindigheid, de onmetelijkheid van de eeuwigheid, en de grootsheid en glorie van het onvergelijkelijke karakter van God, niet intimideren, onthutsen, of ontmoedigen; de Vader is immers niet zeer ver van een ieder van u: hij woont binnen in u, en in hem bewegen wij ons allen letterlijk, leven wij daadwerkelijk, en bestaan wij waarlijk.

      12:7.13 (139.2) Ook al functioneert de Paradijs-Vader door zijn goddelijke scheppers en zijn geschapen kinderen, toch geniet hij ook het innigste innerlijke contact met u, een contact zo subliem, zo hoogst persoonlijk, dat het zelfs mijn bevatting te boven gaat — de geheimnisvolle gemeenschap van het Vader-fragment met de menselijke ziel en met het sterfelijke bewustzijn waarin het daadwerkelijk woont. Gezien wat ge weet van deze Godsgeschenken, weet ge ook dat de Vader niet alleen met zijn goddelijke deelgenoten in intiem contact staat, maar ook met zijn evolutionaire sterfelijke kinderen in de tijd. De Vader verblijft inderdaad op het Paradijs, maar zijn goddelijke tegenwoordigheid woont ook in het bewustzijn van de mens.

      12:7.14 (139.3) Al wordt de geest van een Zoon uitgestort over alle vlees, al heeft een Zoon eens onder u gewoond in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, al behoeden en leiden de serafijnen u persoonlijk, hoe kan ook maar één van deze goddelijke wezens van het Tweede Centrum en van het Derde ooit hopen u zo dicht te naderen of u zo volledig te begrijpen als de Vader, die een deel van zichzelf gegeven heeft om in u te zijn, om uw werkelijk en goddelijk, ja, uw eeuwig zelf te zijn?

      12:8.1 (139.4) ‘God is geest,’ maar het Paradijs is dat niet. Het materiële universum is altijd de arena waar alle geestelijke activiteiten plaatsvinden; geest-wezens en geest-opklimmenden leven en werken op fysische werelden die materiële realiteit bezitten.

      12:8.2 (139.5) De schenking van kosmische kracht, het domein der kosmische zwaartekracht, is de functie van het Paradijs-Eiland. Alle oorspronkelijke kracht-energie gaat uit van het Paradijs, en de materie voor het vormen van talloze universa circuleert reeds nu door het gehele meester-universum, in de vorm van een superzwaartekracht-presentie die de krachtlading van de doordrongen ruimte is.

      12:8.3 (139.6) Wat de transformaties van kracht in de buitenliggende universa ook mogen zijn, wanneer deze kracht eenmaal van het Paradijs is uitgegaan, trekt zij voort, onderhevig aan de nimmer eindigende, immer aanwezige, nooit aflatende aantrekking van het eeuwige Eiland, en zeilt zij voor immer gehoorzaam en op de haar eigen wijze voort langs de eeuwige ruimtepaden van de universa. Fysische energie is de enige realiteit die altijd trouw en vast gehoorzaamt aan de universele wet. Alleen in de gebieden van het wilsvermogen van het schepsel is er afwijking van de goddelijke wegen en de oorspronkelijke plannen voorgekomen. Kracht en energie vormen de universele bewijsstukken van de stabiliteit, bestendigheid, en eeuwigheid van het centrale Paradijs-Eiland.

      12:8.4 (139.7) De schenking van geest en de vergeestelijking van persoonlijkheden, het domein der geestelijke zwaartekracht, is het gebied van de Eeuwige Zoon. En deze geest-zwaartekracht van de Zoon, die immer alle geestelijke realiteiten tot zich trekt, is even werkelijk en absoluut als de alvermogende materiële greep van het Paradijs-Eiland. De materieel gezinde mens is echter van nature meer vertrouwd met de materiële manifestaties van fysische aard dan met de even werkelijke en machtige activiteiten van geestelijke aard, die slechts door het geestelijk inzicht van de ziel worden bespeurd.

      12:8.5 (140.1) Naarmate het bewustzijn van welke persoonlijkheid dan ook in het universum geestelijker wordt — meer wordt zoals God — reageert het minder op de materiële zwaartekracht. Werkelijkheid die gemeten wordt naar de respons op de fysische zwaartekracht, is de antithese van werkelijkheid zoals deze wordt bepaald door de kwaliteit van haar geest-inhoud. De werking van fysische zwaartekracht is een kwantitatieve determinant van niet-geestelijke energie; de geestelijke zwaartekrachtswerking is de kwalitatieve maatlat van de levende energie van goddelijkheid.

      12:8.6 (140.2) Wat het Paradijs is voor de materiële schepping, en wat de Eeuwige Zoon is voor het geestelijke universum, is de Vereend Handelende Geest voor de gebieden van het bewustzijn — het intelligente universum van materiële, morontiale en geestelijke wezens en persoonlijkheden.

      12:8.7 (140.3) De Vereend Handelende Geest reageert zowel op materiële als op geestelijke werkelijkheden, en wordt daarom krachtens zijn wezen de universele helper van alle denkende wezens, wezens die een vereniging van de materiële en de geestelijke fasen van de schepping kunnen vertegenwoordigen. De begiftiging met intelligentie, het dienstbetoon aan het materiële en het geestelijke in de vorm van het verschijnsel van bewustzijn, is uitsluitend het domein van de Vereend Handelende Geest, die aldus de partner wordt van het geestelijke bewustzijn, de essentie van het morontia-bewustzijn, en de substantie van het materiële bewustzijn van de evolutionaire schepselen in de tijd.

      12:8.8 (140.4) Bewustzijn is de techniek waardoor de geest-werkelijkheden experiëntieel worden voor geschapen persoonlijkheden. En per slot van rekening zijn de mogelijkheden van zelfs het menselijke bewustzijn om eenheid te bewerkstelligen, het vermogen om dingen, ideeën en waarden te coördineren, bovenmaterieel.

      12:8.9 (140.5) Ofschoon het voor het sterfelijke bewustzijn eigenlijk niet mogelijk is om de zeven niveaus van relatieve kosmische werkelijkheid te begrijpen, moet het menselijk verstand wel in staat zijn om een groot deel van de betekenis van drie functionerende niveaus der eindige werkelijkheid te vatten:

      12:8.10 (140.6) 1. Materie. Georganiseerde energie die onderhevig

Скачать книгу