Het Urantia Boek. Urantia Foundation

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation страница 111

Автор:
Серия:
Издательство:
Het Urantia Boek - Urantia Foundation

Скачать книгу

fysische eenheden der universum-materie. Deze onderzoekers komen tot de verbazingwekkende conclusie dat het centrale universum en de zeven superuniversa die het omringen, thans slechts gebruik maken van ongeveer vijf procent van de actieve werking van de absolute-zwaartekrachtgreep van het Paradijs. Met andere woorden: momenteel wordt omstreeks vijfennegentig procent van de actieve kosmische-zwaartekrachtwerking van het Paradijs-Eiland, berekend op basis van deze totaliteitstheorie, ingezet voor het beheersen van materiële stelsels voorbij de grenzen van de huidige georganiseerde universa. Deze berekeningen hebben alle betrekking op absolute zwaartekracht; lineaire zwaartekracht is een interactief verschijnsel dat slechts berekend kan worden wanneer men de actuele Paradijs-zwaartekracht kent.

      12:3.9 (132.3) 2. Geestelijke Zwaartekracht. Volgens dezelfde methode van vergelijkende schatting en berekening hebben deze onderzoekers de huidige reactiecapaciteit der geest-zwaartekracht onderzocht en met de medewerking van Solitaire Boodschappers en andere geestelijke persoonlijkheden zijn zij tot een optelling gekomen van de actieve geest-zwaartekracht van de Tweede Bron en Centrum. Het is hoogst leerzaam om te zien dat zij tot ongeveer dezelfde waarde komen voor de actuele functionele aanwezigheid van geest-zwaartekracht in het groot universum, die zij postuleren voor het huidige totaal van actieve geest-zwaartekracht. Met andere woorden: er kan worden waargenomen dat praktisch de gehele geest-zwaartekracht van de Eeuwige Zoon, berekend op basis van deze theorie der totaliteit, thans in het groot universum functioneert. Indien deze uitkomsten betrouwbaar zijn, mogen wij concluderen dat de universa die nu in de buiten-ruimte tot ontwikkeling komen, thans geheel niet-geestelijk zijn. Indien dit waar is, zou het een bevredigende verklaring vormen voor het feit dat met geest begiftigde wezens over weinig of geen informatie beschikken omtrent deze enorme energiemanifestaties, behalve dat zij bekend zijn met het feit van hun fysische bestaan.

      12:3.10 (132.4) 3. Bewustzijnszwaartekracht. Volgens dezelfde principes van vergelijkende berekening hebben deze experts het probleem aangevat van de aanwezigheid van bewustzijnszwaarte-kracht en de respons daarop. Zij zijn tot een schattingseenheid van bewustzijn gekomen door het gemiddelde te nemen van drie materiële en drie geestelijke soorten van mentaliteit, al was het type bewustzijn dat in de krachtdirigenten en hun medewerkers werd aangetroffen een storende factor bij de poging om een basiseenheid te vinden voor het schatten van bewust-zijnszwaartekracht. Er waren weinig problemen met de raming van de huidige capaciteit van de bewustzijnszwaartekrachtfunctie van de Derde Bron en Centrum volgens deze totaliteitstheorie. Ofschoon de uitkomsten in dit geval niet zo overtuigend zijn als bij de schatting van de fysische en geest-zwaartekracht, zijn ze bij vergelijking wel zeer leerzaam en zelfs intrigerend. Deze onderzoekers komen tot de conclusie dat ongeveer vijfentachtig procent van de bewustzijnszwaartekrachtrespons op de verstandelijke aantrekking van de Vereend Handelende Geest afkomstig is uit het bestaande groot universum. Dit wijst op de mogelijkheid dat er bewustzijnsactiviteiten betrokken zijn bij de waarneembare fysische activiteiten die nu overal in de gebieden der buiten-ruimte gaande zijn. Hoewel deze raming waarschijnlijk verre van nauwkeurig is, komt zij in principe overeen met onze overtuiging dat intelligente krachtorganisatoren thans leiding geven aan de evolutie van universa in de ruimteniveaus voorbij de huidige buitenste grenzen van het groot universum. Wat de natuur van deze gepostuleerde intelligentie ook moge zijn, blijkbaar is zij niet responsief op de geest-zwaartekracht.

      12:3.11 (133.1) Doch al deze berekeningen zijn op hun best ramingen, gebaseerd op aangenomen wetten. Wij denken dat ze redelijk betrouwbaar zijn. Zelfs indien er enkele geestelijke wezens in de buiten-ruimte gestationeerd zouden zijn, zou hun gezamenlijke aanwezigheid niet van merkbare invloed zijn op berekeningen waarin zulke enorme metingen zijn betrokken.

      12:3.12 (133.2) Persoonlijkheidszwaartekracht kan niet berekend worden. Wij herkennen het circuit, maar kunnen noch kwalitatieve, noch kwantitatieve werkelijkheden meten, die er responsief op zijn.

      12:4.1 (133.3) Alle eenheden van kosmische energie bevinden zich in primaire omwenteling, zijn bezig met de uitvoering van hun missie terwijl zij langs de universele baan voortwentelen. De universa in de ruimte en hun samenstellende stelsels en werelden zijn alle roterende sferen die zich voortbewegen over de eindeloze circuits van de ruimteniveaus van het meester-universum. Er is absoluut niets stationair in het gehele meester-universum, behalve het eigenlijke centrum van Havona, het eeuwige Paradijs-Eiland, het centrum der zwaartekracht.

      12:4.2 (133.4) Het Ongekwalificeerd Absolute is functioneel beperkt tot de ruimte, doch wij weten niet zeker hoe dit Absolute zich verhoudt tot beweging. Is beweging daaraan inherent? Wij weten het niet. Wij weten wel dat beweging niet inherent is aan de ruimte; zelfs de bewegingen van de ruimte zijn niet eigen aan haar. Wij zijn echter niet zo zeker aangaande de betrekking van het Ongekwalificeerde tot beweging. Wie, of wat, is werkelijk verantwoordelijk voor de gigantische activiteiten van de kracht-energietransmutaties die thans gaande zijn voorbij de grenzen van de huidige zeven superuniversa? Met betrekking tot de oorsprong van beweging zijn wij de volgende meningen toegedaan:

      12:4.3 (133.5) 1. wij denken dat de Vereend Handelende Geest de aanzet geeft tot beweging in de ruimte;

      12:4.4 (133.6) 2. indien de Vereend Handelende Geest de bewegingen van de ruimte teweegbrengt, kunnen wij dit niet bewijzen;

      12:4.5 (133.7) 3. het Universeel Absolute geeft niet de allereerste aanzet tot beweging, maar vereffent en beheerst alle spanningen die door beweging ontstaan.

      12:4.6 (133.8) In de buiten-ruimte zijn de krachtorganisatoren blijkbaar verantwoordelijk voor het voortbrengen van de gigantische universumwielen die nu in stellaire evolutie zijn, doch dat zij zo kunnen functioneren moet mogelijk zijn gemaakt door een modificatie in de ruimteaanwezigheid van het Ongekwalificeerd Absolute.

      12:4.7 (133.9) Vanuit het menselijke standpunt gezien is de ruimte niets — negatief; zij bestaat slechts in betrekking tot iets positiefs en niet-ruimtelijks. De ruimte is echter werkelijk. Zij bevat en bepaalt beweging. Zij beweegt zelfs. Ruimtebewegingen kunnen in grote trekken als volgt worden geclassificeerd:

      12:4.8 (133.10) 1. primaire beweging — de ademhaling der ruimte, de beweging van de ruimte zelf;

      12:4.9 (133.11) 2. secundaire beweging — de draaiingen in afwisselende richting van de opeenvolgende ruimteniveaus;

      12:4.10 (133.12) 3. relatieve bewegingen — relatief in de zin dat zij niet geëvalueerd worden met het Paradijs als grondpunt. Primaire en secundaire bewegingen zijn absoluut, zij zijn beweging met betrekking tot het Paradijs dat onbeweeglijk is;

      12:4.11 (133.13) 4. compenserende of correlerende beweging die bedoeld is om alle andere bewegingen te coördineren.

      12:4.12 (134.1) Hoewel de huidige betrekking van uw zon tot de planeten die met haar zijn verbonden, veel relatieve en absolute bewegingen in de ruimte te zien geeft, wekt zij bij vele astronomische waarnemers de indruk dat ge u betrekkelijk stationair in de ruimte bevindt, en dat de omringende sterrenclusters en -stromen naar buiten vliegen met snelheden die volgens uw berekeningen steeds toenemen naarmate zij verder de ruimte in komen. Doch dit is niet het geval. Ge kunt niet zien dat de fysische scheppingen in de gehele doordrongen ruimte thans uniform naar buiten uitzetten. Uw eigen plaatselijke schepping (Nebadon) neemt deel in deze beweging van universele expansie naar buiten. Alle zeven superuniversa nemen deel in de twee miljard jaar durende cycli van de ademhaling der ruimte, tezamen met de gebieden der buiten-ruimte van het meester-universum.

      12:4.13 (134.2) Wanneer de universa uitzetten en samentrekken, bewegen de materiële massa’s in de doordrongen ruimte zich afwisselend tegen de aantrekking van de zwaartekracht van het Paradijs in, of gaan daarin mee. De arbeid die verricht wordt om de materiële energie-massa van de schepping te bewegen is ruimte arbeid, maar geen arbeid van kracht-energie.

      12:4.14 (134.3) Ofschoon uw spectroscopische schattingen

Скачать книгу