Het Urantia Boek. Urantia Foundation

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation страница 115

Автор:
Серия:
Издательство:
Het Urantia Boek - Urantia Foundation

Скачать книгу

behalve voorzover zij gemodificeerd wordt door beweging en bepaald wordt door bewustzijn.

      12:8.11 (140.7) 2. Bewustzijn. Georganiseerde bewustheid die niet geheel onderhevig is aan de materiële zwaartekracht, en waarlijk vrij wordt wanneer zij gemodificeerd wordt door geest.

      12:8.12 (140.8) 3. Geest. De hoogste persoonlijke realiteit. Ware geest is niet onderhevig aan de fysische zwaartekracht, maar wordt uiteindelijk de motiverende invloed van alle evoluerende energie-systemen die de waardigheid van persoonlijkheid hebben.

      12:8.13 (140.9) Het bestaansdoel van alle persoonlijkheden is geest; hun materiële manifestaties zijn relatief, en het kosmische bewustzijn bemiddelt tussen deze universele tegengestelden. De schenking van bewustzijn en de bijstand van geest zijn het werk van de mede-personen der Godheid, de Oneindige Geest en de Eeuwige Zoon. Totale Godheidswerkelijkheid is niet bewustzijn maar geest-bewustzijn — bewustzijn-geest, geünificeerd door persoonlijkheid. Desniettemin convergeren de absoluten van zowel de geest als van het ding in de persoon van de Universele Vader.

      12:8.14 (140.10) Op het Paradijs zijn de drie energieën, de fysische, de mentale en de geestelijke, van dezelfde orde. In de evolutionaire kosmos is energie-materie dominant, behalve in persoonlijkheid, waar geest naar meesterschap streeft door de bemiddeling van het bewustzijn. Geest is de fundamentele werkelijkheid van de persoonlijkheidservaring van alle schepselen, omdat God geest is. Geest is onveranderlijk en daarom transcendeert zij in alle persoonlijkheidsverhoudingen bewustzijn en materie, die experiëntiële variabelen zijn bij het bereiken van vooruit gang.

      12:8.15 (140.11) In de kosmische evolutie wordt materie een filosofische schaduw, door bewustzijn afgeworpen wanneer zich de geestesglans der goddelijke verlichting voordoet, doch dit ontkracht niet de realiteit van materie-energie. Bewustzijn, materie, en geest zijn alledrie even werkelijk, maar zij zijn voor de persoonlijkheid niet van gelijke waarde voor het verwerven van godde- lijkheid. Het zich bewust zijn van goddelijkheid is een voortgaande geestelijke ervaring.

      12:8.16 (141.1) Hoe helderder de vergeestelijkte persoonlijkheid straalt (de Vader in het universum, het fragment van potentiële geest-persoonlijkheid in het individuele schepsel), des te groter wordt de schaduw die het tussenliggende bewustzijn werpt op haar materiële omhulsel. In de tijd is ’s mensen lichaam even werkelijk als zijn bewustzijn of zijn geest, maar in de dood komen zowel het bewustzijn (de identiteit) als de geest tot overleving, doch het lichaam niet. Een kosmische realiteit kan niet-bestaand zijn in de persoonlijkheidservaring. En dus is uw Griekse zegswijze — het materiële als de schaduw van de meer werkelijke geest-substantie — inderdaad van filosofische betekenis.

      12:9.1 (141.2) Geest is de fundamentele persoonlijke werkelijkheid in de universa, en persoonlijkheid is fundamenteel voor alle vorderende ervaring met geestelijke werkelijkheid. Iedere fase in de ervaring van de persoonlijkheid op ieder volgend niveau van voortgang in het universum wemelt van aanwijzingen die kunnen leiden tot het ontdekken van aanlokkelijke persoonlijke werkelijkheden. ’s Mensen ware bestemming bestaat in het scheppen van nieuwe geest-doel-einden en vervolgens in het reageren op de kosmische, bekoorlijke aantrekkingskracht van dergelijke verheven doeleinden van niet-materiële waarde.

      12:9.2 (141.3) Liefde is het geheim van een weldadige omgang tussen persoonlijkheden. Ge kunt iemand niet werkelijk kennen als ge maar een enkel contact met hem hebt gehad. Door wiskundige deductie kunt ge muziek niet leren kennen of er waardering voor krijgen, ook al is muziek een vorm van wiskundig ritme. Het nummer dat aan een telefoonabonnee is toegewezen, kan op geen enkele wijze de persoonlijkheid van die abonnee identificeren of iets zeggen over zijn karakter.

      12:9.3 (141.4) De wiskunde, de materiële wetenschap, is onmisbaar voor de intelligente discussie over de materiële aspecten van het universum, doch deze kennis is niet noodzakelijkerwijze een onderdeel van de hogere bewustwording van waarheid of van de persoonlijke waardering van geestelijke werkelijkheden. Niet alleen in de domeinen van het leven, maar zelfs in de wereld van de fysische energie is de som van twee of meer dingen zeer dikwijls iets meer dan, of iets anders dan, de voorspelbare, bijkomende consequenties van zulke samenvoegingen. De gehele wetenschap van de wiskunde, het gehele gebied van de filosofie en de hoogste fysica of chemie, hadden niet kunnen voorspellen of weten dat de verbinding van twee gasvormige waterstof-atomen met één gasvormig zuurstof-atoom zou resulteren in een geheel nieuwe substantie met bijzondere bijkomende eigenschappen — vloeibaar water. Een begripvol kennen van dit ene fysiochemische verschijnsel zou reeds voldoende hebben moeten zijn om de ontwikkeling van een materialistische filosofie en mechanistische kosmologie te voorkomen.

      12:9.4 (141.5) Een technische analyse onthult niet wat een persoon of ding kan doen. Bijvoorbeeld: water kan doeltreffend gebruikt worden om vuur te doven. Het is een feit van de alledaagse ervaring dat water vuur dooft, maar geen enkele analyse van water zou deze eigenschap ooit hebben kunnen onthullen. Door analyse kan worden vastgesteld dat water is samengesteld uit waterstof en zuurstof: een verdere studie van deze elementen onthult dat zuurstof in werkelijkheid verbranding bevordert en dat waterstof zelf gemakkelijk brandt.

      12:9.5 (141.6) Uw religie wordt thans werkelijk omdat zij zich bevrijdt uit de slavernij van vrees en uit de boeien van bijgeloof. Uw filosofie worstelt om zich vrij te maken van dogma en traditie. Uw wetenschap is verwikkeld in de eeuwenlange krachtmeting tussen waarheid en dwaling, terwijl zij vecht om zich te bevrijden uit de onderworpenheid aan abstractie, de slavernij der wiskunde, en de relatieve blindheid van het mechanistische materialisme.

      12:9.6 (142.1) De sterfelijke mens heeft een geest-kern. Het bewustzijn is een systeem van persoonlijke energie dat rond een goddelijke geest-kern functioneert in een materiële omgeving. Zulk een levende betrekking tussen persoonlijk bewustzijn en geest vormt het universum-potentieel voor een eeuwige persoonlijkheid. Werkelijke moeilijkheden, blijvende teleurstellingen, ernstige nederlagen, of de onvermijdelijke dood kunnen zich pas voordoen wanneer voorstellingen aangaande het zelf zich aanmatigen om de centrale geest-kern geheel uit zijn macht tot leidinggeving te ontzetten, en hierdoor het kosmische plan voor de persoonlijkheidsidentiteit ontwrichten.

      12:9.7 (142.2) [Aangeboden door een Volmaker van Wijsheid, handelend op gezag van de Ouden der Dagen.]

      Het Urantia Boek

      << Verhandeling 12 | Titels | Inhoudsopgave | Verhandeling 14 >>

      Verhandeling 13

      13:0.1 (143.1) TUSSEN het centrale Paradijs-Eiland en het binnenste circuit van de Havona-planeten bevinden zich in de ruimte drie kleinere circuits van speciale werelden. Het binnenste circuit bestaat uit de zeven geheime werelden van de Universele Vader; de tweede groep wordt gevormd door de zeven lichtende werelden van de Eeuwige Zoon en in het buitenste circuit bevinden zich de zeven immense werelden van de Oneindige Geest, de werelden die als bestuurlijk hoofdkwartier dienen van de Zeven Meester-Geesten.

      13:0.2 (143.2) Deze drie circuits van de Vader, de Zoon en de Geest, die ieder zeven werelden omvatten, zijn sferen van onovertroffen grootsheid en onvoorstelbare heerlijkheid. Zelfs hun materiële of fysische samenstelling is van een u niet geopenbaarde orde. Elk circuit is verschillend van materiaal, en iedere wereld van elk circuit is anders, behalve de

Скачать книгу