Verraden . Морган Райс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Verraden - Морган Райс страница 5

Verraden  - Морган Райс De Vampierverslagen

Скачать книгу

zei hij, en hij leunde grijnzend voorover. “Dan is dat hoe je gestraft zult worden. We zullen deze jongen verschrikkelijke pijnen laten doorstaan.”

      Samantha’s hart klopte in haar keel. Dit was iets dat ze niet had voorzien, en ergens kon ze het niet laten gebeuren. Wat er ook voor nodig was.

      Ze sprong op in de richting van Sams bewakers. Het lukte haar er een te bereiken, en ze schopte hem hard op de borst. Hij vloog achteruit.

      Maar voor ze de andere aan kon vallen, zaten er al verscheidene vampiers op haar die haar tegen te grond hielden. Ze worstelde zo hard ze kon, maar er waren er gewoon te veel, en ze kon de kracht van al die vampiers niet tegelijk aan.

      Ze keek hulpeloos toe toen enkele vampiers Sam naar voren sleepten, naar het midden van de ruimte. Ze zetten hem op de plek – precies de plek voor diegenen die een behandeling met Iorisch zuur zouden krijgen. Op een vampier was die straf onbeschrijflijk pijnlijk. Het tekende voor het leven.

      Op een mens daarentegen, was de pijn onberekenbaar, en betekende deze straf een zekere, verschrikkelijke dood. Ze leidden Sam naar zijn executie. En ze dwongen haar toe te kijken.

      Rexius grijnsde nog breder terwijl Sam vastgeketend werd op de plek. Toen Rexius knikte, rukte een van de dienaren de tape van zijn mond.

      Sam keek onmiddellijk met bange ogen naar Samantha.

      “Samantha!” gilde hij. “Alsjeblieft! Help me!”

      Samantha begon ondanks zichzelf te huilen. Er was niets, helemaal niets, dat ze kon doen.

      Zes vampiers rolden een enorme, ijzeren ketel op een ladder naar voren, bubbelend en sissend. Ze zetten hem recht boven Sams hoofd klaar.

      Sam keek ernaar.

      En het laatste dat hij zag was de vloeistof die uit de ketel stroomde, richting zijn gezicht.

      VIER

      Caitlin rende. Het bloemenveld reikte tot haar middel, en tijdens het rennen trok ze er een pad doorheen. De zon, bloedrood, was een enorme bal aan de horizon.

      Met zijn rug naar de zon stond haar vader aan de horizon. Of tenminste: zijn silhouet. Zijn gezicht was onherkenbaar, maar ze wist dat hij het was.

      Terwijl Caitlin bleef rennen – wanhopig om hem eindelijk te zien, hem te omhelzen – daalde de zon snel, te snel. Alles gebeurde te snel en binnen een paar seconden was de zon volledig ondergegaan.

      Ze besefte dat ze midden in de nacht door een veld rende. Haar vader stond daar nog steeds op haar te wachten. Ze voelde dat hij wilde dat ze sneller zou rennen, dat hij haar wilde omhelzen. Maar haar benen konden maar beperkt snelheid maken, en hoe hard ze het ook probeerde, hij leek alleen maar verder weg te gaan.

      Terwijl ze rende verscheen de maan aan de horizon—een enorme, bloedrode maan die de hele lucht vulde. Caitlin zag alle details, de deuken en kraters. Het was allemaal glashelder. Haar vader stond er als silhouet tegen afgebeeld, en ze probeerde nog sneller te rennen, en het leek alsof ze op de maan zelf af rende.

      Maar het hield niet. Plotseling bewogen haar benen en voeten helemaal niet meer. Ze keek omlaag en zag dat de bloemen zich om haar enkels en benen hadden gewikkeld, en veranderden in ranken. Ze waren zo dik en sterk dat ze al snel helemaal niet kon bewegen.

      Terwijl ze toekeek, gleed een slang op haar af door het veld. Ze probeerde te worstelen, weg te komen, maar het was onmogelijk. Ze kon alleen maar toekijken hoe hij haar naderde. Toen hij dichterbij was, sprong hij de lucht in, recht op haar keel af. Ze draaide zich om en schreeuwde terwijl ze voelde hoe de lange tanden in haar keel drongen. De pijn was verschrikkelijk.

      Caitlin schrok wakker, ging rechtop in bed zitten en ademde zwaar. Ze voelde naar haar keel en voelde twee littekens die hard werden. Een ogenblik lang verwarde ze haar droom met de werkelijkheid, en ze keek rond in de kamer om een slang te zoeken. Maar die was er niet.

      Ze wreef over haar keel. De wond deed nog steeds pijn, maar niet zoveel als in haar droom. Ze ademde diep in.

      Caitlin baadde in het koude zweet met bonzend hart. Ze veegde het zweet van haar gezicht en slapen en voelde haar koude, natte haar eraan vastplakken. Hoe lang had ze zich al niet meer gewassen? Ze kon het zich niet herinneren. Hoe lang had ze daar al gelegen? En waar was ze precies?

      Caitlin keek rond in de kamer. Het was dezelfde plek die ze zich herinnerde van een tijd geleden – uit een droom, of was ze hier echt al eerder geweest? De kamer was volledig van steen en had een hoog, gewelfd raam waardoor ze de nachtlucht zag, net als de enorme volle maan die licht naar binnen stuurde.

      Ze ging op de rand van haar bed zitten en wreef over haar voorhoofd; ze probeerde het zich te herinneren. Terwijl ze dat deed, voelde ze een verschrikkelijke pijn in haar zij. Ze reikte omlaag en voelde het oppervlak van een wond. Ze probeerde zich te herinneren waar die vandaan kwam. Had iemand haar aangevallen?

      Caitlin dacht hard na, en langzaam maar zeker kwamen de details terug. Boston, Freedom Trail, King’s Chapel, het Zwaard. En toen…werd ze aangevallen. Toen…

      Caleb. Hij was daar ook, en keek op haar neer. Ze had haar wereld voelen wegzakken en ze had het hem gevraagd. Verander me, had ze gesmeekt…

      Caitlin hief haar handen en voelde aan de twee littekens in haar keel, en wist dat hij had geluisterd.

      Dat verklaarde alles. Caitlin schrok op van dat besef. Ze was veranderd. Ze was ergens heengebracht, waarschijnlijk om te herstellen, en waarschijnlijk onder Calebs toeziend oog. Ze probeerde haar armen en benen, draaide haar nek, probeerde haar lichaam uit…

      Ze voelde zich anders, dat was zeker. Ze was zichzelf niet meer. Ze voelde eindeloze kracht door zich heen vloeien. Een verlangen om te rennen, te sprinten, door muren heen te breken en de lucht in te springen. Ze voelde ook iets anders: twee kleine bulten op haar rug, achter haar schouderbladen. Heel subtiel, maar ze wist dat ze er zaten. Vleugels. Ze wist het, ze voelde het: als ze wilde vliegen, zouden ze voor haar opengaan.

      Caitlin voelde zich dronken van haar nieuwgevonden kracht. Ze wilde hem heel graag uittesten. Ze voelde zich erg opgefokt – ze had geen idee hoe lang ze hier was geweest – en ze wilde zien wat die nieuwe leven in kon houden. Ze voelde nog iets nieuws: een gevoel van roekeloosheid. Het idee dat ze niet kon sterven. Dat ze stomme fouten kon maken, dat ze oneindig veel levens had om mee te spelen. Ze wilde de grenzen verkennen.

      Caitlin draaide zich om en keek uit het raam naar de nachtlucht. Het raam was een brede boog zonder glas, open voor de elementen. Wat je normaal zou kunnen zien in een oud, middeleeuws klooster.

      In het verleden zou de oude, menselijke Caitlin hebben geaarzeld, hebben nagedacht over wat te doen en aan zichzelf zijn gaan twijfelen. Maar de herboren Caitlin kende geen aarzeling. Zodra ze het had gedacht, begon ze te sprinten, ging ze er helemaal voor.

      Met slechts een korte aanloop sprong Caitlin het raamkozijn in en sprong ze de open lucht in.

      Een deel van haar, een instinct, vertelde haar dat haar vleugels uit zouden klappen zodra ze in de lucht zweefde. Als ze het mis had, zou dat een hoge val betekenen, tientallen meters naar de grond. Maar de herboren Caitlin voelde zich alsof ze nooit fouten kon maken.

      En dat deed ze ook niet. Toen Caitlin de nacht in sprong, schoten haar vleugels naar buiten achter haar schouderbladen en ze voelde de opwinding van het vliegen, van het zweven door de lucht. Ze vond het heerlijk hoe breed en lang haar vleugels waren, en opwindend hoe de frisse nachtlucht over haar gezicht, haar en

Скачать книгу