Een Land Van Vuur . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Land Van Vuur - Морган Райс страница 7
Ze knikte.
“Het Zwaard van het Lot was er één. Die heb je wonderlijk volbracht. Mij vinden was een ander. Je hebt nu twee zoektochten voltooid. Je hebt er nog tien te gaan, tien zoektochten die nog belangrijker zijn dan de eerste twee.”
“Nog tien?” vroeg hij. “Nog belangrijker? Hoe is dat mogelijk?”
“Ik laat het je zien,” zei ze terwijl ze een arm om zijn schouder legde en hem vriendelijk door de gang leidde. Ze liep met hem een glimmende saffieren deur door, die leidde naar een kamer die geheel van sprankelende groene saffieren was gemaakt.
Thors moeder liep met hem de kamer door naar een enorm geweld raam, gemaakt van kristal. Thor legde een hand op het kristal. Hij voelde dat hij dat moest doen. Op dat moment gingen de twee raampanelen zachtjes open.
Thor keek uit over de oceaan, die bedekt was met een verblindende mist. Het witte licht kaatste overal vanaf, en het leek alsof ze zich in de hemel bevonden.
“Kijk,” zei ze. “Vertel me wat je ziet.”
Thor keek, en in de eerste instantie zag hij niets dan de oceaan en een witte mist. Maar al snel werd de mist feller en begon de oceaan te verdwijnen. Hij begon beelden voor zich te zien.
Het eerste dat Thor zag was zijn zoon, Guwayne, die op zee dreef in een kleine boot.
Thors hart versnelde van paniek.
“Guwayne,” zei hij. “Is het waar?”
“Hij is nu verloren op zee,” zei ze. “Hij heeft je nodig. Hem vinden zal één van de grote zoektochten van je leven zijn.”
Terwijl Thor zag hoe Guwayne weg dreef, voelde hij een drang om meteen te vertrekken en hem te zoeken.
“Ik moet hem vinden—nu!”
Zijn moeder legde kalmerend een hand op zijn pols.
“Zie wat je nog meer moet zien,” zei ze.
Thor keek en zag Gwendolyn en haar mensen; ze zaten opeengepakt op een rotsachtig eiland en zetten zich schrap terwijl er een groep draken als een deken uit de hemel neerdaalde. Hij zag een muur van vuur, brandende lichamen, schreeuwende mensen.
Thors hart ging hevig tekeer.
“Gwendolyn,” riep hij. “Ik moet naar haar toe.”
Zijn moeder knikte.
“Ze heeft je nodig, Thorgrin. Ze hebben je allemaal nodig—en ze hebben ook een nieuw thuis nodig.”
Thor bleef kijken en zag het landschap veranderen. Hij zag de verwoeste Ring, een zwartgeblakerd landschap, krioelend met miljoenen van Romulus’ mannen.
“De Ring,” zei hij vol afschuw. “Het bestaat niet meer.”
Thor voelde een brandend verlangen om iedereen te redden.
Zijn moeder sloot de raampanelen, en hij draaide zich naar haar om.
“Dat zijn slechts een aantal van de zoektochten die de toekomst voor je in petto heeft,” zei ze. “Je kind heeft je nodig, Gwendolyn heeft je nodig, je mensen hebben je nodig—en afgezien daarvan moet je je voorbereiden op de dag dat je Koning wordt.”
Thors ogen sperden zich wijd open.
“Ik? Koning?”
Zijn moeder knikte.
“Het is je lotsbestemming, Thorgrin. Jij bent de laatste hoop. Jij bent degene die Koning van de Druïden moet worden.”
“Koning van de Druïden?” vroeg hij. “Maar… ik begrijp het niet. Ik dacht dat ik in het Land van de Druïden was.”
“De Druïden wonen hier niet meer,” legde zijn moeder uit. “We zijn een natie in ballingschap. Ze leven nu in een ver koninkrijk, in de buitenste uithoeken van het Rijk, en ze zijn in groot gevaar. Jij bent voorbestemd om hun Koning te worden. Ze hebben je nodig, en jij hebt hen nodig. Je zal kracht nodig zijn om te vechten tegen de grootste macht die er bestaat. Een veel grotere bedreiging dan de draken.”
Thor staarde haar verwonderd aan.
“Ik ben zo verward, Moeder,” gaf hij toe.
“Dat komt omdat je training nog niet voltooid is. Je hebt veel vooruitgang geboekt, maar je bent nog niet op het niveau waar je moet zijn om een grote krijger te worden. Je zal machtige nieuwe leraren ontmoeten die je zullen begeleiden en je verder zullen brengen dan je je kunt voorstellen. Je hebt nog geen flauw benul van de krijger die je zult worden.
“En je zal hun training nodig hebben,” vervolgde ze. “Je zal de confrontatie aangaan met monsterachtige rijken, koninkrijken groter dan je ooit hebt gezien. Je zal woeste tirannen tegenkomen waar Andronicus bij in het niet valt.”
Zijn moeder bekeek hem, haar ogen vol medeleven.
“Het leven is altijd groter dan je je voor kunt stellen, Thorgrin,” vervolgde ze. “Altijd groter. In jouw ogen is een Ring een groot koninkrijk, het middelpunt van de wereld. Maar het is slechts een klein koninkrijk vergeleken met de rest van de wereld; een vlekje in het Rijk. Er zijn werelden, Thorgrin, die je verbeelding te boven gaan. Je leven is nog niet eens begonnen.” Ze zweeg even. “Je zal dit nodig hebben.”
Thor voelde iets op zijn pols, en toen hij naar beneden keek zag hij dat zijn moeder een armband bij hen om deed. De armband was enkele centimeters breed en bedekte de helft van zijn onderarm. Hij was gemaakt van glimmend goud, met één zwarte diamant in het midden. He was het mooiste en meest machtige object dat hij ooit had gezien, en hij voelde de kracht door zijn lichaam stromen.
“Zolang je dit draagt,” zei ze, “zal geen door een vrouw gebaarde man je iets aan kunnen doen.”
Thor keek haar aan, en de beelden die hij aan de andere kant van die kristallen ramen had gezien schoten weer door zijn hoofd. Weer voelde hij de drang om Guwayne te vinden, om Gwendolyn te redden, om zijn mensen te redden.
Maar een deel van hem wilde niet weg van de plek uit zijn dromen, de plek waar hij nooit meer naar terug kon keren, en hij wilde zijn moeder niet achterlaten.
Hij bekeek zijn armband en voelde de overweldigende kracht die het hem gaf. Het voelde alsof hij een deel van zijn moeder bij zich droeg.
“Is dat waarom we voorbestemd waren elkaar te ontmoeten?” vroeg Thor. “Zodat ik dit kon ontvangen?”
Ze knikte.
“En nog belangrijker,” zei ze, “om mijn liefde te ontvangen. Als krijger moet je leren te haten. Maar je moet ook leren om lief te hebben. Liefde is de sterkste van de twee krachten. Haat kan iemand doden, maar liefde kan hem doen leven, en het vergt meer kracht om te genezen dan om te doden. Je moet haat kennen, maar ook liefde—en je moet weten wanneer je ze moet kiezen. Je moet niet alleen leren om lief te hebben, maar ook om jezelf toe te staan liefde te ontvangen. We hebben liefde nodig, net zoals we maaltijden nodig hebben. Je moet weten hoeveel ik van je hou. Dat ik je accepteer. Hoe trots ik op je ben. Je moet weten dat ik altijd bij je ben. En