Een Rite Van Zwaarden . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Een Rite Van Zwaarden - Морган Райс страница 9
Thor greep haar schouders vast en keek haar aan.
“Ik weet wat er met je is gebeurd,” zei hij. “Je moeder heeft het me verteld. Je hoeft je nergens voor te schamen,” zei hij.
Gwendolyn keek hem verwonderd aan.
“Je weet het?” vroeg ze geschokt.
Thor knikte.
“Het betekent niets,” zei hij. “Ik hou net zo veel van je. Meer zelfs. Onze liefde—dat is wat er toe doet. Dat is wat onbreekbaar is. Ik zal je wreken. Ik zal Andronicus zelf doden. En onze liefde zal nooit sterven.”
Gwen omhelsde Thor innig, en haar tranen liepen langs zijn nek. Hij kon voelen hoe opgelucht ze was.
“Ik hou van je,” zei Gwen in zijn oor.
“Ik hou ook van jou,” antwoordde hij.
Terwijl Thor haar tegen zich aan hield, bonsde zijn hart. Hij wilde het haar nu meer dan ooit vragen. Haar ten huwelijk vragen. Maar hij wist dat hij dat niet kon doen tot hij haar zijn geheim had vertelt, tot hij haar had vertelt wie zijn vader was.
De gedachte vulde hem met schaamte en vernedering. Hij had zojuist gezworen om de man te doden die ze beiden het meest haatten. Hoe kon hij haar nu vertellen dat Andronicus zijn vader was?
Thor wist zeker dat Gwen hem voor altijd zou haten. En hij kon het niet riskeren haar te verliezen. Niet na alles dat er was gebeurd. Hij hield zo veel van haar.
Met trillende handen reikte hij in zijn shirt en haalde de ketting tevoorschijn die hij bij de schatten van de draken had gevonden. Hij was gemaakt van goud en voorzien van een glimmend gouden hartje, bedekt met diamanten en robijnen. Hij hield het op tegen het licht, en Gwen snakte naar adem.
Thor ging achter haar staan en deed de ketting bij haar om.
“Een klein teken van mijn liefde en affectie,” zei hij.
De ketting stond haar prachtig. Het goud glom in het licht en weerspiegelde alles.
De ring brandde in zijn zak, en Thor zwoer dat hij haar de ring zou geven als de tijd rijp was. Als hij de moed kon opbrengen om haar de waarheid te vertellen. Maar nu was het niet de tijd.
“Dus zie je, je kunt terugkeren,” zei Thor terwijl hij haar wang streelde. “Je moet terugkeren. Je mensen hebben je nodig. Ze hebben een leider nodig. De Ring is niets zonder leider. Ze kijken op naar jou. Andronicus heeft nog steeds de helft van de Ring in zijn bezit. Onze steden moeten nog herbouwd worden.”
Hij keek in haar ogen en zag haar nadenken.
“Zeg ja,” drong Thor aan. “Ga met me mee terug. Deze Toren is geen plek voor een jonge vrouw om de rest van haar leven door te brengen. De Ring heeft je nodig. Ik heb je nodig.”
Thor hield zijn hand uit en wachtte.
Gwen keek twijfelend naar beneden.
Toen legde ze haar handen in de zijne. Haar ogen werden lichter en lichter, en glommen van liefde en warmte. Hij kon zien dat ze langzaam weer de Gwendolyn werd die hij ooit kende, gevuld met leven en liefde en vreugde. Het was alsof ze een bloem was, die zich voor zijn ogen herstelde.
“Ja,” zei ze zachtjes, en ze glimlachten.
Hij nam haar in zijn armen en hield haar stevig vast. En hij zwoer dat hij haar nooit meer zou laten gaan.
HOOFDSTUK ZEVEN
Erec opende zijn ogen en bemerkte dat hij in Alistairs armen lag. Hij keek op, recht in haar kristalblauwe ogen, die straalden van liefde en warmte. Er speelde een klein glimlachje rond haar mond, en hij voelde de warmte van haar handen afstralen en door zijn lichaam heen stromen. Hij voelde zich geheel genezen, herboren, alsof hij nooit gewond was geweest. Ze had hem teruggebracht uit de dood.
Erec ging rechtop zitten en keek Alistair vol bewondering aan. Weer vroeg hij zich af wie ze echt was, en hoe ze zulke krachten kon hebben.
Terwijl Erec over zijn hoofd wreef, herinnerde hij het zich: Andronicus’ mannen. De aanval. De kloof. De rots.
Erec sprong overeind en zag al zijn mannen naar hem kijken, alsof ze zijn weder opstand hadden afgewacht—en zijn bevel. Hij zag de opluchting in hun ogen.
“Hoe lang ben ik bewusteloos geweest?” vroeg hij wanhopig aan Alistair. Hij voelde zich schuldig dat hij zijn mannen zo lang alleen had gelaten.
Maar ze glimlachte lief naar hem.
“Slechts een seconde,” zei ze.
Erec begreep het niet. Hij voelde zich zo hersteld, alsof hij jaren had geslapen. Hij voelde zich energiek terwijl hij naar de ingang van de kloof rende en zijn werk zag: de enorme rots versperde nu de doorgang, en Andronicus’ mannen konden er niet meer doorheen komen. Ze hadden het onmogelijke gedaan en het veel grotere leger tegen weten te houden. In elk geval voor nu.
Maar voor hij hun prestatie kon vieren, hoorde Erec ineens geschreeuw van boven zich komen. Hij keek omhoog. Eén van zijn mannen op de klif tuimelde achterover en landde met een doffe klap op de grond.
Erec zag dat zijn lichaam was doorboord met een speer. Er klonk meer geschreeuw. Hij keek naar boven en zag tientallen van Andronicus’ mannen aan de top verschijnen, die met de mannen van de Hertog vochten. Erec besefte ineens wat er was gebeurd: de commandant van het Rijk had zijn troepen opgesplitst. Hij had de ene helft door de kloof heen gestuurd, en de anderen de berg op.
“NAAR DE TOP!” commandeerde Erec. “KLIMMEN!”
De mannen van de Hertog volgen hem terwijl hij recht de berg op rende, zijn zwaard in zijn hand. Het steile gebergte bestond uit rotsen en stof, en elke paar meter gleed hij uit en moest hij zich vastgrijpen om niet achterover te vallen. Het was zo steil dat het eerder een klim was; elke meter omhoog was een gevecht, en zijn mannen hijgden terwijl ze zich als berggeiten een weg naar boven baanden.
“BOOGSCHUTTERS!” schreeuwde Erec.
Beneden stopten enkele tientallen van de boogschutters van de Hertog, en vuurden een regen van pijlen af. Meerdere soldaten van het Rijk vielen schreeuwend van de klif af. Eén van de lichamen kwam op Erec af; hij dook en kon het lichaam nog net ontwijken. Eén van de mannen van de Hertog had echter niet zoveel geluk—hij werd geraakt door een lichaam en viel achterover van de berg af.
De boogschutters van de Hertog stationeerden zichzelf rond de berg en vuurden pijlen af wanneer een soldaat van het Rijk zijn hoofd boven de rand uitstak.
Maar het was een man tegen man gevecht daarboven, en niet alle pijlen raakten hun doelwit: één pijl miste, en raakte per ongeluk één van de mannen van de Hertog in zijn rug. De soldaat schreeuwde het uit, en een soldaat van het Rijk maakte van de gelegenheid gebruik om hem neer te steken. Hij viel schreeuwend van de klif af. Een andere boogschutter wist de soldaat van het Rijk in zijn maag te raken, en ook hij viel over de rand.
Erec en de anderen klommen met alles dat ze hadden de klif op. Terwijl hij de top naderde,