Nacht van de Dapperen . Морган Райс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Nacht van de Dapperen - Морган Райс страница 8
Kyra sloot haar ogen. Het was nu of nooit. Ze voelde dat ze groter moest zijn dan zichzelf, groter dan de wereld die ze voor zich zag. Ze dwong zichzelf om zich om de energie in zich te concentreren, en daarna op de energie op haar heen.
Langzaam stemde Kyra zich af. Ze voelde de energie van het web, van de spin; ze voelde het door zich heen stromen. Langzaam liet ze het deel van zichzelf worden. Ze verzette zich er niet meer tegen. In plaats daarvan liet ze zichzelf ermee versmelten.
Kyra voelde zichzelf vertragen; ze voelde de tijd vertragen. Ze stemde af op de kleinste details. Ze hoorde alles, ze voelde alles om zich heen.
Ineens voelde Kyra een golf van energie, en voor het eerst besefte ze dat het hele universum één geheel was. Ze voelde alle scheidingswanden instorten, voelde hoe de barrière tussen de externe en interne werelden oploste. Ze voelde dat het onderscheid zelf er niet meer was.
Ze werd overspoeld door een golf van energie, alsof er een dam werd opengebroken. Haar handpalmen brandden, alsof ze in vuur en vlam stonden.
Kyra deed haar ogen open en zag de spin, nu zo dichtbij, op haar neerkijken. Ze draaide haar hoofd en zag haar staf in het web vast zitten, een meter bij haar vandaan. Ze twijfelde niet langer aan zichzelf. Ze riep de staf, en op dat moment zeilde hij door de lucht, recht haar hand in. Ze greep hem stevig vast.
Kyra gebruikte haar kracht, wetend dat ze sterker was dan alles dat ze voor zich zag, en vertrouwde op zichzelf. Ze tilde haar arm op, en hij raakte los uit het web.
Ze schot overeind, en net toen de spin zijn tanden in haar wilde zetten, stak ze de staf in zijn bek.
De spin liet een afschuwelijk krijsend geluid uit, en Kyra dreef de staf diep zijn bek in. Het beest probeerde zijn kaken te sluiten, maar dat lukte niet.
Maar toen, tot Kyra’s schok, klapten zijn kaken ineens dicht. Haar eeuwenoude staf brak in stukken. De spin had het onbreekbare gebroken, verbrijzeld alsof het een tandenstoker was. Dit beest was sterker dan ze had gedacht.
De spin dook op haar af, en de tijd vertraagde weer. Kyra voelde alles helder worden. Diep van binnen voelde ze dat ze zichzelf kon bevrijden, dan ze sneller kon zijn dan de spin.
Kyra dook naar voren en rolde door het web; toen de spin zijn tanden liet zakken, reet hij het web uiteen in plaats van haar.
Terwijl Kyra zich concentreerde, voelde ze een vaag gezoem in de lucht, alsof iets haar riep. Ze draaide zich om en staarde naar de andere kant van het web. Daar bevond zich het ding waarvoor ze naar Marda was gereisd: de Staf van Waarheid. Daar lag hij, vastgezet in een zwart granieten blok, etherisch, glimmend onder de middernacht hemel.
Kyra voelde een intense band met de staf. Ze voelde haar handpalmen tintelen toen ze haar rechterhand uitstrekte. Ze gaf de grootste strijdkreet van haar leven, en ze wist, ze wist gewoon dat de staf haar zou gehoorzamen.
Plotseling voelde Kyra de aarde onder zich trillen. Ze wist dat ze het wapen uit de kern van de aarde trol, en voor een glorieus moment twijfelde ze niet meer aan zichzelf, aan haar krachten, of aan het universum.
Er volgde een luid geluid van steen schrapend tegen steen, en Kyra keek vol ontzag toe terwijl de staf langzaam uit het graniet omhoog rees. Toen vloog hij door de lucht, en de zwarte, met juwelen bezette schacht belandde in Kyra’s rechterhand. Ze sloot haar vingers eromheen, en ze voelde leven. Het was alsof ze een slang vast pakte, alsof ze een levend wezen vasthield.
Zonder te aarzelen spon Kyra om haar as en bracht de staf omlaag, net toen de spin op haar af kwam. Ineens veranderde de staf in een mes, en sneed ze het enorme web in tweeën.
De spin viel krijsend op de grond, verbijsterd.
Kyra draaide zich om en hakte weer op het web in. Ze landde op haar voeten. Ze hield de staf met beide handen vast, hoog boven haar hoofd. De spin dook op haar af. Dapper ging ze de confrontatie aan. Ze stapte naar voren en hakte met al haar macht op de spin in. Ze voelde de Staf van Waarheid door het dikke lichaam van de spin gaan. De spin krijste terwijl ze hem in tweeën hakte.
Dik, zwart bloed gutste uit het lichaam terwijl de spin dood voor haar voeten viel.
Kyra stond daar, de staf in haar hand, haar armen trillend, en voelde een ongekende energie. Ze voelde dat ze was veranderd. Ze voelde dat ze machtiger was geworden, dat ze nooit meer dezelfde zou zijn. Ze voelde dat alle deuren waren geopend, en dat alles mogelijk was.
Hoog boven haar klonk gedonder, en het begon te bliksemen. Vuurrode bliksemschichten schoten door de wolken heen, en het leek alsof er lava door de wolken stroomde. Er volgde een ongelofelijk gebrul, en Kyra was dolblij toen ze Theon door de wolken zag barsten. De barrière, voelde ze, was uitgeschakeld toen ze de staf uit het graniet had getrokken. Voor het eerst wist ze zeker dat zij degene was die voorbestemd was om alles te veranderen.
Theon landde voor haar, en zonder nog een seconde te verspillen klom ze op zijn rug. Ze vlogen hoog de lucht in. Het onweerde hevig terwijl ze tussen de wolken door vlogen, naar het zuiden, naar Escalon. Kyra wist dat ze tot het diepst was afgedaald en dat ze had gezegevierd, dat ze haar laatste beproeving had doorstaan.
En nu, met de Staf van Waarheid in handen, was het tijd voor oorlog.
HOOFDSTUK ZES
Terwijl het schip weg zeilde zag Lorna het nog steeds brandende eiland van Knossos aan de horizon verdwijnen, en haar hart brak. Ze stond bij de boeg van het schip, bij de reling, met Merk aan haar zijde en de vloot van de Verloren Eilanden achter zich, en ze voelde alle ogen op zich branden. Dit geliefde eiland, het thuis van de Wachters, het thuis van de dappere krijgers van Knossos, was niet meer. Het was in vlammen opgegaan. Het glorieuze fort was verwoest, de geliefde krijgers die duizenden jaren lang op wacht hadden gestaan waren gedood door de trollen, of afgemaakt door de zwerm draken.
Lorna voelde beweging en toen ze zich omdraaide zag ze dat Alec, de jongen die de draken had gedood, degene die eindelijk rust had gebracht in de Baai des Doods, naast haar kwam staan. Hij stond daar, met zijn zwaard in zijn hand, en zag er net zo verdwaasd uit als zij. Ze werd overspoeld door dankbaarheid voor hem en het wapen dat hij in zijn handen hield. Ze wierp een blik op het Onafgemaakte Zwaard, een waar pronkstuk, en kon de intense energie die er vanaf straalde voelen. Ze dacht aan de dood van de draken, en ze wist dat hij het lot van Escalon in handen had.
Lorna was dankbaar dat ze nog leefde. Ze wist dat zij en Merk een noodlottig einde in de Baai des Doods zouden hebben gevonden als deze mannen van de Verloren Eilanden niet gearriveerd waren. Maar ze voelde zich ook schuldig voor zij die het niet hadden overleefd. Wat haar nog het meeste pijn deed was dat ze dit niet had voorzien. Haar hele eenzame leven in de Toren van Kos had ze alles voorzien, alle wendingen van het lot. Ze had de komst van de trollen voorzien, de komst van Merk, en zelfs de verwoesting van het Zwaard van Vlammen. Ze had de grote strijd op het Eiland van Knossos voorzien—maar niet hoe het afliep. Ze had niet voorzien dat het eiland in vlammen op zou gaan, en ze had de draken ook niet voorzien. Ze begon aan haar eigen krachten te twijfelen, en dat raakte haar diep.
Hoe kon dit gebeuren? vroeg ze zich af. Het enige mogelijke antwoord was dat het lot van Escalon van het ene op het andere moment veranderde. Wat duizenden jaren geleden was geschreven, werd ongeschreven. Het lot van Escalon, voelde ze, was onzeker. Het was nu vormloos.
Lorna