Voordat hij doodt. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Voordat hij doodt - Блейк Пирс страница 3
“Alsjeblieft!” riep ze.
Maar tot haar afgrijzen reed de rode pick-up zonder snelheid te verminderen voorbij.
Ze zwaaide met haar armen en huilde. Misschien dat de bestuurder toevallig in zijn achteruitkijkspiegel keek.
Zwiep!
Een scherpe en bijtende pijn explodeerde in de holte van haar linkerknie en ze viel op de grond.
Ze schreeuwde en probeerde overeind te komen, maar ze voelde dat een sterke hand haar stevig bij haar haren greep en al snel sleepte hij haar terug het maisveld in.
Ze probeerde te bewegen, los te breken, maar deze keer tevergeefs.
Er kwam nog een laatste klap van de zweep en daarna verloor ze eindelijk, dankbaar, het bewustzijn.
Ze wist dat het nu snel over zou zijn: het lawaai, de zweep, de pijn...en haar korte, met pijn gevulde leven.
HOOFDSTUK EEN
Rechercheur Mackenzie White zette zich schrap en verwachtte het ergste toen ze die middag door het maisveld liep. Het geluid dat de stengels maakten toen ze erdoorheen liep maakte haar nerveus. Het was een dof, krassend geluid over haar jack terwijl ze rij na rij passeerde. De open plek die ze zocht leek mijlenver weg.
Toen ze daar eindelijk aankwam, bleef ze abrupt staan en wenste in gedachten dat ze ergens anders was dan hier. Voor haar zag ze het dode, grotendeels naakte lichaam van een ongeveer dertigjarige vrouw. Ze was vastgebonden aan een paal, haar gezicht bevroren in een uitdrukking van angst. Het was een gezichtsuitdrukking die Mackenzie liever niet had gezien, en ze wist meteen dat ze deze nooit meer zou vergeten.
Vijf politieagenten liepen rond de open plek en deden niets in het bijzonder. Ze probeerden er druk uit te zien, maar Mackenzie wist dat ze slechts een poging deden om te begrijpen wat er was gebeurd. Ze was ervan overtuigd dat geen van hen zoiets ooit eerder had gezien. Nog geen vijf seconden nadat ze de blonde vrouw vastgebonden aan de houten paal had waargenomen, was het voor Mackenzie al duidelijk dat hier iets veel diepers aan de hand was. Iets anders dan alles wat ze ooit was tegengekomen. Dit was niet iets wat gebeurde in de maisvelden van Nebraska.
Mackenzie naderde het lichaam en liep er langzaam omheen. Terwijl ze dat deed, voelde ze dat de andere agenten naar haar keken. Ze wist dat sommigen van hen vonden dat ze haar werk veel te serieus nam. Ze dook altijd volledig in een zaak, zocht naar aanknopingspunten en verbanden die bijna abstract van aard waren. Ze was een jonge vrouw die, in de ogen van de meeste mannen in het politiekorps, veel te snel de positie van rechercheur had bereikt. Ze was het ambitieuze meisje waarvan iedereen aannam dat ze haar zinnen had gezet op een betere en meer belangrijke functie dan rechercheur bij de politie in Nebraska.
Mackenzie negeerde de mannen. Ze concentreerde zich alleen op het stoffelijk overschot en wuifde de vliegen weg die overal heen schoten. Ze zweefden spastisch rond het lichaam van de dode vrouw en creëerden een kleine zwarte wolk, en de hitte had het lichaam ook niet veel goeds gedaan. Het was een hele warme zomer geweest en het voelde alsof al die zomerse hitte zich in dit maisveld had verzameld en hier op deze plek was.
Mackenzie kwam dichterbij, bestudeerde het lichaam en probeerde een gevoel van misselijkheid en een golf van verdriet te onderdrukken. De rug van de vrouw was bedekt met wonden. Ze zagen er allemaal hetzelfde uit, waarschijnlijk veroorzaakt door hetzelfde voorwerp. Haar rug was besmeurd met bloed, het meeste droog en plakkerig. De achterkant van haar zwarte kanten stringetje was ook doordrenkt met bloed.
Terwijl Mackenzie haar rondje om het lichaam voltooide kwam een kleine, maar stevig gebouwde politieagent haar tegemoet. Ze kende hem goed, maar had niets met hem op.
“Hallo, rechercheur White,” zei Chief Nelson.
“Chief,” antwoordde ze.
“Waar is Porter?”
Er was niets neerbuigends in zijn stem, maar ze voelde het toch. Deze geharde lokale politiechef van in de vijftig wilde niet dat een vrouw van vijfentwintig jaar meehielp om deze zaak op te lossen. Walter Porter, haar vijfenvijftig jarige directe collega, zou volgens hem veel beter geschikt zijn voor deze taak.
“Op de snelweg,” zei Mackenzie. “Hij praat met de boer die het lichaam heeft ontdekt. Hij komt zo.”
“Oké,” zei Nelson, duidelijk een beetje meer op zijn gemak gesteld. “Wat vind je hiervan?”
Mackenzie wist niet precies hoe ze deze vraag moest beantwoorden. Ze wist dat hij haar aan het testen was. Dat deed hij van tijd tot tijd, zelfs over vrij onbenullige zaken. Hij deed dat nooit bij de andere agenten of rechercheurs, en ze was er vrijwel zeker van dat hij het alleen bij haar deed omdat ze jong en een vrouw was.
Haar gevoel vertelde haar dat dit meer was dan een theatrale moord. Waren het de ontelbare striemen op haar rug? Was het het feit dat de vrouw een lichaam had dat zo op een pin-up poster kon? Haar borsten waren duidelijk nep en Mackenzie vermoedde dat haar achterwerk ook enkele chirurgische ingrepen had ondergaan. Ze had veel make-up gedragen, die door de vele tranen over haar hele gezicht was uitgelopen.
“Ik denk,” zei Mackenzie, die eindelijk antwoord gaf op de vraag van Nelson, “dat dit een puur gewelddadige misdaad was. Ik denk dat forensisch onderzoek geen seksueel misbruik zal aantonen. De meeste mannen die een vrouw voor seks ontvoeren, mishandelen hun slachtoffer zelden zo ernstig, zelfs als ze van plan zijn ze later te vermoorden. Ik denk ook dat de stijl van het ondergoed dat ze draagt suggereert dat ze een provocerende vrouw was. Eerlijk gezegd, afgaand op de stijl van haar make-up en de omvang van haar borsten, zou ik beginnen met de stripclubs in Omaha op te bellen om te vragen of er misschien sinds gisteravond een danseres vermist wordt.”
“Dat is allemaal al gedaan,” antwoordde Nelson zelfvoldaan. “De overledene is Hailey Lizbrook, vierendertig jaar oud, moeder van twee jongens en een striptease danseres in The Runway in Omaha.”
Hij somde deze feiten op alsof hij een handleiding las. Mackenzie nam aan dat hij, omdat hij al zo lang in dienst bij de politie was, de slachtoffers van een moordpartij niet langer als mensen zag, maar meer als een puzzel die moest worden opgelost.
Maar Mackenzie, die pas een paar jaar in dienst was, was niet zo hard en gevoelloos. Ze bestudeerde de vrouw met als doel te achterhalen wat er was gebeurd, maar zag haar ook als een vrouw die twee kinderen had achtergelaten, jongens die de rest van hun leven zonder moeder zouden moeten opgroeien. Omdat de moeder van de twee kinderen als stripper aan het werk leek te zijn, ging Mackenzie ervan uit dat er geldproblemen waren en dat ze bereid was bijna alles te doen om voor haar kinderen te zorgen. Maar nu was ze hier, vastgebonden aan een paal en gedeeltelijk verminkt door een anonieme man die...
Het geritsel van de maisstengels achter haar onderbrak haar gedachten. Ze draaide zich om en zag Walter Porter door het mais naderen. Hij keek geërgerd toen hij de open plek betrad, en veegde stof en maisvezels van zijn jas.
Hij keek even rond voordat zijn blik zich op het lichaam van Hailey Lizbrook aan de paal vestigde. Een verbaasde grijns kwam over zijn gezicht, zijn grijze snor kantelde in een ruwe hoek naar rechts. Daarna keek hij naar Mackenzie en Nelson. Hij verspilde geen tijd en kwam meteen naar hen toe.
“Porter,” zei Chief Nelson. “White is zo te zien al druk bezig