Voordat hij doodt. Блейк Пирс
Чтение книги онлайн.
Читать онлайн книгу Voordat hij doodt - Блейк Пирс страница 4
“Ja, zo kan ze zijn,” zei Porter afwijzend.
Zo was het altijd. Nelson gaf haar niet echt een compliment. In feite was hij meer Porter aan het plagen omdat die opgescheept zat met het mooie jonge meisje dat uit het niets was gekomen en de positie van rechercheur had veroverd; het mooie jonge meisje dat door weinig mannen boven de dertig serieus genomen werd in het district. En God, wat haatte Porter dit.
Hoewel ze genoot van de plagerijen jegens Porter en zijn geërgerde reactie hierop, was dit geen aanleiding voor haar om zich onvoldoende en ondergewaardeerd te voelen.
Keer op keer had ze zaken opgelost die haar mannelijke collega’s niet hadden kunnen oplossen en dit, wist ze, bedreigde hen. Ze was pas vijfentwintig, veel te jong om een burn-out te krijgen in een carrière waar ze ooit zoveel van hield. Maar nu, gekoppeld aan Porter als collega en in dit politiekorps, begon ze haar beroep te haten.
Porter deed een poging om tussen Nelson en Mackenzie in te stappen en liet haar zo weten dat het vanaf nu zijn show was. Mackenzie voelde het stoom uit haar oren komen maar hield haar mond. Ze had de afgelopen drie maanden, sinds ze verplicht was met hem samen te werken, al vaak op haar tong gebeten. Vanaf de eerste dag had Porter geen geheim gemaakt van zijn afkeer voor haar. Ze had tenslotte de partner van Porter na achtentwintig jaar vervangen. Wat Porter betrof was zijn partner ontslagen om plaats te maken voor deze jonge vrouw.
Mackenzie negeerde zijn flagrante gebrek aan respect; ze weigerde om haar werkethiek hierdoor te laten beïnvloeden. Zonder een woord te zeggen ging ze terug naar het lichaam. Ze bestudeerde het aandachtig. Het deed pijn om het te bestuderen, maar niet zoveel als het eerste lijk wat ze ooit had gezien. Ze was bijna zover dat ze het dode lichaam van haar vader niet meer zag wanneer ze zich op een plaats delict bevond. Maar nog niet helemaal. Ze was zeven jaar oud geweest toen ze de slaapkamer binnenliep en hem languit in een plas bloed op het bed had zien liggen. En dat beeld was ze nooit meer kwijtgeraakt.
Mackenzie zocht naar aanwijzingen waaruit zou kunnen blijken dat deze moord geen sexueel motief had. Ze zag geen tekenen van blauwe plekken of krassen op de borsten en billen van het slachtoffer, geen externe bloedingen rond de vagina. Ze keek vervolgens naar de handen en voeten van de vrouw en vroeg zich af of er misschien een religieus motief was; tekenen van punctie langs de handpalmen, enkels en voeten zouden kunnen wijzen op een kruisiging. Maar ook daar was geen sprake van.
Uit het korte politierapport dat zij en Porter hadden gekregen bleek dat de kleding van het slachtoffer niet was gelokaliseerd. Mackenzie dacht dat dit waarschijnlijk betekende dat de moordenaar deze nog had, of had verwijderd. Dit gaf aan dat hij voorzichtig was, of borderline obsessief. Dit en het feit dat zijn motivatie gisterenavond vrijwel zeker niet van seksuele aard waren geweest, droeg bij aan het beeld van een potentieel ongrijpbare en berekende moordenaar.
Mackenzie liep achteruit naar de rand van de open plek en nam de hele scène in haar op. Porter bleef met Nelson praten en wierp haar een zijwaartse blik toe. Daarna negeerde hij haar volledig. Ze bemerkte dat de andere politiemannen haar wel in de gaten hielden. Sommigen hielden haar werkwijze in de gaten. Ze was rechercheur geworden met de reputatie uitzonderlijk slim te zijn en was hoog aangeschreven door de meerderheid van de instructeurs op de politieacademie. Zo nu en dan kwamen de jongere agenten - zowel mannen als vrouwen - haar om advies vragen.
Ze wist ook dat een paar van de mannen die op open plek aanwezig waren misschien ook om andere redenen naar haar keken. Ze wist niet zeker wat erger was; de mannen die haar kont controleerden wanneer ze langs liep, of degenen die achter haar rug om lachten om het kleine meisje dat de rol van rechercheur probeerde te spelen.
Terwijl ze de scène bestudeerde, werd ze opnieuw overvallen door een knagend vermoeden dat hier iets vreselijk mis was. Ze had het gevoel dat ze een boek had opengeslagen waarbij na het lezen van de eerste pagina direct duidelijk werd dat dit een heel ingewikkeld verhaal zou gaan worden.
Dit is nog maar het begin, dacht ze.
Ze keek naar de modderige grond rond de paal en zag een paar vage schoen afdrukken, maar niet iets dat bruikbare informatie zou opleveren. Er zaten ook een reeks andere afdrukken in de grond die er bijna slangachtig uitzagen. Ze hurkte neer om ze van dichtbij te bekijken en zag dat verschillende van deze afdrukken naast elkaar lagen en rond de houten paal kronkelden, alsof de paal meerdere keren door een slangachtig voorwerp omcirkeld was geweest. Daarna keek ze naar de rug van de vrouw en zag dat de wonden in haar vlees ongeveer dezelfde vorm hadden als de markeringen op de grond.
“Porter,” zei ze.
“Wat is er?” Vroeg hij, duidelijk geïrriteerd dat hij werd gestoord.
“Ik denk dat ik hier wapen afdrukken heb.”
Porter aarzelde een seconde maar liep toen naar Mackenzie die op haar knieen zat. Toen hij naast haar hurkte, kreunde hij een beetje en ze kon zijn riem horen kraken. Hij was ongeveer 25 kilo te zwaar en dit werd meer zichtbaar naarmate hij dichterbij de vijfenvijftig jaar kwam.
“Een soort van zweep?” Vroeg hij.
“Ziet ernaar uit.”
Ze onderzocht de grond en volgde de sporen in de aarde tot aan de paal, en daarbij merkte ze nog iets anders op. Het was iets minuscules, zo klein dat ze het bijna niet zag.
Ze liep naar de paal, voorzichtig om het lichaam niet aan te raken voordat forensisch onderzoek had plaatsgevonden. Ze zakte weer door haar knieën en terwijl ze dit deed voelde ze het volle gewicht van de hitte van die middag op haar drukken. Onverschrokken boog ze haar hoofd dichter bij de paal, zo dichtbij dat ze het bijna met haar voorhoofd aanraakte.
“Wat ben je in godsnaam aan het doen?” vroeg Nelson.
“Er is hier iets uitgehouwen,” zei ze. “Ziet eruit als getallen.”
Porter kwam dichterbij om het te onderzoeken maar deed er alles aan om niet voorover te buigen. “White, dat stuk hout is gemakkelijk twintig jaar oud," zei hij. “En dat snijwerk ziet er net zo oud uit.”
“Misschien,”zei Mackenzie. Maar ze betwijfelde het.
Porter was niet geïnteresseerd in de ontdekking en ging terug naar het gesprek met Nelson, en vergeleek de aantekeningen die hij had gekregen met de informatie van de boer die het lichaam had ontdekt.
Mackenzie pakte haar telefoon en maakte een foto van de nummers. Ze vergrootte het beeld en de cijfers werden een beetje duidelijker. Nu ze deze zo gedetailleerd zag, bekroop haar het gevoel dat dit allemaal het begin was van iets veel groters.
N511 / J202
De cijfers betekende niets voor haar. Misschien had Porter gelijk; misschien betekende ze absoluut niets. Misschien waren ze door een houthakker uitgehouwen toen de paal was gemaakt. Misschien had een verveeld kind ze ergens in de loop van de jaren erin gekrast.
Maar het voelde niet goed.
Niets aan deze zaak voelde goed.
En ze wist in haar hart dat dit slechts het begin was.
HOOFDSTUK TWEE
Mackenzie voelde een knoop in haar maag toen ze uit het raam van de auto keek en de busjes van de verschillende nieuwszenders geparkeerd zag staan.Terwijl ze het terrein op reden renden de verslaggevers alvast naar de beste plaatsen om haar en Porter aan te vallen. Terwijl Porter de auto parkeerde, zag ze verschillende