Voordat hij doodt. Блейк Пирс

Чтение книги онлайн.

Читать онлайн книгу Voordat hij doodt - Блейк Пирс страница 6

Voordat hij doodt - Блейк Пирс

Скачать книгу

het lichaam van de vrouw was vastgebonden. Iets aan de hele tentoonstelling van het stoffelijk overschot was haar bekend voorgekomen, en het bleef haar bezighouden toen ze in de vergaderzaal zat.

      Ze nam de korte aantekeningen in de map door, in de hoop dat een klein detail iets in haar geheugen zou kunnen triggeren. Ze bladerde door de vier pagina's met informatie in de hoop iets te ontdekken. Ze wist alles wat in de map zat, maar ze bekeek de details aandachtig.

       Vrouw van 34 jaar oud, vermoedelijk de vorige nacht vermoord. Striemen, snijwonden, verschillende schaafwonden op haar rug, vastgebonden aan een oude houten paal. Doodsoorzaak wordt verondersteld bloedverlies of mogelijk trauma aan het hart te zijn. De bindmethode suggereert mogelijke religieuze boventonen, terwijl het lichaamstype van de vrouw verwijst naar een seksuele motivatie.

      Terwijl ze dit las, klikte er iets. Ze zonderde zich af in haar gedachten, waardoor haar geest kon gaan waar het nodig was zonder tussenkomst van haar omgeving.

      Terwijl ze de onderlinge verbanden begon in te zien en een verklaring bedacht waarvan ze hoopte dat ze het mis had, begon Nelson het gesprek af te ronden..

      “... en omdat het te laat is om nog wegversperringen in te zetten, zullen we vooral moeten vertrouwen op de getuigenverklaringen, zelfs tot in de kleinste en schijnbaar nutteloze details. Heeft iemand nog iets toe te voegen?”

      “Eén ding, mijnheer,” zei Mackenzie.

      Ze zag dat Nelson zuchtte. Aan de andere kant van de tafel hoorde ze Porter zacht grinniken. Ze negeerde het en wachtte af om te zien hoe Nelson haar zou aanspreken.

      “Ja, White?” vroeg hij.

      “Ik herinner me een zaak in 1987 die vergelijkingen toont met deze zaak. Ik ben er vrij zeker van dat het net buiten Roseland was. De knopen gebruikt om het slachtoffer vast te binden waren hetzelfde, en het type vrouw was hetzelfde. Ik ben er vrij zeker van.”

      “1987?” vroeg Nelson. “White, was je toen al geboren?”

      Door meer dan de helft van aanwezigen in de vergaderzaal werd zacht gelachen. Mackenzie liet het van haar af glijden. Ze zou later de tijd vinden om zich te schamen.

      “Dat was ik niet,” zei ze, niet bang om met hem in discussie te gaan. “Maar ik heb het rapport wel gelezen.”

      “U vergeet, mijnheer,” zei Porter. “dat Mackenzie al haar vrije tijd besteedt aan het lezen van onopgeloste zaken. Het meisje is als een wandelende encyclopedie voor dit spul.”

      Mackenzie merkte meteen op dat Porter haar bij haar voornaam had genoemd en haar een meisje in plaats van een vrouw had genoemd. Het trieste was dat hij zich waarschijnlijk niet eens bewust was van het gebrek aan respect, dacht ze.

      Nelson wreef over zijn hoofd en slaakte eindelijk een diepe zucht. “1987? Je weet het zeker?”

      “Bijna positief.”

      “Roseland?”

      “Of in de directe omgeving,” zei ze.

      “Oké,” zei Nelson, kijkend naar het einde van de tafel waar een vrouw van middelbare leeftijd zat, ijverig luisterend. Er stond een laptop voor haar, waarop ze de hele tijd rustig had getypt. “Nancy, kun je dit nakijken in de database?”

      “Ja meneer,” zei ze. Ze begon meteen iets in de interne server van het district te typen.

      Nelson wierp Mackenzie een afkeurende blik toe die zoveel betekende als: Je kunt maar beter gelijk hebben. Zo niet, dan heb je twintig seconden van mijn kostbare tijd verspild.

      “Oké, dames en heren, “zei Nelson. “Hier is hoe we het gaan aanpakken: Op het moment dat deze bijeenkomst eindigt, wil ik dat Smith en Berryhill naar Omaha gaan om het lokale politiekorps daar te helpen. Vanaf daar roteren we indien nodig in paren. Porter en White, jullie twee gaan praten met de kinderen van de overledene en haar werkgever. We werken ook aan het adres van haar zus.”

      “Neem me niet kwalijk, mijnheer,” zei Nancy en keek op van haar computer.

      “Ja, Nancy?”

      “Het lijkt erop dat rechercheur White gelijk heeft. In oktober 1987 werd een prostituee dood aangetroffen, vastgebonden aan een houten paal net buiten de stadsgrenzen van Roseland. Het rapport wat ik kan zien, meldt dat ze enkel haar ondergoed nog aan had en ernstig was gegeseld. Geen tekenen van seksueel misbruik en geen duidelijk motief.”

      Het werd weer stil in de kamer. Veel vragen bleven onuitgesproken. Uiteindelijk verbrak Porter de stilte, en alhoewel Mackenzie duidelijk opmerkte dat hij het verband tussen deze twee zaken niet wilde erkennen, hoorde ze de zorgen in zijn stem.

      “Dat is bijna dertig jaar geleden,” zei hij. “Niet echt een duidelijk direct verband met onze zaak.”

      “Maar het is toch een overeenkomst,” zei Mackenzie.

      Nelson sloeg met zijn vlakke hand op tafel, zijn ogen brandden in die van Mackenzie.

      “Als er hier inderdaad sprake van een verband is, dan weet je wat dat betekent, toch?”

      “Het betekent dat we misschien te maken hebben met een seriemoordenaar,” zei ze. “En zelfs alleen het vermoeden dat we te maken hebben met een seriemoordenaar betekent dat we moeten overwegen om de FBI in te schakelen.”

      “Nou,nou,” zei Nelson. “Je trekt wel heel snel conclusies. Er zijn nog heel veel andere aspecten te overwegen.”

      “Met alle respect,” zei Mackenzie, “het is de moeite van het bekijken waard.”

      “En nu dat je dat onder onze aandacht hebt gebracht, zullen we wel moeten.” zei Nelson. “Ik zal wat telefoontjes plegen en je hiervan de uitslag laten weten. Laten we voorlopig maar aan de slag gaan met dingen die relevant en actueel zijn. Dat is het voor nu, iedereen. Ga nu aan het werk.”

      De kleine groep aan de vergadertafel begon uiteen te vallen en namen hun mappen mee. Toen Mackenzie de kamer uitkwam, gaf Nancy haar een kleine glimlach van erkenning. Het was de meeste aanmoediging die Mackenzie in meer dan twee weken op het werk had gekregen. Nancy was de receptioniste en soms feiten controleur van het korps. Voor zover Mackenzie wist was ze een van de weinige oudgedienden van het politiekorps die met niemand echt een probleem had.

      “Porter en White, wacht even,” zei Nelson.

      Ze zag dat Nelson nu dezelfde bezorgde blik op zijn gezicht had die ze bij Porter had gezien en gehoord toen hij zojuist sprak. Hij zag er bijna ziek uit.

      “Knap herinnert, die zaak uit 1987,” zei Nelson tegen Mackenzie. Het leek er op dat het hem fysiek pijn deed om haar een compliment te geven. “Het is een schot in het donker. Maar je vraagt ​​je wel af… “

      “Vraag je af wat?”Vroeg Porter.

      Mackenzie, nooit iemand geweest die op haar mondje was gevallen, antwoordde voor Nelson.

      “Waarom hij besloten heeft om nu actief te worden”, zei ze.

      Daarna voegde ze eraan toe:

      “En wanneer hij weer zal doden."

      HOOFDSTUK

Скачать книгу